1
DIDACTIEK TAAL IN HET BASISONDERWIJS
INHOUD
A.TAALONTWIKKELING
1.Understanding Dyslexia in the Context of Developmental
Language Disorders
Wat is dyslexie en link met andere taal-ontwikkelingsstoornissen (DLD)?
Focus op adequate instructie 4
2.Ending the Reading Wars: Reading Acquisition from novice to
expert
phonics-gebaseerd lezen
Alfabetisch principe aanleren
Van decoderen naar vloeiend lezen
Naar begrijpend en strategisch lezen 7
3.How social contexts support and shape language development
Taalverwerving vereist: taalaanbod + sociale interactie
Invloed op taalverwerving door SES, cultuur, meertaligheid, …
Het bio-ecologische ontwikkelingsmodel (Bronfenbrenner,1979) 12
4.Sources of individual differences in the dual language
development of heritage bilinguals
Tweetalige kinderen verschillen sterk van elkaar én van eentalige kinderen in hoe ze taal
verwerven. Deze variatie komt door zowel interne factoren (zoals cognitieve vaardigheden)
als externe factoren (zoals taalaanbod thuis)
“Individual differences” (ID) benadering in onderzoek naar tweetalige ontwikkeling 16
B.EFFECTIEVE TAALDIDACTIEK
1.Spelling en expliciete instructie
Schrijven - onmiddellijke feedback - overleren - directe expliciete instructie 18
2.Changing how writing is taught
Schrijven is cognitief en sociaal proces
Hangt samen met lezen
Echte doeleinden en contexten
Motivatie, kennis van tools en strategieën, flexibiliteit in toepassen van strategieën-doelen 20
, 2
3.Children’s talk and the development of reasoning in the
classroom
TRAC-programma (teaching reasoning and collaborative activity)
nagaan of kinderen beter leren redeneren en samenwerken door expliciet aandacht te
besteden aan taalgebruik
focus op concept exploratory talk (onderzoekend gesprek) 27
4.Discussie: dysgrafie of dysdidactiek?
Grafo-motorische visie: problemen zoals verkrampt, te traag of totaal onleesbaar
handschrift vaak als motorische stoornis benaderd.
Grafo-cognitieve visie: problemen uitsluitend het gevolg van onvoldoende vormgevings-
en materiaalhanteringskennis of niet-effectieve schrijfinstructie 30
5.Effectiveness of Interventions that Foster Reading Motivation: a
Meta-analysis
Moeite met begrijpen van teksten door te weinig lezen: leesmotivatie
Het stimuleren van interesse bij leerling > grootste effect op leesmotivatie en leesbegrip
Interesse moet geprikkeld worden:
- door teksten af te stemmen op leesniveuau
- door verbanden te leggen met de echte wereld 32
6.Story Talk: woordenschatontwikkeling door gesprekken in de
kleuterklas
Professionalisering van leerkrachten
Themagebaseerde boeken
Doelgerichte woordenschatdidactiek
Spelactiviteiten waarin doelwoorden opnieuw gebruikt worden 34
7.Reading Comprehension Requires Knowledge of Words and the
World
Begrip van gesproken en geschreven taal vereist dat de lezer onuitgesproken informatie aanvult
en impliciete aannames herkent.
Fourth-grade-slump 37
C.TAALDIVERSITEIT
1.Bouwstenen voor effectieve taaltrajecten
Vertrek vanuit een meerlagig ondersteuningsmodel. 39
D.RANDVOORWAARDEN VOOR EFFECTIEF TAALONDERWIJS
1.Toegang tot drukmateriaal in gemeenschappen met lage- en
middeninkomens: een ecologische studie van vier buurten
, 3
Grote verschillen in toegang met boeken in buurten met een verschillende inkomensklasse
Hierdoor hebben kinderen uit arme buurten minder kansen om vroeg vertrouwd te raken
met geschreven taal, wat gevolgen heeft voor hun latere schoolse geletterdheid. 43
2.Knowledge to support early educators and elementary school
teachers’ engagement in family literacy and family literacy
programs
Typische geletterdheidsactiviteiten
ouders als model
volwasseneneducatie 46
3.Talenbeleid uit de kast gehaald? Onderzoek naar succesvolle
strategieën voor de implementatie van een talenbeleid
Verschil tussen strategisch, inert, papieren en willekeurig talenbeleid 49
, 4
A.TAALONTWIKKELING
1.Understanding Dyslexia in the Context of Developmental Language
Disorders
Adlof & Hogan (2018)
Doel van het artikel:
- bespreekt de taalkundige basis van dyslexie in relatie tot ontwikkelings-taalstoornissen (DLD)
- aandacht voor bredere taalvaardigheden zoals woordenschat, syntaxis en discours
1.1 Wat is dyslexie?
Dyslexie is een taalontwikkelingsstoornis die gepaard gaat met een tekortkoming in de fonologische
verwerking. Deze stoornis manifesteert zich in diverse fonologische problemen en een specifieke
leesstoornis.
Dyslexie is een probleem met lees-en spellingvaardigheden op woordniveau, die op hun beurt
worden veroorzaakt door fonologische tekorten.
Dyslexie wordt gekenmerkt door moeilijkheden met woordlezen, decoderen en spellen, die niet
verklaard kunnen worden door algemene intelligentie, zintuiglijke beperkingen of onvoldoende
onderwijs.
1.2 Lezen is meer dan woorden lezen
Leesbegrip is het product van nauwkeurig en efficiënt woordlezen en taalbegrip.
Taalbegrip omvat alle taalkundige kennis en vaardigheden die een luisteraar nodig heeft om een
voorgelezen tekst te begrijpen, waaronder woordenschat en semantische verwerking, syntaxis,
redeneren en discours.
> Onduidelijk in welke mate kinderen met dyslexie de vaardigheden in deze domeinen beheersen of
er tekorten in hebben.
1.3 Adequate leesinstructie als voorwaarde
Focus op ‘adequate instructie’ (Vellutino et al, 1996)
Nieuwe kijk op het toekenning van een label ‘reading disabled’ of dyslexie
→ Enkel leerlingen die geen vooruitgang vertonen na hoogwaardige evidence-based leesinstructie
komen in aanmerking voor diagnose -> andere groep: ervaringstekort of instructietekort.
Dyslexie diagnose wordt ondergeschikt of minder belangrijk : onvermogen om te reageren om
onderbouwde instructie wordt des te belangrijker.
Belangrijk: snelle diagnose is niet wenselijk, leren lezen is een lang proces: kinderen moeten
voldoende tijd krijgen om hun leesvaardigheid verder te ontwikkelen en om eventuele
leesmoeilijkheden te overwinnen
1.4 Relatie tussen dyslexie en DLD (Development Language Disorder)
- worden vaak met elkaar verward
DIDACTIEK TAAL IN HET BASISONDERWIJS
INHOUD
A.TAALONTWIKKELING
1.Understanding Dyslexia in the Context of Developmental
Language Disorders
Wat is dyslexie en link met andere taal-ontwikkelingsstoornissen (DLD)?
Focus op adequate instructie 4
2.Ending the Reading Wars: Reading Acquisition from novice to
expert
phonics-gebaseerd lezen
Alfabetisch principe aanleren
Van decoderen naar vloeiend lezen
Naar begrijpend en strategisch lezen 7
3.How social contexts support and shape language development
Taalverwerving vereist: taalaanbod + sociale interactie
Invloed op taalverwerving door SES, cultuur, meertaligheid, …
Het bio-ecologische ontwikkelingsmodel (Bronfenbrenner,1979) 12
4.Sources of individual differences in the dual language
development of heritage bilinguals
Tweetalige kinderen verschillen sterk van elkaar én van eentalige kinderen in hoe ze taal
verwerven. Deze variatie komt door zowel interne factoren (zoals cognitieve vaardigheden)
als externe factoren (zoals taalaanbod thuis)
“Individual differences” (ID) benadering in onderzoek naar tweetalige ontwikkeling 16
B.EFFECTIEVE TAALDIDACTIEK
1.Spelling en expliciete instructie
Schrijven - onmiddellijke feedback - overleren - directe expliciete instructie 18
2.Changing how writing is taught
Schrijven is cognitief en sociaal proces
Hangt samen met lezen
Echte doeleinden en contexten
Motivatie, kennis van tools en strategieën, flexibiliteit in toepassen van strategieën-doelen 20
, 2
3.Children’s talk and the development of reasoning in the
classroom
TRAC-programma (teaching reasoning and collaborative activity)
nagaan of kinderen beter leren redeneren en samenwerken door expliciet aandacht te
besteden aan taalgebruik
focus op concept exploratory talk (onderzoekend gesprek) 27
4.Discussie: dysgrafie of dysdidactiek?
Grafo-motorische visie: problemen zoals verkrampt, te traag of totaal onleesbaar
handschrift vaak als motorische stoornis benaderd.
Grafo-cognitieve visie: problemen uitsluitend het gevolg van onvoldoende vormgevings-
en materiaalhanteringskennis of niet-effectieve schrijfinstructie 30
5.Effectiveness of Interventions that Foster Reading Motivation: a
Meta-analysis
Moeite met begrijpen van teksten door te weinig lezen: leesmotivatie
Het stimuleren van interesse bij leerling > grootste effect op leesmotivatie en leesbegrip
Interesse moet geprikkeld worden:
- door teksten af te stemmen op leesniveuau
- door verbanden te leggen met de echte wereld 32
6.Story Talk: woordenschatontwikkeling door gesprekken in de
kleuterklas
Professionalisering van leerkrachten
Themagebaseerde boeken
Doelgerichte woordenschatdidactiek
Spelactiviteiten waarin doelwoorden opnieuw gebruikt worden 34
7.Reading Comprehension Requires Knowledge of Words and the
World
Begrip van gesproken en geschreven taal vereist dat de lezer onuitgesproken informatie aanvult
en impliciete aannames herkent.
Fourth-grade-slump 37
C.TAALDIVERSITEIT
1.Bouwstenen voor effectieve taaltrajecten
Vertrek vanuit een meerlagig ondersteuningsmodel. 39
D.RANDVOORWAARDEN VOOR EFFECTIEF TAALONDERWIJS
1.Toegang tot drukmateriaal in gemeenschappen met lage- en
middeninkomens: een ecologische studie van vier buurten
, 3
Grote verschillen in toegang met boeken in buurten met een verschillende inkomensklasse
Hierdoor hebben kinderen uit arme buurten minder kansen om vroeg vertrouwd te raken
met geschreven taal, wat gevolgen heeft voor hun latere schoolse geletterdheid. 43
2.Knowledge to support early educators and elementary school
teachers’ engagement in family literacy and family literacy
programs
Typische geletterdheidsactiviteiten
ouders als model
volwasseneneducatie 46
3.Talenbeleid uit de kast gehaald? Onderzoek naar succesvolle
strategieën voor de implementatie van een talenbeleid
Verschil tussen strategisch, inert, papieren en willekeurig talenbeleid 49
, 4
A.TAALONTWIKKELING
1.Understanding Dyslexia in the Context of Developmental Language
Disorders
Adlof & Hogan (2018)
Doel van het artikel:
- bespreekt de taalkundige basis van dyslexie in relatie tot ontwikkelings-taalstoornissen (DLD)
- aandacht voor bredere taalvaardigheden zoals woordenschat, syntaxis en discours
1.1 Wat is dyslexie?
Dyslexie is een taalontwikkelingsstoornis die gepaard gaat met een tekortkoming in de fonologische
verwerking. Deze stoornis manifesteert zich in diverse fonologische problemen en een specifieke
leesstoornis.
Dyslexie is een probleem met lees-en spellingvaardigheden op woordniveau, die op hun beurt
worden veroorzaakt door fonologische tekorten.
Dyslexie wordt gekenmerkt door moeilijkheden met woordlezen, decoderen en spellen, die niet
verklaard kunnen worden door algemene intelligentie, zintuiglijke beperkingen of onvoldoende
onderwijs.
1.2 Lezen is meer dan woorden lezen
Leesbegrip is het product van nauwkeurig en efficiënt woordlezen en taalbegrip.
Taalbegrip omvat alle taalkundige kennis en vaardigheden die een luisteraar nodig heeft om een
voorgelezen tekst te begrijpen, waaronder woordenschat en semantische verwerking, syntaxis,
redeneren en discours.
> Onduidelijk in welke mate kinderen met dyslexie de vaardigheden in deze domeinen beheersen of
er tekorten in hebben.
1.3 Adequate leesinstructie als voorwaarde
Focus op ‘adequate instructie’ (Vellutino et al, 1996)
Nieuwe kijk op het toekenning van een label ‘reading disabled’ of dyslexie
→ Enkel leerlingen die geen vooruitgang vertonen na hoogwaardige evidence-based leesinstructie
komen in aanmerking voor diagnose -> andere groep: ervaringstekort of instructietekort.
Dyslexie diagnose wordt ondergeschikt of minder belangrijk : onvermogen om te reageren om
onderbouwde instructie wordt des te belangrijker.
Belangrijk: snelle diagnose is niet wenselijk, leren lezen is een lang proces: kinderen moeten
voldoende tijd krijgen om hun leesvaardigheid verder te ontwikkelen en om eventuele
leesmoeilijkheden te overwinnen
1.4 Relatie tussen dyslexie en DLD (Development Language Disorder)
- worden vaak met elkaar verward