1
H3 Diffusie
De ideale long
We ademen lucht in met partiele druk van 150mmHG
Pulmonale arterie voert bloed aan dat vanuit lichaam terug richting hart is gestuurd,
gemengd veneus bloed dat reeds is uitgewisseld geweest. Voert bloed aan de long met een
40mmHg O2 en 45mmHg. Er ontstaat diffusie dat verloopt adhv van het verschil in druk
gradiënt. Hoe groter het verschil in de zuurstofdruk, hoe makkelijker er diffusie is. Loopt tot
er evenwicht ontstaat. Eindigt in een lagere zuurstof. Arteriële druk is gelijk aan PO2 in de
long. Er komt CO2 = 0 ingeademd in de long en dus een alveolaire druk van 40 mmHg CO2,
wat dus ook arterieel naar het hart wordt gestuurd.
- Drukken in hart
o Partieel spanning worden zeer constant gehouden, kan soms klein verschil
zijn
o O2 en CO2 transporteren zich convex (stroming door hartpomp) door
geleidende luchtwegen transporteren
o In respiratoire zone verplaatsen ze zich via diffusie
zuurstof en CO2 komen door convexiteit in longcapillaire bed waar
gaswisseling dmv diffusie plaatsvindt
in zuurstofrijke bloed weer verplaatsen via convexie
- Diffusie: in respiratoire zone, proces waardoor CO2 en
O2 diffunderen over capillaire membraan
o = passief transport van gasmoleculen oiv een
partieel drukverschil
o O2 en CO2 diffunderen via bloed naar
longblaasje en omgekeerd via diffusie
o Bloed bevindt zich ¾ seconde in longcapillaire
bed waarna het zich in grotere venulen
verzamelt
o 1 RBC passeert 2-3 alveoli
, 2
H3 Diffusie
Wet van Fick in een tekening
o Geeft weer hoe snel deeltjes kunnen diffunderen
door een oppervlak
o Opp: gelijk evenredig met diffusiemogelijkheid
o Dikte: omgekeerd evenredig met diffusiemogelijkheid
o De constante D: afh van oplosbaarheid en het
moleculair gewicht en het part druk verschil
voor en na de wand
o Voor de rode bloedcel: heeft een marge wnr
hij voorbij diffuus deel komt, O2 kan dus
sneller door d wand -> bij inspanning zullen
de RB sneller gaan
o Oplosbaarheid CO2 is 24x >> O2
o Moleculegewicht van CO2 > 02
o Diffusiesnelheid van CO2 is 20x >> O2
o Effect hypoventilatie op patient: we gaan dit zien in de zuurstof maar nooit in
de CO2 omdat dit zeer makkelijk diffuseert
o Extra O2 toevoegen om part. spanning in de alveoli te verhogen en zo diffusie
normaliseren
o Hypercapnie = verhoogd CO2 nooit bij een diffusieprobleem
Diffusie:
o Passief transport van moleculen oiv. een partiële drukgradiënt
o Zuurstof diffundeert trager dan CO2
o Diffusiestoornis : hypoxemie (verminderde hoeveelheid zuurstof in het bloed)
o O2 opname is perfusie-gelimiteerd door cardiac output
Norm:
o Na passagetijd 0.25 sec is er evenwicht = normaal
o Na passagetijd 0.75 sec is er evenwicht = matige
diffusiestoornis
o Na passagetijd 0.75 s geen evenwicht = ernstige
diffusiestoornis
Difussiestoornis:
o Na passagetijd 0.75s is er evenwicht
o Bij aandoening worden alveolaire structuren afgebroken
alveolaire structuren verdwijnen (longblaasjes) grote
luchthoudende holten (Bij emfiseem minderdiffusieoppervlak)
H3 Diffusie
De ideale long
We ademen lucht in met partiele druk van 150mmHG
Pulmonale arterie voert bloed aan dat vanuit lichaam terug richting hart is gestuurd,
gemengd veneus bloed dat reeds is uitgewisseld geweest. Voert bloed aan de long met een
40mmHg O2 en 45mmHg. Er ontstaat diffusie dat verloopt adhv van het verschil in druk
gradiënt. Hoe groter het verschil in de zuurstofdruk, hoe makkelijker er diffusie is. Loopt tot
er evenwicht ontstaat. Eindigt in een lagere zuurstof. Arteriële druk is gelijk aan PO2 in de
long. Er komt CO2 = 0 ingeademd in de long en dus een alveolaire druk van 40 mmHg CO2,
wat dus ook arterieel naar het hart wordt gestuurd.
- Drukken in hart
o Partieel spanning worden zeer constant gehouden, kan soms klein verschil
zijn
o O2 en CO2 transporteren zich convex (stroming door hartpomp) door
geleidende luchtwegen transporteren
o In respiratoire zone verplaatsen ze zich via diffusie
zuurstof en CO2 komen door convexiteit in longcapillaire bed waar
gaswisseling dmv diffusie plaatsvindt
in zuurstofrijke bloed weer verplaatsen via convexie
- Diffusie: in respiratoire zone, proces waardoor CO2 en
O2 diffunderen over capillaire membraan
o = passief transport van gasmoleculen oiv een
partieel drukverschil
o O2 en CO2 diffunderen via bloed naar
longblaasje en omgekeerd via diffusie
o Bloed bevindt zich ¾ seconde in longcapillaire
bed waarna het zich in grotere venulen
verzamelt
o 1 RBC passeert 2-3 alveoli
, 2
H3 Diffusie
Wet van Fick in een tekening
o Geeft weer hoe snel deeltjes kunnen diffunderen
door een oppervlak
o Opp: gelijk evenredig met diffusiemogelijkheid
o Dikte: omgekeerd evenredig met diffusiemogelijkheid
o De constante D: afh van oplosbaarheid en het
moleculair gewicht en het part druk verschil
voor en na de wand
o Voor de rode bloedcel: heeft een marge wnr
hij voorbij diffuus deel komt, O2 kan dus
sneller door d wand -> bij inspanning zullen
de RB sneller gaan
o Oplosbaarheid CO2 is 24x >> O2
o Moleculegewicht van CO2 > 02
o Diffusiesnelheid van CO2 is 20x >> O2
o Effect hypoventilatie op patient: we gaan dit zien in de zuurstof maar nooit in
de CO2 omdat dit zeer makkelijk diffuseert
o Extra O2 toevoegen om part. spanning in de alveoli te verhogen en zo diffusie
normaliseren
o Hypercapnie = verhoogd CO2 nooit bij een diffusieprobleem
Diffusie:
o Passief transport van moleculen oiv. een partiële drukgradiënt
o Zuurstof diffundeert trager dan CO2
o Diffusiestoornis : hypoxemie (verminderde hoeveelheid zuurstof in het bloed)
o O2 opname is perfusie-gelimiteerd door cardiac output
Norm:
o Na passagetijd 0.25 sec is er evenwicht = normaal
o Na passagetijd 0.75 sec is er evenwicht = matige
diffusiestoornis
o Na passagetijd 0.75 s geen evenwicht = ernstige
diffusiestoornis
Difussiestoornis:
o Na passagetijd 0.75s is er evenwicht
o Bij aandoening worden alveolaire structuren afgebroken
alveolaire structuren verdwijnen (longblaasjes) grote
luchthoudende holten (Bij emfiseem minderdiffusieoppervlak)