Deel 5: Iedereen anders? Diversiteit en inclusie ........................................................................1
Diversiteit: What’s in a name?...............................................................................................3
Wat houdt diversiteit in? (p. 388) .......................................................................................3
Diversiteit en leraren.........................................................................................................3
Diversiteit en instructie .....................................................................................................4
Differentiatie: het antwoord op diversiteit ..........................................................................5
Diversiteit in het Vlaamse onderwijs ..................................................................................6
Uitdaging 1: Sociaal-economische status (SES) en sociale ongelijkheid .................................6
Theoretische verklaringen voor sociale ongelijkheid ...........................................................6
Onderzoeksgegevens met betrekking tot SES in Vlaanderen ...............................................8
SES-verschillen en instructie: De GOK-decreten ................................................................8
Uitdaging 2: Armoede in het Vlaamse onderwijs ....................................................................8
Alarmerende cijfers over armoede in Vlaanderen ...............................................................8
Armoede op school ..........................................................................................................8
Armoede en instructie op het macroniveau .......................................................................8
Armoede en instructie op het meso-en microniveau ..........................................................9
Uitdaging 3: Onderwijs en inclusie ........................................................................................9
Inclusief onderwijs: oplossing of probleem voor zorgleerlingen? .........................................9
Het Leersteundecreet versus het M-decreet ......................................................................9
De basis: er blijft een apart buitengewoon onderwijs bestaan ............................................9
De lange weg naar inclusief onderwijs in Vlaanderen .........................................................9
Krijtlijnen van het nieuwe leersteundecreet .......................................................................9
Universal design for learning (UDL) .................................................................................. 10
Omgaan met leerlingen die extra ondersteuning vragen: REDICODIS ................................ 10
Pak de executieve functies aan ....................................................................................... 10
Uitdaging 4: Sekse, gender en onderwijs ............................................................................. 11
Gender en sekse: een terminologische discussie ............................................................. 11
Internationaal empirisch onderzoek over sekseverschillen in onderwijs ............................ 12
Dus sekse/gender doet er niet toe?.................................................................................. 12
Gender, sekse en instructie............................................................................................. 12
Het ontwikkelen van een genderbewustzijn bij leraren ..................................................... 12
Het aanpakken van de gendergap.................................................................................... 13
Uitdaging 5: Meertaligheid in het onderwijs ......................................................................... 13
1
,De mythe van ‘monolingualism’ ...................................................................................... 13
Visies op ‘taligheid’......................................................................................................... 14
Taalvaardigheid .............................................................................................................. 14
Taal als verklarende factor voor schoolprestaties ............................................................. 15
Aanpak van meertaligheid: CLIL ...................................................................................... 16
Functioneel meertalig leren in de klas (FML) .................................................................... 16
2
, Diversiteit: What’s in a name?
Wat houdt diversiteit in? (p. 388)
In dit deel beperken we ons tot verschillen waar elke leraar tegenaan loopt:
• Verschillen tussen de thuistaal en de schooltaal (meertaligheid)
• De grote verschillen in de sociaal-economische status van leerlingen:
• De groeiende armoede van waaruit gezinnen kinderen naar school sturen;
• De waaier aan moeilijkheden en leerstoornissen
• De focus op sekse en gender
Uitgangspunt van dit hoofdstuk = diversiteit is de norm, verschillen zijn normaal en omgaan met
die verschillen is een fundament of zou dat moeten zijn in het onderwijs
Sierens:
• ‘Diversiteit wordt al te vaak beschouwd als een abnormaal gegeven: alles wat afwijkt van
de norm valt onder de noemer ‘diversiteit’. Daarbij zien mensen zichzelf dikwijls als
normaal, de standaard. De ander, die afwijkt van die standaard, wordt dan
gecategoriseren gaat bovendien vaak samen met het moraliseren, waarbij we die ‘ander’
moeten respecteren. De eigen positie van ‘norm’ of het idee rond ‘normaliteit’ blijft
daarbij onveranderd.
De ijsbergmetafoor van Schreinemachers. Bepaalde
leerlingenverschillen vallen meer op. Let op de
‘zichtbare’ diversiteitskenmerken die boven het water
uitsteken versus de ‘minder zichtbare’ of zelfs
‘onzichtbare’ kenmerken die onder de waterlijn blijven.
Silvermann onderzocht de beliefs rond diversiteit van leraren:
• Stelt vast dat de diversiteitsopvattingen van leraren weinig ontwikkeld zijn.
• Leraren zien vooral ‘zichtbare’ diversiteitskenmerken zoals etniciteit, sociale klasse en
geslacht, en in mindere mate diversiteitskenmerken zoals functiebeperkingen, seksuele
geaardheid, religieuze keuzes en kenmerken die via de ouders en het gezin doorwerken
(vb.: familiale waarden, politiek-ideologische verschillen, de mening van ouders over het
al dan niet deelnemen aan schoolse activiteiten zoals zwemmen).
• Stelt vast dat de leraren-beliefs over diversiteit samengaan met de mate waarin ze
vertrouwen hebben in hun competenties om met de verschillen om te gaan.
Diversiteit en leraren
Leraren hebben ook hun eigen beliefs -> in lerarenopleiding: studentleraren helpen reflecteren
over eigen beliefs over diversiteit, individuele verschillen en onderwijs
Onderzoek van Piqueray, Braey en Hermans:
3