BASISVERPLEEGKUNDE 2: THEORIE
HOOFDSTUK 1: BASISPRINCIPES
Algemene basisprincipes van het verpleegkundig handelen
Alle stappen zijn belangrijk voor het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden. Het is nodig om een mooi
pad te bewandelen! Je moet praktijk en theorie samen integreren. We gaan ons de vraag stellen ‘WAAROM we
iets doen?
Hygiëne/ steriliteit
- Preventie v besmetting v/d ZV: overbrengen v kiemen
- Preventie v kruisbesmetting
- Emotionele/ niet-rationele elementen
o Handhygiëne (Bv. washandje voor voeten)
Algemene regels:
• Contact vermijden m besmettingsbron (direct/ indirect)
• Vermijden dat kiemen verspreiden
• Lucht = belangrijkste verspreidingsweg
Zorgen voor een goede handhygiëne is uiterst belangrijk, o.a. i/h kader van preventie van kruisinfectie.
Beleving
o Elke gebeurtenis die iemand meemaakt/ gevoelens
o Opwekken van neg. gevoelens kan soms onvermijdelijk zijn
o Betekenis die een gebeurtenis heeft kan helpen neg. gevoelens relativeren
o Verzorgd worden kan pos. en neg. zijn
Vaak voorkomende problemen
Angst voor het onbekende
▪ Verloop van onderzoeken en behandelingen niet kennen
▪ Bij onwetendheid: slechte hypothese uitgaan
▪ Voor VPK: moeilijk om onbekend altijd te realiseren
▪ Steeds informeren, vermijd vakjargon…
Angst en ongenoegen t.g.v. het verstoren van de privacy
- Privacy: alleen vertrouwde of vertrouwenspersonen toelaat
- Ruimtelijke aspecten: kamer
- Symbolische aspecten: inkomen, ontlasting
Hoe respect tonen voor privacy?
• Toelating vragen om kamer binnen te komen
• Niet meer ontbloten dan nodig
• ZV afschermen van anderen
• Afstand houden
• Geen persoonlijke info doorgeven
o Gordijn, beletlichtje
,Zelfzorg en inspraak
o Afhankelijke positie door ziekte
o Vreemd milieu gekomen
o Weinig weten van behandelingen…
Zoveel mogelijk impact door ZV zelf dingen te laten doen en zelf laten beslissen
▪ Planning van zorg: verschillende alternatieven
▪ Keuze van moment voor uitvoering: goed moment
▪ Uitvoering van zorg: warm/ koud water
Veiligheid
- Procedures houden risico’s in
- Zorg wordt uitgevoerd om specifieke gevaren te voorkomen
- Systematische rapportage
- Communicatie essentieel
- ID controleren
Comfort
- Houding: ontspannen is aangewezen, voldoende steun
- Temperatuur: niet te koud/ te warm, afdekken
- Lawaai: geluiden verhinderen, muziek afleiden
- Interpersoonlijke sfeer: gespannen relaties vermijden, echtheid en vertrouwen
Ergonomie
= studiegebied dat menselijke activiteiten bestudeert in hun materiële vormgeving, daarbij de aandacht
toespitsend op de aanpassing van het werk aan de eigenheid van de mens
- Materiaal dichtbij hebben
- Manutentie
Economie/ecologie
Kies voor juiste materialen, voor de juiste hoeveelheid, middelen zijn schaars…
HOOFDSTUK 2: RUST EN SLAPEN
Slaap = periode waar het bewustzijn daalt en er lichamelijke inactiviteit is
1/3 van onze tijd brengen we al slapend door
Hormonale factoren spelen rol => alles wordt gereguleerd door hersenen (hypothalamus, opperbevelhebber
hormonen)
Slaapfysiologie
Slaap = heel actief en geprogrammeerd proces v neurofysiologische activiteit, gestuurd v/d hersenen m/a/d het
op orde brengen v/h geheugen, h metabolisme en h instellen v fysiek en psychisch herstel.
Slaap/ waakmechanisme bestuurt => nucleus suprachiasmaticus (t.h.v hypothalamus)
Mens: eigen biologische klok die fysiologische activiteiten reguleert
De lichaamsfuncties schommelen en volgen een patroon waarbij 1 cyclus tussen 24u – 48u duurt. Verschillend
van persoon tot persoon => circadiaans ritme
,Serotonine (blootstelling aan zon) wordt overdag aangemaakt en in de avond omgezet tot melatonine => slaperig
Wakker worden door licht dat op netvliezen schijnt.
Nachtrust = gezond, essentieel voor gezondheid
Slapen: vast patroon
- 4/5 opeenvolgende cycli
- 1 cyclus: 90 – 120 minuten
- Elke cyclus: 5 stadia
- Eerste 4 = non-REM-slaap: sluimer – lichte slaap – matig diepe slaap – zeer diepe slaap (herstel van
lichamelijke activiteit)
- 5de stadium: REM-slaap of paradoxale slaap (neemt van duur toe als de nacht vordert), dromen, (herstel
van psychische activiteit)
- Tussen REM en non-REM: fractie van sec wakker
Hypnogram: weergave van verschillende slaapfases van 1 nacht
Slaappatroon gemeten: EEG (hersenactiviteit): Electro-encefalogram, EMG (spieractiviteit): Electromyogram en
EOG (oogactiviteit): Electro-oculogram
REM-slaap: rapid eye movement: veel oog/hersen activiteit
Factoren die welbevinden, rust en slaap beïnvloeden
Inslapen en slaappatroon is individueel verschillend omwille van diverse factoren:
- Vaste gewoonten: slaapritueel of gedragspatronen
- Leeftijd: hoe jonger, hoe meer slaap
- Fysieke toestand: opgroeiende kinderen, zwangere vrouwen, zieken, ouder: meer dutjes
Specifieke factoren:
• Overmatige hoeveelheid prikkels: spanningen
• Onvoldoende inspanning en beweging
• Honger en overdadige maaltijden
• Lawaai en andere rustverstoring: wordt onderzocht een deur openen, binnen komen, parameters
nemen, monitors
• Ongemak & pijn
• Alcohol
• Medicatiegebruik: therapeutische behandelingen
Combinatie v vermoeidheid en psychische symptomen = PICS = Post Intensive Care Syndroom
, Slaaptekort
Gevolgen van slaaptekort: nervositeit, irritatie, angst, apathie, gestoorde gedachtegang
REM-slaap tekort: adrenaline niet op juiste ogenblik in bloedbaan, afname v vitaliteit, moeheid, verminderde
concentratie
=> organisme probeert om psychisch herstel te realiseren en gebrek aan groeihormoon op te vangen
Pubers: weekend best uitslapen: gemiste slaap in te halen => niet doen: chronisch slaaptekort: leermoeilijkheden
en gedragsproblemen
Polysomnografie: onderzoek naar slaapstructuur, bij aanhoudende klachten rond inslapen… => 1 nacht in
ziekenhuis: diverse facetten registreren en maken videoregistratie => resultaten => bepaalde behandeling
Classificatie van slaap- en waakstoornissen
Insomnieën
= DIMS = disorders of initiating and maintaining sleep
= Meest voorkomende groep v stoornissen: inslaap en/of doorslaapmoeilijkheden
Hypersomnieën
= DOES = disorders of excessive somnolence
= Groep v stoornissen gekenmerkt door overmatige behoefte aan slaap
= Slaapzucht, na hoofdtrauma of obstructieve slaapapneu
Stoornissen van het slaap- en waakritme
= Slapen en waken verlopen niet volgens een 24-uurs patroon
= Onevenwicht tussen het eigen circadiaans ritme en het slaap-waakritme vereist door omgeving/sociale of
beroepsmatige omstandigheden
Parasomnieën
= Treden op of verergeren TIJDENS de slaap (somnambulisme, pavor nocturnus)
Symptomen van slaap- en waakstoornissen
Psychofysiologische insomnia
= een toestand van “verhoogde opwinding en aangeleerde associaties die de slaap verhinderen , die resulteren in
een klacht over slapeloosheid en de daarmee gepaard gaande verminderde functionaliteit tijdens het waken
= Klagen van slapeloosheid
= Vlug wakker/ moeilijk in slaap
= Medicatie helpt weinig, niet uitgerust
Oorzaken: stressvolle omstandigheden, piekeren
Narcolepsie
= Neurologische afwijking die gekenmerkt wordt door perioden van onweerstaanbare slaap en slaapstoornissen
in het algemeen
= Hypnagoge hallucinaties en nachtelijke verlammingen
HOOFDSTUK 1: BASISPRINCIPES
Algemene basisprincipes van het verpleegkundig handelen
Alle stappen zijn belangrijk voor het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden. Het is nodig om een mooi
pad te bewandelen! Je moet praktijk en theorie samen integreren. We gaan ons de vraag stellen ‘WAAROM we
iets doen?
Hygiëne/ steriliteit
- Preventie v besmetting v/d ZV: overbrengen v kiemen
- Preventie v kruisbesmetting
- Emotionele/ niet-rationele elementen
o Handhygiëne (Bv. washandje voor voeten)
Algemene regels:
• Contact vermijden m besmettingsbron (direct/ indirect)
• Vermijden dat kiemen verspreiden
• Lucht = belangrijkste verspreidingsweg
Zorgen voor een goede handhygiëne is uiterst belangrijk, o.a. i/h kader van preventie van kruisinfectie.
Beleving
o Elke gebeurtenis die iemand meemaakt/ gevoelens
o Opwekken van neg. gevoelens kan soms onvermijdelijk zijn
o Betekenis die een gebeurtenis heeft kan helpen neg. gevoelens relativeren
o Verzorgd worden kan pos. en neg. zijn
Vaak voorkomende problemen
Angst voor het onbekende
▪ Verloop van onderzoeken en behandelingen niet kennen
▪ Bij onwetendheid: slechte hypothese uitgaan
▪ Voor VPK: moeilijk om onbekend altijd te realiseren
▪ Steeds informeren, vermijd vakjargon…
Angst en ongenoegen t.g.v. het verstoren van de privacy
- Privacy: alleen vertrouwde of vertrouwenspersonen toelaat
- Ruimtelijke aspecten: kamer
- Symbolische aspecten: inkomen, ontlasting
Hoe respect tonen voor privacy?
• Toelating vragen om kamer binnen te komen
• Niet meer ontbloten dan nodig
• ZV afschermen van anderen
• Afstand houden
• Geen persoonlijke info doorgeven
o Gordijn, beletlichtje
,Zelfzorg en inspraak
o Afhankelijke positie door ziekte
o Vreemd milieu gekomen
o Weinig weten van behandelingen…
Zoveel mogelijk impact door ZV zelf dingen te laten doen en zelf laten beslissen
▪ Planning van zorg: verschillende alternatieven
▪ Keuze van moment voor uitvoering: goed moment
▪ Uitvoering van zorg: warm/ koud water
Veiligheid
- Procedures houden risico’s in
- Zorg wordt uitgevoerd om specifieke gevaren te voorkomen
- Systematische rapportage
- Communicatie essentieel
- ID controleren
Comfort
- Houding: ontspannen is aangewezen, voldoende steun
- Temperatuur: niet te koud/ te warm, afdekken
- Lawaai: geluiden verhinderen, muziek afleiden
- Interpersoonlijke sfeer: gespannen relaties vermijden, echtheid en vertrouwen
Ergonomie
= studiegebied dat menselijke activiteiten bestudeert in hun materiële vormgeving, daarbij de aandacht
toespitsend op de aanpassing van het werk aan de eigenheid van de mens
- Materiaal dichtbij hebben
- Manutentie
Economie/ecologie
Kies voor juiste materialen, voor de juiste hoeveelheid, middelen zijn schaars…
HOOFDSTUK 2: RUST EN SLAPEN
Slaap = periode waar het bewustzijn daalt en er lichamelijke inactiviteit is
1/3 van onze tijd brengen we al slapend door
Hormonale factoren spelen rol => alles wordt gereguleerd door hersenen (hypothalamus, opperbevelhebber
hormonen)
Slaapfysiologie
Slaap = heel actief en geprogrammeerd proces v neurofysiologische activiteit, gestuurd v/d hersenen m/a/d het
op orde brengen v/h geheugen, h metabolisme en h instellen v fysiek en psychisch herstel.
Slaap/ waakmechanisme bestuurt => nucleus suprachiasmaticus (t.h.v hypothalamus)
Mens: eigen biologische klok die fysiologische activiteiten reguleert
De lichaamsfuncties schommelen en volgen een patroon waarbij 1 cyclus tussen 24u – 48u duurt. Verschillend
van persoon tot persoon => circadiaans ritme
,Serotonine (blootstelling aan zon) wordt overdag aangemaakt en in de avond omgezet tot melatonine => slaperig
Wakker worden door licht dat op netvliezen schijnt.
Nachtrust = gezond, essentieel voor gezondheid
Slapen: vast patroon
- 4/5 opeenvolgende cycli
- 1 cyclus: 90 – 120 minuten
- Elke cyclus: 5 stadia
- Eerste 4 = non-REM-slaap: sluimer – lichte slaap – matig diepe slaap – zeer diepe slaap (herstel van
lichamelijke activiteit)
- 5de stadium: REM-slaap of paradoxale slaap (neemt van duur toe als de nacht vordert), dromen, (herstel
van psychische activiteit)
- Tussen REM en non-REM: fractie van sec wakker
Hypnogram: weergave van verschillende slaapfases van 1 nacht
Slaappatroon gemeten: EEG (hersenactiviteit): Electro-encefalogram, EMG (spieractiviteit): Electromyogram en
EOG (oogactiviteit): Electro-oculogram
REM-slaap: rapid eye movement: veel oog/hersen activiteit
Factoren die welbevinden, rust en slaap beïnvloeden
Inslapen en slaappatroon is individueel verschillend omwille van diverse factoren:
- Vaste gewoonten: slaapritueel of gedragspatronen
- Leeftijd: hoe jonger, hoe meer slaap
- Fysieke toestand: opgroeiende kinderen, zwangere vrouwen, zieken, ouder: meer dutjes
Specifieke factoren:
• Overmatige hoeveelheid prikkels: spanningen
• Onvoldoende inspanning en beweging
• Honger en overdadige maaltijden
• Lawaai en andere rustverstoring: wordt onderzocht een deur openen, binnen komen, parameters
nemen, monitors
• Ongemak & pijn
• Alcohol
• Medicatiegebruik: therapeutische behandelingen
Combinatie v vermoeidheid en psychische symptomen = PICS = Post Intensive Care Syndroom
, Slaaptekort
Gevolgen van slaaptekort: nervositeit, irritatie, angst, apathie, gestoorde gedachtegang
REM-slaap tekort: adrenaline niet op juiste ogenblik in bloedbaan, afname v vitaliteit, moeheid, verminderde
concentratie
=> organisme probeert om psychisch herstel te realiseren en gebrek aan groeihormoon op te vangen
Pubers: weekend best uitslapen: gemiste slaap in te halen => niet doen: chronisch slaaptekort: leermoeilijkheden
en gedragsproblemen
Polysomnografie: onderzoek naar slaapstructuur, bij aanhoudende klachten rond inslapen… => 1 nacht in
ziekenhuis: diverse facetten registreren en maken videoregistratie => resultaten => bepaalde behandeling
Classificatie van slaap- en waakstoornissen
Insomnieën
= DIMS = disorders of initiating and maintaining sleep
= Meest voorkomende groep v stoornissen: inslaap en/of doorslaapmoeilijkheden
Hypersomnieën
= DOES = disorders of excessive somnolence
= Groep v stoornissen gekenmerkt door overmatige behoefte aan slaap
= Slaapzucht, na hoofdtrauma of obstructieve slaapapneu
Stoornissen van het slaap- en waakritme
= Slapen en waken verlopen niet volgens een 24-uurs patroon
= Onevenwicht tussen het eigen circadiaans ritme en het slaap-waakritme vereist door omgeving/sociale of
beroepsmatige omstandigheden
Parasomnieën
= Treden op of verergeren TIJDENS de slaap (somnambulisme, pavor nocturnus)
Symptomen van slaap- en waakstoornissen
Psychofysiologische insomnia
= een toestand van “verhoogde opwinding en aangeleerde associaties die de slaap verhinderen , die resulteren in
een klacht over slapeloosheid en de daarmee gepaard gaande verminderde functionaliteit tijdens het waken
= Klagen van slapeloosheid
= Vlug wakker/ moeilijk in slaap
= Medicatie helpt weinig, niet uitgerust
Oorzaken: stressvolle omstandigheden, piekeren
Narcolepsie
= Neurologische afwijking die gekenmerkt wordt door perioden van onweerstaanbare slaap en slaapstoornissen
in het algemeen
= Hypnagoge hallucinaties en nachtelijke verlammingen