Samenvatting spieren

SPIEREN BOVENSTE LIDMAAT

SPIER OORSPRONG AANHECHTING FUNCTIE BEZENUWING
M. trapezius Pars descendens : Pars descendens : Geheel : fixeert n. accessorius
- Linea nuchae sup ( med 1/3 ) - Clavicula, achterste schouderblad en + n. ventralis
- Protuberentia occipitalis externa boord, lat 1/3 controleert positie en van takjes van
- Lig. Nuchae Pars transversa : bewegingen van het bot plexus
Pars transversa : - Med boord acromion in verband met cervicalis
- Onderste deel lig. Nuchae - Bovenste boord, lat armbewegingen
- Proc spinosi en lig supraspinale C6-Th3 deel spina scapulae Pars descendens :
Pars ascendens : Pars ascendens : Fixatie clavicula
- Proc spinosi en lig supraspinale Th2-Th12 - Aangrenzende deel - Bilateraal, extensie
spina scapulae, hoofd en hals
bovenste boord - Unilateraal,
extensie, homolat
lateroversie en
heterolaterale
rotatie hoofd en
hals
Fixatie hoofd : elevatie
scapula
Pars transversa : retractie
scapula
Pars ascendens : fixatie
wervelkolom, depressie
scapula
Pars desc en asc : exo
scapula
M. Major : Major : tss trigonum spinae Elevatie, endorotatie en n. dorsalis
Rhomboidei - Proc spinosi en lig supraspinale T1-T5 en angulus inferior lichte retractie scapula scapulae
Minor : Minor : thv trigonum spinae
- Onderste deel lig nuchae
- Proc spinosi C7-T1
M. Levator Proc transversi C1-C2 Margo medialis scapulae : tss Elevatie scapula n. dorsalis
scapulae Proc transversi C3-C4, tubercula posteriora trigonum spinae en angulus scapula +
superior takjes plexus
cervicalis
M. latissimus Pars vertebralis : Sulcus intertubercularis Gefixeerde romp : add, n.
dorsi - Proc spinosi T7-T12 humeri retroflex, endo arm thoracodorsalis
Pars iliaca : Gefixeerde humerus : C6-C8

, - Via lamina superf van fascia opheffen, voorwaarts
thoracolumbalis aan proc spinosi en lig zwaaien romp
supraspinale L1-L5 Bij geforceerde
- Sacrum ademhalingsbewegingen (
- Achterse 1/3 lab ext, crista iliaca hoesten, niezen )
Pars costalis :
- 3 à 4 onderste ribben ( bovenrand +
buitenvlak )
M. Pectoralis Pars clavicularis : Crista tuberculi majoris - Fixatie thorax  Nervi
major - Mediale ½ a 2/3 deel voorvlak clavicula Vezels vormen 2 lagen die antreflex, add, endo pectorales
Pars sternocostalis : naar distaal samensmelten arm
- Membrana sterni en proximaal U-vormige zak Bij endo vnl
- Ribkraakbeenderen 2e-6e rib vormen neutraliserende werkening
Pars abdominalis :  Voorste laag = clav van latissimus dorsi
- Bovenste deel rectusschede deel ( belet dat arm
 Achterste laag = retrofelxteert gedurende
onderste sternocostaal endo van latissimus )
en abdominaal deel
 Bovenste laag = - Gefixeerde
sternocostaal deel, opgeheven arm :
basis opwaarts en
voorwaarts heffen
romp
- Actief bij
geforceerde
ademhaling, armen
steunen
M. pectoralis Costa 3,4,5 ( soms 2,3,4 ), buitenvlak, bovenste Proc coracoïdeus, bovenvlak, Gefix ribben : scapula Nervi
minor boord med boord vooroverkantelen pectorales
Fascia mm. Intercostalis externi Gefix schouderblad :
ribben opheffen 
hulpademhalingsspier
M. subclavius Kraakbeen costa 1 en aangrenzend benig deel Ondervlak clavicula ( mid Sleutelbeen naar caudaal, n. subclavius
1/3 ) mediaal ( steun op rib )
Stabilisatie
sternoclaviculair gewricht
( shuntspier)
M. Serratus Pars superior : costa 1 en 2, buitenvlak en Alles aan costaal vlak Steun op thorax : exo n. thoracicus
anterior craniale boord Pars superior : angulus scapula ( pars inf ), longus
Pars media : costa 2 en 3, idem superior scapulae protractie scapula ( partes