BEREIDINGEN
Door farmaceutische industrie:
• Specialiteit, innovator product, generieken
Door (ziekenhuis)apotheker:
• Officinale bereiding
o Volgens samenstelling en bereidingswijze
o Opgenomen in de farmacopee
o Apotheker maakt deze bereiding in een grote hoeveelheid (en verdeelt het dan
over bv verschillende potjes)
• Magistrale bereidingen
o Ex tempore bereiding
o Door apotheker klaargemaakt voor indiv. patiënt o.b.v. voorschrift arts
o Keuze hulpstoffen door apotheker ifv voorgeschreven GM
o Bereiding ‘secundum artem’
BELANG VAN OFFICINALE/MAGISTRALE BEREIDINGEN DOOR APOTHEKER
Individualiseren van de therapie: voldoen aan specifieke eisen van patiënt (<-> commerciele
preparaten hebben als doelgroep grote patientengroepen)
• Alternatieve doseringsvorm
o Bv ouderen met slikproblemen / kinderen: tablet → vloeibare vorm
o Bv patient met nausea: tablet → suppo
• Aanpassen GM-dosis
o Bv kinderen : tablet → pletten → verdunnen → gélatine capsule
• TPN : inname van proteinen/suikers afhv lichaamsgewicht en behoeften van de patient
o Cytostatica: dosis afhankelijk vna lichaamsgewicht, type tumor
o Verminderde nierfunctie (geriatrie)
• Zeldzame ziekte
• Gebruik van andere hulpstoffen
o Bv overgevoeligheid → kleurstof of bewaarmiddel-vrije vorm
o Bv belang van basis (dermatologie)
• In-situ bereiding om stabiliteit te verzekeren
o Bv in geval van beperkte houdbaarheid van de finale doseringsvorm (bv
antibiotica siroop: apotheker doet op moment van verkoop dop eraf en doet er
water bij, indien al in de fabriek gedaan, zou het API al weg zijn)
• Andere basis verhogen GM-penetratie in dermatologie
• Combineren van GM in één vorm (dermatologie)
• Stopzetten commerciële productie
→ Bereiden is de kerntaak van de apotheker
3
,Verantwoordelijkheid apotheker (kwaliteitsgarantie bieden)
• De apothekers moeten zelf de geneeskundige voorschriften uitvoeren, de
farmaceutische samenstellingen en andere GM bereiden en ter hand stellen. Onder
hun verantwoordelijkheid mogen zij zich echter laten bijstaan door helpers op wie zij
een rechtstreeks en werkelijk toezicht uitoefenen en wier aantal in geen geval
• drie per in de officina aanwezige apothekers mag overschrijden.
• De apotheker is verantwoordelijk voor de hoedanigheid en de conformiteit van de
geneesmiddelen die hij aflevert, m.a.w. zowel de bereidingen als de specialiteiten +
zowel de GM die hijzelf aflevert als de GM die door zijn helpers
• worden afgeleverd onder zijn rechtstreeks en werkelijk toezicht
Opdracht apotheker: op een kwalitatieve manier bereiden van een (chemisch en fysisch)
stabiele doseringsvorm die aan alle kwaliteitscriteria voldoet en die de therapeutische
efficiëntie van het geneesmiddel waarborgt
ALGEMENE FLOW-CHART VOOR OFFICINALE/MAGISTRALE BEREIDINGEN
1. document volledig lezen + geldigheid nagaan
2. opsporen fouten: dosis (giflijsten, patiënt), posologie, interacties→ arts contacteren
3. selectie hulpstoffen ifv GM, doseringsvorm en toedieningsroute
4. kwalitatief en kwantitatief nauwkeurig afmeten/afwegen
5. bereiden secundum artem
6. selectie verpakking (→ stabiliteit, therapietrouw)
7. etiket (posologie, bewaarcondities, bewaartermijn)
a. belang van correcte berekeningen! (oefeningen + examen)
b. belang van correct afwegen (calibratie/controle balans, gevoeligheid balans)
c. specifieke terminologie/afkortingen: zie practicum
4
, 2. BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID
DEFINITIE
= maat voor de hoeveelheid onveranderd geneesmiddel (API) die de algemene circulatie
bereikt en de tijd waarin dit proces plaatsvindt
• fractie van de dosis van het API die onveranderd de algemene circulatie bereikt
• snelheid en mate van GM-absorptie uit een toedieningsvorm
Effect van een geneesmiddel is afhankelijk van de plasmaconcentraties: in bloedplasma kan
een geneesmiddel gebonden of vrij voorkomen
1. Er wordt ergens in het lichaam een geneesmiddel toegediend volgens een bepaalde
toedieningswijze
o Bv oraal in de mond, topicaal op de huid, via druppels in het oog…
2. Het geneesmiddel wordt geabsorbeerd tot in het bloed
o Opm: er kan ook een intraveneuze injectie als toedieningsvorm zijn, waardoor het
rechtstreeks tot in het bloed
3. Vrije beweging van het geneesmiddel in het bloed of binding met andere zaken zoals
proteïnen en carriers in het bloed
4. Distributie doorheen het lichaam
5. Aankomst op de targetsite voor uitvoeren van klinisch effect
o Opm: het geneesmiddel kan ook op andere (ongewenste) plaatsen terechtkomen
maar daar dan een ander (negatief) effect hebben (bijwerkingen)
6. Verwijdering en eliminatie van de stof via verschillende wegen (gemetaboliseerd tot een
ander product of onveranderd)
Hulpstoffen
• Stabiliteit API
• Technologische aspecten
• Uitzicht / aanvaardbaarheid
• Gewenst biofarmaceutisch profiel (biologische beschikbaarheid)
5
,GM-VRIJSTELLING UIT VORM
Concentratie / procentuele vrijstelling ifv de tijd
PLASMACONCENTRATIE-TIJDSPROFIELEN
• Bepalen van biologische beschikbaarheid
• De duur van de werking en circulatie van een geneesmiddel (≈ de biologische
beschikbaarheid) kan beïnvloed worden door het gebruik van bepaalde hulpstoffen of
een bepaalde bereidings-/toedieningswijze en kan gevolgd worden via een
plasmaconcentratie-profiel dat de concentratie aan geneesmiddel in het plasma
weergeeft in functie van de tijd
Voorbeeld:
•Geneesmiddel A en B bevatten dezelfde dosis aan
actief geneesmiddel
• A: snelle toename van GM in bloedplasma,
gevolgd door snelle afname → binnen het uur zit
alles in de circulatie
• B: tragere toename van GM in plasma, gevolgd
door trage afname → na 6 uur zit alles in de
circulatie
➔ Vormen van dezelfde hoeveelheid
geneesmiddel/actieve stof zijn niet noodzakelijk therapeutisch equivalent
6
,FARMACOKINETISCHE PARAMETERS OM BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID TE BEPALEN
• Cmax: de maximale plasmaconcentratie die bereikt wordt (piek van de curve)
• Tmax: het tijdstip waarop de maximale plasmaconcentratie bereikt wordt
• AUC (area under the curve): de duur dat het geneesmiddel in de circulatie aanwezig is
en dus zijn activiteit kan uitvoeren (uitgedrukt in µg/L*uur)
Absorptiesnelheid + hoeveelheid GM in algemene circulatie is afhankelijk van:
• Doseringsvorm
o Bv oplossing vs tablet vs injectie (bv first pass)
• Hulpstoffen
o Bv tablet + lubrifieermiddel: effect inerte hulpstoffen
• Bereidingswijze
o Bv compressiedruk tabletten verlengen desintegratie
! biologische beschikbaarheid is niet farmaceutische beschikbaarheid (de fractie van
onveranderd geneesmiddel dat uit de geneesmiddelenvorm komt en die ter beschikking is voor
absorptie/vermogen van een toedieningsvorm om GM in vitro af te geven)
7
, Therapeutische range: het verschil tussen MTC en MEC
• MTC: minimale toxische concentratie
o Concentratie aan actief geneesmiddel waarboven het toxische effecten zal
geven
• MEC: minimale effectieve concentratie
o Concentratie aan actief geneesmiddel waarboven het effect zal hebben
• Hoe dichter deze twee waarden bij elkaar liggen, hoe nauwer de therapeutische range
is, hoe moeilijker en belangrijker het is om nauwkeurig daartussen te liggen
Voorbeelden
Formulatie A Formulatie A
• Snel bereik van Cmax met Tmax van 1u • GM zal snel effectief zijn tussen een
• Tussen 1 en 3u ligt de cocnentratie half uur en 6u
boven de MEC → GM is 2u effectief • Toxisch tussen 1 en 3 u → niet goed
Formulatie B Formulatie B
• Veel trager naar Cmax met Tmax van 4u • Duurt lang vooraleer het de MEC
• Concentratie komt niet aan MEC, dus bereikt (2u), maar blijft wel lang
GM heeft geen effect en werkt dus niet aanhouden tot 10u
• Geen toxische effecten
8