INTERSECTIONALITEITS- EN DIVERSITEITSSTUDIES
PROF. WENDELIEN VANTIEGHEM EN PROF. CHIA LONGMAN 2025
INHOUD
1. Diversiteit als concept in de samenleving ......................................................................................2
2. Diversiteit: bestendiging van de sociale orde ..................................................................................8
2.1 Diversiteit als systeem.........................................................................................................9
2.1.1. Macroniveau ...................................................................................................................9
2.1.2. Microniveau .................................................................................................................. 11
2.1.3. Meso niveau ................................................................................................................. 12
3. Intersectionaliteit ....................................................................................................................... 14
3.1. Diversiteit? ....................................................................................................................... 14
3.2. Intersectionaliteit .............................................................................................................. 16
3.3. Intersectionaliteit: origines ................................................................................................ 17
4. Intersectionaliteit 2 .................................................................................................................... 18
4.1. Intersectionaliteit uitgediept: de academische wereld ......................................................... 18
4.2. Toepassingen.................................................................................................................... 20
5. Discriminatie en de arbeidsmarkt ................................................................................................ 22
5.1. Wat is discriminatie? ......................................................................................................... 22
5.2. Waarom discrimineren werkgevers? ................................................................................... 23
5.3. Hoe erg is discriminatie op de arbeidsmarkt? ...................................................................... 25
5.4. Bepaalt de markt de mate van discriminatie? ...................................................................... 27
6. Disability: een categorie in de schaduw ....................................................................................... 28
6.1. Normativiteit ..................................................................................................................... 28
6.2. Ondersteuningsdenken ..................................................................................................... 31
6.3. Context ............................................................................................................................ 31
6.4. Voice ................................................................................................................................ 32
7. Diversiteit meten: kwantitatief onderzoek verzoenen met intersectionaliteit .................................. 32
7.1. Intersectionaliteit .............................................................................................................. 32
7.2. Overwegingen bij kwantitatief onderzoek over diversiteit ..................................................... 33
7.3. Intersectionele methodologie ............................................................................................ 34
8. Gender en diversiteit in de praktijk............................................................................................... 37
9. Social justice ............................................................................................................................. 42
1
,Examen info
- 19 januari 13u-15u30
- Aud 3 Frans CUmont, Blandijnberg 2, Gent
- Inschrijven
- Ufora → examenvragen vorig jaar
- Open vragen
- Teksten kennen → titel, auteur en hoofdlijnen
- Hoe connecteren lessen met elkaar
- Ken de namen van de gastsprekers, weet wie welke les gaf enz → ken de structuur
- Ken namen en concepten en ook creatief, kritisch denken
1. DIVERSITEIT ALS CONCEPT IN DE SAMENLEVING
Overzicht
- Het concept diversiteit
• Diversiteitsstudies
• Categoriale vs continue benadering
- Superdiversiteit ~ Vertovec
• Multiculturalisme
- De organisatie van & omgang met diversiteit
• Exclusie, segregatie, integratie, inclusie
• Equality, equity, justice
• Universal design & redelijke aanpassingen
- Conclusie
Diversiteit
- Hot topic in
• Publieke sfeer & beleid: normatief of instrumenteel
• 1960: nieuwe sociale bewegingen
• Identiteit-gebaseerde bewegingen:
o Rechten, gelijke behandeling, symbolische erkenning,…
o Grote verandering t.a.v. wetten, beleid, attitudes
maar categoriaal
• Schift & merging naar “diversiteits”-agenda
o Van anti-discriminatie naar “vieren” van diversiteit
→ Diversiteit: ras/etniciteit, gender, klasse/SES, religie, seksuele oriëntatie, functie-
beperking, leeftijd, ervaring,…
→ Representation, provision, competition =~ diversity washing
• Maw: beleid is verschoven van gelijke rechten en anti-discriminatie naar het vieren van
diversiteit
Diversiteit in de publieke sfeer
- Representation
= streven naar de aanwezigheid van diversiteit in instituties zodat ze een weerspiegeling zijn van
de samenleving
- Competition
= inzetten van diversiteit om het marktaandeel te vergroten
→ diversity washing?
• Vooral te zien bij bedrijven
2
, • Diversity washing vertrekt vanuit een kapitalistische insteek ipv omarming van diversiteit
- Recognition
= streven naar erkenning en rechtzetting cultureel leed
• Bv: hoe omgaan met koloniale verleden
- Redistribution
= streven naar gelijktrekken historische discriminatie
• Verderzetting van recognition
• Focus op economische oneerlijkheid ervan, de herverdeling van oneerlijk afgenomen
resources
• Bv: het teruggeven van gestolen artefacten die zich nu in musea bevinden
- Provision
= gepaste ondersteuning bieden om tegemoet te komen aan de verschillende noden die mensen
hebben
• Hoe instellingen aangepast worden aan de diversiteit in de samenleving
• Meer gelinkt aan bedrijven
- Organization
= streven naar een divers team om de werking en/of prestaties te verbeteren
• Bv: rond tijd beurscrash → bedrijven met meer vrouwelijke bestuursleden minder schade
“In public discourse and policy, then, ‘diversity’ has no clear content or overall aim
(except to underline the view that ‘difference’ is OK)”
(Vertovec, 2015, p.3)
Instrumentaliteit: diversiteit gaan gebruiken om daar iets anders voor terug te krijgen
Normativiteit: diversiteit ontstaat als verschil met de norm, diversiteit is wat de norm niet is
Sociale geesteswetenschappen
- Kritisch en analytisch
• Kritisch: kijken naar waar een categorie of label vandaan komt
• Analytisch; hoe hangt het samen met andere zaken
- Bewust conceptueel onderscheid tussen wetenschap & publiek discours:
• “diversiteit en diversiteit is twee”
• Categories of practice vs categories of analysis
→ “What is good for administration may not be good for explanation” (DeWind)
Hoofdvragen binnen diversiteitsstudies (Vertovec, 2015):
- Hoe ontstaan classificaties?
- Hoe worden classificaties overgedragen, gedeeld, betwist en gereproduceerd?
- Hoe beïnvloedt classificatie interpersoonlijke interacties?
- Hoe worden de perspectieven en belangen die geassocieerd worden met bepaalde classificaties
gecombineerd?
- Hoe raken bepaalde classificaties verankerd in sociale, economische en politieke structuren
(sociale ongelijkheid)?
Multidisciplinair beantwoorden (sociologie, antropologie, sociale psychologie, politieke wetenschappen,
geografie)
Diversiteit
- Enkele assen/dimensies zijn extra salient
3
, • Want: hangen samen met ongelijkheid
• Én beschermend via anti-discriminatiewetten in BE
• Want: onderwerp van wetenschappelijke onderzoekstraditie: orthopedagogie, migration
studies, gender studies,…
- Etnische of raciale achtergrind
- Gender
- Seksuele geaardheid
- Socio-economische achtergrond
- Beperking
- Leeftijd
Categorie als filter
- Voordelen:
• Zien in de chaos
• Verminderen van complexiteit
• Noodzakelijk om (on)gelijkheid op te sporen & te monitoren
- Nadelen:
• Creëert verschillen tussen mensen
• Creëert & vergroot verschillen
• Creëert biases in onze geest
→ Categorieën als sociale constructues
- Veranderbaar
- Contextafhankelijk
- Verschil is continu, niet categoriaal
! wees je altijd bewust van intra-categorische verschillen → variatie binnen groepen veel groter dan
tussen groepen
Wie maakt de categorieën? → agency!
3 strategische manieren om categorieën te gebruiken (McCall)
1. Intercategorisch
• Complexiteit onthullen van ongelijkheid, tonen van structurele verschillen tussen groepen
2. Intracategorisch
• Giving a voice, ervaringen van specifieke (sub)groepen blootleggen
3. Anti-categorisch
• Deconstructie van categorieën
• Processen ontleden van categorisatie, uitsluiting, “othering” & stereotypering
Superdiversiteit ~ vertovec
- 20ste vs 21ste eeuw
- Kwantitatieve verandering
• Stijging van mensen met migratieachtergrond
• Vooral in grote steden
- Kwalitatieve verandering
• Veranderingen in migratiepatronen en de gevolgen daarvan voor de samenleving
• Groeiende diversiteit in de diversiteit → superdiversiteit
- Toenemende diversiteit in:
• Land van herkomst
• Migratiekanaal
4
PROF. WENDELIEN VANTIEGHEM EN PROF. CHIA LONGMAN 2025
INHOUD
1. Diversiteit als concept in de samenleving ......................................................................................2
2. Diversiteit: bestendiging van de sociale orde ..................................................................................8
2.1 Diversiteit als systeem.........................................................................................................9
2.1.1. Macroniveau ...................................................................................................................9
2.1.2. Microniveau .................................................................................................................. 11
2.1.3. Meso niveau ................................................................................................................. 12
3. Intersectionaliteit ....................................................................................................................... 14
3.1. Diversiteit? ....................................................................................................................... 14
3.2. Intersectionaliteit .............................................................................................................. 16
3.3. Intersectionaliteit: origines ................................................................................................ 17
4. Intersectionaliteit 2 .................................................................................................................... 18
4.1. Intersectionaliteit uitgediept: de academische wereld ......................................................... 18
4.2. Toepassingen.................................................................................................................... 20
5. Discriminatie en de arbeidsmarkt ................................................................................................ 22
5.1. Wat is discriminatie? ......................................................................................................... 22
5.2. Waarom discrimineren werkgevers? ................................................................................... 23
5.3. Hoe erg is discriminatie op de arbeidsmarkt? ...................................................................... 25
5.4. Bepaalt de markt de mate van discriminatie? ...................................................................... 27
6. Disability: een categorie in de schaduw ....................................................................................... 28
6.1. Normativiteit ..................................................................................................................... 28
6.2. Ondersteuningsdenken ..................................................................................................... 31
6.3. Context ............................................................................................................................ 31
6.4. Voice ................................................................................................................................ 32
7. Diversiteit meten: kwantitatief onderzoek verzoenen met intersectionaliteit .................................. 32
7.1. Intersectionaliteit .............................................................................................................. 32
7.2. Overwegingen bij kwantitatief onderzoek over diversiteit ..................................................... 33
7.3. Intersectionele methodologie ............................................................................................ 34
8. Gender en diversiteit in de praktijk............................................................................................... 37
9. Social justice ............................................................................................................................. 42
1
,Examen info
- 19 januari 13u-15u30
- Aud 3 Frans CUmont, Blandijnberg 2, Gent
- Inschrijven
- Ufora → examenvragen vorig jaar
- Open vragen
- Teksten kennen → titel, auteur en hoofdlijnen
- Hoe connecteren lessen met elkaar
- Ken de namen van de gastsprekers, weet wie welke les gaf enz → ken de structuur
- Ken namen en concepten en ook creatief, kritisch denken
1. DIVERSITEIT ALS CONCEPT IN DE SAMENLEVING
Overzicht
- Het concept diversiteit
• Diversiteitsstudies
• Categoriale vs continue benadering
- Superdiversiteit ~ Vertovec
• Multiculturalisme
- De organisatie van & omgang met diversiteit
• Exclusie, segregatie, integratie, inclusie
• Equality, equity, justice
• Universal design & redelijke aanpassingen
- Conclusie
Diversiteit
- Hot topic in
• Publieke sfeer & beleid: normatief of instrumenteel
• 1960: nieuwe sociale bewegingen
• Identiteit-gebaseerde bewegingen:
o Rechten, gelijke behandeling, symbolische erkenning,…
o Grote verandering t.a.v. wetten, beleid, attitudes
maar categoriaal
• Schift & merging naar “diversiteits”-agenda
o Van anti-discriminatie naar “vieren” van diversiteit
→ Diversiteit: ras/etniciteit, gender, klasse/SES, religie, seksuele oriëntatie, functie-
beperking, leeftijd, ervaring,…
→ Representation, provision, competition =~ diversity washing
• Maw: beleid is verschoven van gelijke rechten en anti-discriminatie naar het vieren van
diversiteit
Diversiteit in de publieke sfeer
- Representation
= streven naar de aanwezigheid van diversiteit in instituties zodat ze een weerspiegeling zijn van
de samenleving
- Competition
= inzetten van diversiteit om het marktaandeel te vergroten
→ diversity washing?
• Vooral te zien bij bedrijven
2
, • Diversity washing vertrekt vanuit een kapitalistische insteek ipv omarming van diversiteit
- Recognition
= streven naar erkenning en rechtzetting cultureel leed
• Bv: hoe omgaan met koloniale verleden
- Redistribution
= streven naar gelijktrekken historische discriminatie
• Verderzetting van recognition
• Focus op economische oneerlijkheid ervan, de herverdeling van oneerlijk afgenomen
resources
• Bv: het teruggeven van gestolen artefacten die zich nu in musea bevinden
- Provision
= gepaste ondersteuning bieden om tegemoet te komen aan de verschillende noden die mensen
hebben
• Hoe instellingen aangepast worden aan de diversiteit in de samenleving
• Meer gelinkt aan bedrijven
- Organization
= streven naar een divers team om de werking en/of prestaties te verbeteren
• Bv: rond tijd beurscrash → bedrijven met meer vrouwelijke bestuursleden minder schade
“In public discourse and policy, then, ‘diversity’ has no clear content or overall aim
(except to underline the view that ‘difference’ is OK)”
(Vertovec, 2015, p.3)
Instrumentaliteit: diversiteit gaan gebruiken om daar iets anders voor terug te krijgen
Normativiteit: diversiteit ontstaat als verschil met de norm, diversiteit is wat de norm niet is
Sociale geesteswetenschappen
- Kritisch en analytisch
• Kritisch: kijken naar waar een categorie of label vandaan komt
• Analytisch; hoe hangt het samen met andere zaken
- Bewust conceptueel onderscheid tussen wetenschap & publiek discours:
• “diversiteit en diversiteit is twee”
• Categories of practice vs categories of analysis
→ “What is good for administration may not be good for explanation” (DeWind)
Hoofdvragen binnen diversiteitsstudies (Vertovec, 2015):
- Hoe ontstaan classificaties?
- Hoe worden classificaties overgedragen, gedeeld, betwist en gereproduceerd?
- Hoe beïnvloedt classificatie interpersoonlijke interacties?
- Hoe worden de perspectieven en belangen die geassocieerd worden met bepaalde classificaties
gecombineerd?
- Hoe raken bepaalde classificaties verankerd in sociale, economische en politieke structuren
(sociale ongelijkheid)?
Multidisciplinair beantwoorden (sociologie, antropologie, sociale psychologie, politieke wetenschappen,
geografie)
Diversiteit
- Enkele assen/dimensies zijn extra salient
3
, • Want: hangen samen met ongelijkheid
• Én beschermend via anti-discriminatiewetten in BE
• Want: onderwerp van wetenschappelijke onderzoekstraditie: orthopedagogie, migration
studies, gender studies,…
- Etnische of raciale achtergrind
- Gender
- Seksuele geaardheid
- Socio-economische achtergrond
- Beperking
- Leeftijd
Categorie als filter
- Voordelen:
• Zien in de chaos
• Verminderen van complexiteit
• Noodzakelijk om (on)gelijkheid op te sporen & te monitoren
- Nadelen:
• Creëert verschillen tussen mensen
• Creëert & vergroot verschillen
• Creëert biases in onze geest
→ Categorieën als sociale constructues
- Veranderbaar
- Contextafhankelijk
- Verschil is continu, niet categoriaal
! wees je altijd bewust van intra-categorische verschillen → variatie binnen groepen veel groter dan
tussen groepen
Wie maakt de categorieën? → agency!
3 strategische manieren om categorieën te gebruiken (McCall)
1. Intercategorisch
• Complexiteit onthullen van ongelijkheid, tonen van structurele verschillen tussen groepen
2. Intracategorisch
• Giving a voice, ervaringen van specifieke (sub)groepen blootleggen
3. Anti-categorisch
• Deconstructie van categorieën
• Processen ontleden van categorisatie, uitsluiting, “othering” & stereotypering
Superdiversiteit ~ vertovec
- 20ste vs 21ste eeuw
- Kwantitatieve verandering
• Stijging van mensen met migratieachtergrond
• Vooral in grote steden
- Kwalitatieve verandering
• Veranderingen in migratiepatronen en de gevolgen daarvan voor de samenleving
• Groeiende diversiteit in de diversiteit → superdiversiteit
- Toenemende diversiteit in:
• Land van herkomst
• Migratiekanaal
4