GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN
Hoofdstuk 1: van romeinse provincies naar
barbaarse rijken
Waar begonnen de middeleeuwen?
1) Val van Rome
2) Volksverhuizing
DE TRANSFORMATIE VAN HET ROMEINSE RIJK
De val van Rome
Politieke en militaire transformatie
Vroege keizertijd (27 vC – 235 nC)
- Principaat periode
- ‘Gouden tijdperk’
- Interne stabiliteit
o Keizer en senaat delen macht
o Bureaucratie in Rome
o Vlotte successieregeling
o 2de eeuw: adoptiekeizer opvolger wordt geadopteerd
o Keizers vaker van provincies buiten Italië
- Externe stabiliteit
o Oorlog aan de verre grenzen
o Parthen = vijand geen dreiging door vredespact
Derde-eeuwse crisis (235-284 nC)
- Moord op Alexander Severus (235) => imperiale crisis
o Gepaard met langdurige politieke instabiliteit
- Troepen moeten ergens anders vechten
- Interne instabiliteit
o Veel machtswissels (26 keizers in 50j)
o Soldaatkeizers uitgeroepen in provincies
o Interne competitie door veel soldatenkeizers =>
1
, - Externe instabiliteit
o Negatief effect op grensverdediging door burgeroorlogen tussen
troonpretendenten
o Barbaarse invallen in Gallië, Balken, Griekenland en Italië
o Druk op de grenzen, dreiging op de Sassaniden
Diocletianus en Constantijn (284-337)
- 2 keizers die hervormen in te voeren voor poging tot stabiliteit weinig
effect
Diocletianus (284-305)
- Bestuurlijke hervormingen
o Tetrarchie: heerschappij van 4 keizers regeren elk over een
prefectuur
o Doel: keizerlijk gezag dichter bij elkaar brengen bij aristocratie in de
provincies
o Cohesie van het rijk en de provincies versterken
o Bestuurlijke opdeling
Trier (Gallië en Brittannië)
Nicodemia (oostelijke Middellandse Zeegebied)
Sirmium (Balkan en Donauprovincies)
Milaan (Spanje, Italië en Afrika)
o Verhogen van belasting voor grensbewaking
o Sterke theocratische impuls keizerschap
Constantijn de Grote (306 – 37)
- Nieuwe hoofdstad: Constantinopel (Grieks: Byzantium) nieuw Rome
- Minder contact met westen
- Zouden nooit meer onder één heerser vallen
Het einde van het westelijke keizerschap
Hervormingen waren geen garantie voor duurzame stabiliteit
- Interne instabiliteit
o Tetrarchie al in onbruik onder Constntijn
o Nood aan rekruten barbarisering leger en legertop
machtsconcentratie generaals
o 476: Odoaker zet Romulus Augustus af geen nieuwe keizer in
Westen
- Externe instabiliteit
o Door interne instabiliteit en troonstrijd verzwakt grensverdediging
o Druk van barbaarse volkeren
o Halverwege 5e eeuw: Hispanië en Zuid-Gallië onder Romeins bewind
2
,Bestuurlijke ontwikkelingen
De vroege keizertijd
Productieve wisselwerking op twee niveaus
- Centrale, imperiale bureaucratie
o Onder leiding van prefectoren
o Keizerlijke bureaucraten niet van senatoriale afkomst, maar sociale
klasse
o Focus op Rome en Italië
- Provincies in de steden
o Opname openbaar
o Curiales: vertegenwoordiger bestuur en stad
Verantwoordelijkheden: belastinginning op platteland voor
imperiale financiën
Investeringen in private middelen en publieke gemeenschap
Derde eeuw en late oudheid
Romeinse structuur breidt uit naar patronagesysteem
- Centrum: imperiale bureaucratie breidt uit
o Groot bureaucratisch apparaat
o Persoonlijke banden en gunsten bepaalde wie functies in
bureaucratie opnam
o Focus op provincies (nadeel voor Rome en Italië)
- Provincie : minder participatie in civitaties
o Carrière als curialis is minder aantrekkelijk want meer fiscale eisen
o => imperiale bureaucratie, leger, kerk
o Meer patronage
- Evolutie naar politiek patronagesysteem
o Verlenen door machthebbers van ambten, privileges
o Voor 3e E: civiele loyauteit
Gevolg:
Imperiale bureaucratie word patronagewerk (managed door keizer)
Provencialisering RR en adel: centrum provincies
o In laatantieke periode
Imperiale patronagesysteem in verval vanaf 5e eeuw
o Lokale verschillen
Z-Gallië: Italië en Hispanië langer oude competitie
N-Gallië: Brittannië opkomst lokale machthebbers
3
,Socio-economische transformatie
Vroege keizertijd
- Economie centraal gestuurd
- Stimulans integratie handelsnetwerken MZ en bloei lokale handel
nijverheid
- 1ste eeuw: handelsbalans Italië chronisch effect (meer invoer dan uitvoer)
Crisis vanaf 250
- Terugval agrarische productie ten gevolge van demografische
achteruitgang
o Hogere belastingdruk
o Grote druk op boeren: impact op de vrijheid
Niet betalen verkopen boerderij
In villae => halfvrije pachter
o Economische fragmentatie
Focus op provincies
Steden naar platteland
Handel en nijverheid
- Barbaarse groepen vestigen in noord Afrika
- Muntinflatie
- Terugval internationale handel
- Einde annonae-systeem in Westen in 5de eeuw
Opmars van kerk en christendom
Voor Constantijn de Grote
Christelijke zijde
- Collaboratieve houding tegenover wereldrijke overheden
- Spanning door pacifisme tegen cultus keizer
Romeinse zijde
- Tolerantie wegens syncretisme in romeinse religieuze praktijk
- Sporadische gevolgen
- Wantrouwen tegenover geheimzinnige sfeer
Vanaf Constantijn de Grote
Keizer als beschermer
- Integratie kerk in RR: administratief en juridisch
o Staatsgodsdienst onder Theodesisus I de Grote
o Keizerschap als plaatsvervanger God
4
, o Bisschoppen krijgen rechterlijke macht
- Inmenging in kerkelijk bestuur
- Strijd tegen ketters en heidenen
- Bouw kerken
Conclusie
‘Transformatie’ Romeinse Rijk
Combinatie van langdurige processen
- Politiek en militair: uitholling keizerschap in westen
- Bestuurlijk: zelfbestuur steden naar patronagesysteem
- Socio-economisch: provencialisering
- Religieus: christendom wordt staatsgodsdienst
DE BARBAARSE VOLKSVERHUIZING
Definitie en afbakening
Migratie, invasie, verhuis
- Soms invasie: raids, militaire overname door groep krijgers
- Soms migratie: mannen, vrouwen, kinderen
- Gecombineerd: gefaseerd
- Kleine groepen die tocht ondernemen
- Sedentaire volkeren
o Migratie van groep A naar B
o Doel: permanente nederzetting
Barbaren
- Bevolking over grenzen RR
o Bewondering over dapperheid, samenleving
- Eerder culturele/ retorische connotatie
o Etnische scheiding vervaagt
o Romeinse identiteit
o Gebruikt tegen romeinen, usurpatoren
Volkeren
- Invloed 19e -eeuwse nationale geschiedscheiding
- Geen natie/ eengemaakt volk
- Heterogene groepen, Multi- etnisch
5
Hoofdstuk 1: van romeinse provincies naar
barbaarse rijken
Waar begonnen de middeleeuwen?
1) Val van Rome
2) Volksverhuizing
DE TRANSFORMATIE VAN HET ROMEINSE RIJK
De val van Rome
Politieke en militaire transformatie
Vroege keizertijd (27 vC – 235 nC)
- Principaat periode
- ‘Gouden tijdperk’
- Interne stabiliteit
o Keizer en senaat delen macht
o Bureaucratie in Rome
o Vlotte successieregeling
o 2de eeuw: adoptiekeizer opvolger wordt geadopteerd
o Keizers vaker van provincies buiten Italië
- Externe stabiliteit
o Oorlog aan de verre grenzen
o Parthen = vijand geen dreiging door vredespact
Derde-eeuwse crisis (235-284 nC)
- Moord op Alexander Severus (235) => imperiale crisis
o Gepaard met langdurige politieke instabiliteit
- Troepen moeten ergens anders vechten
- Interne instabiliteit
o Veel machtswissels (26 keizers in 50j)
o Soldaatkeizers uitgeroepen in provincies
o Interne competitie door veel soldatenkeizers =>
1
, - Externe instabiliteit
o Negatief effect op grensverdediging door burgeroorlogen tussen
troonpretendenten
o Barbaarse invallen in Gallië, Balken, Griekenland en Italië
o Druk op de grenzen, dreiging op de Sassaniden
Diocletianus en Constantijn (284-337)
- 2 keizers die hervormen in te voeren voor poging tot stabiliteit weinig
effect
Diocletianus (284-305)
- Bestuurlijke hervormingen
o Tetrarchie: heerschappij van 4 keizers regeren elk over een
prefectuur
o Doel: keizerlijk gezag dichter bij elkaar brengen bij aristocratie in de
provincies
o Cohesie van het rijk en de provincies versterken
o Bestuurlijke opdeling
Trier (Gallië en Brittannië)
Nicodemia (oostelijke Middellandse Zeegebied)
Sirmium (Balkan en Donauprovincies)
Milaan (Spanje, Italië en Afrika)
o Verhogen van belasting voor grensbewaking
o Sterke theocratische impuls keizerschap
Constantijn de Grote (306 – 37)
- Nieuwe hoofdstad: Constantinopel (Grieks: Byzantium) nieuw Rome
- Minder contact met westen
- Zouden nooit meer onder één heerser vallen
Het einde van het westelijke keizerschap
Hervormingen waren geen garantie voor duurzame stabiliteit
- Interne instabiliteit
o Tetrarchie al in onbruik onder Constntijn
o Nood aan rekruten barbarisering leger en legertop
machtsconcentratie generaals
o 476: Odoaker zet Romulus Augustus af geen nieuwe keizer in
Westen
- Externe instabiliteit
o Door interne instabiliteit en troonstrijd verzwakt grensverdediging
o Druk van barbaarse volkeren
o Halverwege 5e eeuw: Hispanië en Zuid-Gallië onder Romeins bewind
2
,Bestuurlijke ontwikkelingen
De vroege keizertijd
Productieve wisselwerking op twee niveaus
- Centrale, imperiale bureaucratie
o Onder leiding van prefectoren
o Keizerlijke bureaucraten niet van senatoriale afkomst, maar sociale
klasse
o Focus op Rome en Italië
- Provincies in de steden
o Opname openbaar
o Curiales: vertegenwoordiger bestuur en stad
Verantwoordelijkheden: belastinginning op platteland voor
imperiale financiën
Investeringen in private middelen en publieke gemeenschap
Derde eeuw en late oudheid
Romeinse structuur breidt uit naar patronagesysteem
- Centrum: imperiale bureaucratie breidt uit
o Groot bureaucratisch apparaat
o Persoonlijke banden en gunsten bepaalde wie functies in
bureaucratie opnam
o Focus op provincies (nadeel voor Rome en Italië)
- Provincie : minder participatie in civitaties
o Carrière als curialis is minder aantrekkelijk want meer fiscale eisen
o => imperiale bureaucratie, leger, kerk
o Meer patronage
- Evolutie naar politiek patronagesysteem
o Verlenen door machthebbers van ambten, privileges
o Voor 3e E: civiele loyauteit
Gevolg:
Imperiale bureaucratie word patronagewerk (managed door keizer)
Provencialisering RR en adel: centrum provincies
o In laatantieke periode
Imperiale patronagesysteem in verval vanaf 5e eeuw
o Lokale verschillen
Z-Gallië: Italië en Hispanië langer oude competitie
N-Gallië: Brittannië opkomst lokale machthebbers
3
,Socio-economische transformatie
Vroege keizertijd
- Economie centraal gestuurd
- Stimulans integratie handelsnetwerken MZ en bloei lokale handel
nijverheid
- 1ste eeuw: handelsbalans Italië chronisch effect (meer invoer dan uitvoer)
Crisis vanaf 250
- Terugval agrarische productie ten gevolge van demografische
achteruitgang
o Hogere belastingdruk
o Grote druk op boeren: impact op de vrijheid
Niet betalen verkopen boerderij
In villae => halfvrije pachter
o Economische fragmentatie
Focus op provincies
Steden naar platteland
Handel en nijverheid
- Barbaarse groepen vestigen in noord Afrika
- Muntinflatie
- Terugval internationale handel
- Einde annonae-systeem in Westen in 5de eeuw
Opmars van kerk en christendom
Voor Constantijn de Grote
Christelijke zijde
- Collaboratieve houding tegenover wereldrijke overheden
- Spanning door pacifisme tegen cultus keizer
Romeinse zijde
- Tolerantie wegens syncretisme in romeinse religieuze praktijk
- Sporadische gevolgen
- Wantrouwen tegenover geheimzinnige sfeer
Vanaf Constantijn de Grote
Keizer als beschermer
- Integratie kerk in RR: administratief en juridisch
o Staatsgodsdienst onder Theodesisus I de Grote
o Keizerschap als plaatsvervanger God
4
, o Bisschoppen krijgen rechterlijke macht
- Inmenging in kerkelijk bestuur
- Strijd tegen ketters en heidenen
- Bouw kerken
Conclusie
‘Transformatie’ Romeinse Rijk
Combinatie van langdurige processen
- Politiek en militair: uitholling keizerschap in westen
- Bestuurlijk: zelfbestuur steden naar patronagesysteem
- Socio-economisch: provencialisering
- Religieus: christendom wordt staatsgodsdienst
DE BARBAARSE VOLKSVERHUIZING
Definitie en afbakening
Migratie, invasie, verhuis
- Soms invasie: raids, militaire overname door groep krijgers
- Soms migratie: mannen, vrouwen, kinderen
- Gecombineerd: gefaseerd
- Kleine groepen die tocht ondernemen
- Sedentaire volkeren
o Migratie van groep A naar B
o Doel: permanente nederzetting
Barbaren
- Bevolking over grenzen RR
o Bewondering over dapperheid, samenleving
- Eerder culturele/ retorische connotatie
o Etnische scheiding vervaagt
o Romeinse identiteit
o Gebruikt tegen romeinen, usurpatoren
Volkeren
- Invloed 19e -eeuwse nationale geschiedscheiding
- Geen natie/ eengemaakt volk
- Heterogene groepen, Multi- etnisch
5