LEREN ONDERWIJZEN
1
, 1. Het beroepsprofiel van de leraar
De leraar is een gekend beroep
→ Iedereen kent het beroep van de leraar omdat iedereen ooit leerling is geweest maar dat
beeld is niet volledig juist.
Hoe ziet de opdracht van de leraar eruit?:
+ Iedereen kent het beroep uit eigen ervaring in het onderwijs (je hebt zelf les
gekregen).
- Dat beeld is normatief (volgens wat men “hoort te doen”) en gecontextualiseerd
(afhankelijk van de school en situatie). Het komt vanuit het leerlingperspectief, dus
niet hoe het echt is om leraar te zijn.
● Dynamisch karakter: Het leraarsberoep verandert voortdurend. (De taken,
verwachtingen en rollen evolueren mee met de maatschappij, technologie en het
onderwijs.)
Beroepsprofiel van de Vlaamse leraar
→ Opgesteld door Vlaamse regering in 1996
● Beroepsprofiel voor alle leraren
○ Een ideaalbeeld van hoe een goede leraar zou moeten zijn en wat zijn/haar
opdracht inhoudt. (De verwachtingen die men heeft van leraren)
● Basiscompetenties voor 3 leraren types (kleuteronderwijs, lager onderwijs,
secundair onderwijs)
○ Kennis, vaardigheden en attitudes waarover een leraar dient te beschikken
om zijn opdracht goed te kunnen uitvoeren → deze competenties zijn
geordend in typefuncties
Basiscompetenties geordend in typefuncties
→ Deze comptenties moet je bezitten als je afstudeerd om leerkracht lager onderwijs te
worden
De leraar als:
● Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
○ Je helpt leerlingen leren en groeien op hun eigen tempo.
○ Je kiest werkvormen en activiteiten die hen motiveren.
● Opvoeder
○ Je leert kinderen omgaan met regels, waarden en respect.
○ Je zorgt voor een veilige en warme klas.
● Inhoudelijk expert
○ Je kent de leerstof goed (bv. taal, wiskunde, WO…).
○ Je kunt die kennis duidelijk uitleggen aan kinderen.
● Organisator
○ Je plant je lessen, zorgt dat alles goed verloopt in de klas.
○ Je bewaakt tijd, materiaal en klasafspraken.
● Innovator en onderzoeker
○ Je probeert nieuwe dingen uit en verbetert je lesaanpak.
○ Je leert bij en denkt kritisch na over je werk.
2
, ● Partner van ouders/verzorgers
○ Je werkt samen met ouders, houdt hen op de hoogte.
○ Je luistert en zoekt samen oplossingen.
● Lid van de schoolgemeenschap
○ Je werkt goed samen met collega’s.
○ Je draagt bij aan de visie en sfeer op school.
● Partner van externen
○ Je werkt samen met mensen buiten de school (CLB, bibliotheek,
sportclubs…).
○ Je betrekt de omgeving bij het leren.
● Lid van de onderwijsgemeenschap
○ Je neemt deel aan bredere onderwijsthema’s (vorming, beleid, vernieuwing).
○ Je blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
● Cultuurparticipant
○ Je geniet van kunst, cultuur en maatschappij.
○ Je brengt dat enthousiasme over op je leerlingen.
Domeinspecifieke leerresultatenkader
Kwaliteitscontrole in het hoger onderwijs:
● Elke opleiding moet duidelijk vastleggen wat studenten moeten kennen, kunnen
en begrijpen na afloop van de opleiding. → Die leerdoelen heten leerresultaten
(DSLR) → Omdat deze leerresultaten per opleiding geformuleerd worden spreken
we over ‘domeinspecifieke leerresultaten’
○ Ze verschillen dus per domein of opleiding (bv. lerarenopleiding,
verpleegkunde, ...).
Voor de lerarenopleiding:
● Deze leerresultaten lijken sterk op de basiscompetenties van de leraar.
● Beide beschrijven wat een beginnende leraar moet kunnen (het startniveau).
Domeinspecifieke leerresultaten die de typefuncties van de basiscompetenties
Vlaamse lerarenopleidingen samen hebben voor de leraar lager onderwijs
opgesteld voor de bachelor lager onderwijs
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als innovator/onderzoeker
onderwijs stuurt zijn functioneren bij en
innoveert aan de hand van een
systematische en kritische reflectie op de
eigen professionele praktijk vanuit relevante
theoretische denkkaders en inzichten uit
onderwijsonderzoek.
De leraar als cultuurparticipant
De Bachelor in het onderwijs: lager
onderwijs informeert zich over en denkt
kritisch en met een open geest na over
actuele thema’s en maatschappelijke
ontwikkelingen.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als begeleider van leer- en
onderwijs begeleidt autonoom en in het ontwikkelingsprocessen
Standaardnederlands leerlingen bij hun
3
, leer- en ontwikkelingsproces. Vertrekkende
vanuit de beginsituatie van de klasgroep en
de individuele leerling en de eindtermen en
leerplannen formuleert hij concrete
doelstellingen en selecteert hij de passende
leerinhouden, leermiddelen, werk- en
groeperingsvormen. Hij kiest geschikte
differentiatie-, evaluatie- en
remediëringsmethodes.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als opvoeder
onderwijs creëert een positief leer- en
leefklimaat in de klas en op school waarin
leerlingen zich kunnen ontplooien en
worden voorbereid op maatschappelijke
participatie. Hij bevordert emancipatie en
speelt gericht in op de diversiteit binnen de
leerlingengroep.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als organisator
onderwijs creëert in een complexe context
een veilige, stimulerende en werkbare
leeromgeving. Hij gaat correct om met
administratieve taken en gaat
gestructureerd te werk bij time- en
klasmanagement.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als partner van de
onderwijs benadert ouders/verzorgers als ouders/verzorgers
volwaardig partner in het klas- en
schoolgebeuren en neemt initiatieven om
hen hierbij te betrekken. Hij communiceert
doelgroepgericht en in een passend
register.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als lid van
onderwijs neemt deel aan het debat over onderwijsgemeenschap
onderwijskundige thema’s en de rol van de
leraar in de samenleving, ook in
internationaal perspectief.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als partner van externen
onderwijs legt contacten en werkt samen
met aanbieders van onderwijsbetrokken
initiatieven en andere externe partners.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als inhoudelijk expert
onderwijs beheerst de leerstof voor
Nederlands, Frans, wiskunde,
wereldoriëntatie, lichamelijke opvoeding,
muzische vorming en de
leergebiedoverschrijdende thema’s leren
leren, sociale vaardigheden en ICT en
vertaalt deze op een kritische manier in
4
1
, 1. Het beroepsprofiel van de leraar
De leraar is een gekend beroep
→ Iedereen kent het beroep van de leraar omdat iedereen ooit leerling is geweest maar dat
beeld is niet volledig juist.
Hoe ziet de opdracht van de leraar eruit?:
+ Iedereen kent het beroep uit eigen ervaring in het onderwijs (je hebt zelf les
gekregen).
- Dat beeld is normatief (volgens wat men “hoort te doen”) en gecontextualiseerd
(afhankelijk van de school en situatie). Het komt vanuit het leerlingperspectief, dus
niet hoe het echt is om leraar te zijn.
● Dynamisch karakter: Het leraarsberoep verandert voortdurend. (De taken,
verwachtingen en rollen evolueren mee met de maatschappij, technologie en het
onderwijs.)
Beroepsprofiel van de Vlaamse leraar
→ Opgesteld door Vlaamse regering in 1996
● Beroepsprofiel voor alle leraren
○ Een ideaalbeeld van hoe een goede leraar zou moeten zijn en wat zijn/haar
opdracht inhoudt. (De verwachtingen die men heeft van leraren)
● Basiscompetenties voor 3 leraren types (kleuteronderwijs, lager onderwijs,
secundair onderwijs)
○ Kennis, vaardigheden en attitudes waarover een leraar dient te beschikken
om zijn opdracht goed te kunnen uitvoeren → deze competenties zijn
geordend in typefuncties
Basiscompetenties geordend in typefuncties
→ Deze comptenties moet je bezitten als je afstudeerd om leerkracht lager onderwijs te
worden
De leraar als:
● Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
○ Je helpt leerlingen leren en groeien op hun eigen tempo.
○ Je kiest werkvormen en activiteiten die hen motiveren.
● Opvoeder
○ Je leert kinderen omgaan met regels, waarden en respect.
○ Je zorgt voor een veilige en warme klas.
● Inhoudelijk expert
○ Je kent de leerstof goed (bv. taal, wiskunde, WO…).
○ Je kunt die kennis duidelijk uitleggen aan kinderen.
● Organisator
○ Je plant je lessen, zorgt dat alles goed verloopt in de klas.
○ Je bewaakt tijd, materiaal en klasafspraken.
● Innovator en onderzoeker
○ Je probeert nieuwe dingen uit en verbetert je lesaanpak.
○ Je leert bij en denkt kritisch na over je werk.
2
, ● Partner van ouders/verzorgers
○ Je werkt samen met ouders, houdt hen op de hoogte.
○ Je luistert en zoekt samen oplossingen.
● Lid van de schoolgemeenschap
○ Je werkt goed samen met collega’s.
○ Je draagt bij aan de visie en sfeer op school.
● Partner van externen
○ Je werkt samen met mensen buiten de school (CLB, bibliotheek,
sportclubs…).
○ Je betrekt de omgeving bij het leren.
● Lid van de onderwijsgemeenschap
○ Je neemt deel aan bredere onderwijsthema’s (vorming, beleid, vernieuwing).
○ Je blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
● Cultuurparticipant
○ Je geniet van kunst, cultuur en maatschappij.
○ Je brengt dat enthousiasme over op je leerlingen.
Domeinspecifieke leerresultatenkader
Kwaliteitscontrole in het hoger onderwijs:
● Elke opleiding moet duidelijk vastleggen wat studenten moeten kennen, kunnen
en begrijpen na afloop van de opleiding. → Die leerdoelen heten leerresultaten
(DSLR) → Omdat deze leerresultaten per opleiding geformuleerd worden spreken
we over ‘domeinspecifieke leerresultaten’
○ Ze verschillen dus per domein of opleiding (bv. lerarenopleiding,
verpleegkunde, ...).
Voor de lerarenopleiding:
● Deze leerresultaten lijken sterk op de basiscompetenties van de leraar.
● Beide beschrijven wat een beginnende leraar moet kunnen (het startniveau).
Domeinspecifieke leerresultaten die de typefuncties van de basiscompetenties
Vlaamse lerarenopleidingen samen hebben voor de leraar lager onderwijs
opgesteld voor de bachelor lager onderwijs
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als innovator/onderzoeker
onderwijs stuurt zijn functioneren bij en
innoveert aan de hand van een
systematische en kritische reflectie op de
eigen professionele praktijk vanuit relevante
theoretische denkkaders en inzichten uit
onderwijsonderzoek.
De leraar als cultuurparticipant
De Bachelor in het onderwijs: lager
onderwijs informeert zich over en denkt
kritisch en met een open geest na over
actuele thema’s en maatschappelijke
ontwikkelingen.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als begeleider van leer- en
onderwijs begeleidt autonoom en in het ontwikkelingsprocessen
Standaardnederlands leerlingen bij hun
3
, leer- en ontwikkelingsproces. Vertrekkende
vanuit de beginsituatie van de klasgroep en
de individuele leerling en de eindtermen en
leerplannen formuleert hij concrete
doelstellingen en selecteert hij de passende
leerinhouden, leermiddelen, werk- en
groeperingsvormen. Hij kiest geschikte
differentiatie-, evaluatie- en
remediëringsmethodes.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als opvoeder
onderwijs creëert een positief leer- en
leefklimaat in de klas en op school waarin
leerlingen zich kunnen ontplooien en
worden voorbereid op maatschappelijke
participatie. Hij bevordert emancipatie en
speelt gericht in op de diversiteit binnen de
leerlingengroep.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als organisator
onderwijs creëert in een complexe context
een veilige, stimulerende en werkbare
leeromgeving. Hij gaat correct om met
administratieve taken en gaat
gestructureerd te werk bij time- en
klasmanagement.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als partner van de
onderwijs benadert ouders/verzorgers als ouders/verzorgers
volwaardig partner in het klas- en
schoolgebeuren en neemt initiatieven om
hen hierbij te betrekken. Hij communiceert
doelgroepgericht en in een passend
register.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als lid van
onderwijs neemt deel aan het debat over onderwijsgemeenschap
onderwijskundige thema’s en de rol van de
leraar in de samenleving, ook in
internationaal perspectief.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als partner van externen
onderwijs legt contacten en werkt samen
met aanbieders van onderwijsbetrokken
initiatieven en andere externe partners.
De Bachelor in het onderwijs: lager De leraar als inhoudelijk expert
onderwijs beheerst de leerstof voor
Nederlands, Frans, wiskunde,
wereldoriëntatie, lichamelijke opvoeding,
muzische vorming en de
leergebiedoverschrijdende thema’s leren
leren, sociale vaardigheden en ICT en
vertaalt deze op een kritische manier in
4