Inhoudstafel.
1. Verleden…………………………………………………………………………………………………………………………………….
1.1 Inleiding………………………………………………………………………………………………………………………………..
1.2 Periode 1830-1962………………………………………………………………………………………………………………….
1.3 Periode 1962-1999………………………………………………………………………………………………………………….
1.4 Periode 1999-2009+....................................................................................................
2. Heden…………………………………………………………………………………………………………………………………………
2.1 Vanaf 2009 - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)............................................
2.2 Codextrein & Instrumentendecreet…………………………………………………………………………………….
3. Toekomst……………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Belangrijke afbeeldingen………………………………………………………………………………………………………….
1. Verleden.
1.1 Inleiding.
- België kende lange tijd geen echt stedenbouwkundig beleid.
- Meer dan 130 jaar tolerant bouwbeleid -> Tegen 1960 bijna onbewoonbaar.
- Verlies van kwaliteit van stad, dorp en landschap.
- Grond werd vroeger gezien als consumptiegoed.
- Eigenaar mocht vrij bouwen en winst maken.
- Wetgeving rond ruimtelijke ordening (RO) beperkt deze vrijheid.
- In functie van het algemeen belang.
1.2 Periode 1830-1962.
Algemeen:
- Weinig concrete regelgeving tot WOII.
- Besluitwet van 1946:
- Gemeentelijke plannen.
- Bouwvergunningen.
- Sommige plannen zijn theoretisch vandaag nog geldig.
, Na WOII: Woningnood:
- ± 150.000 beschadigde woningen.
- Tekort van ± 250.000 woningen (1945).
- Nieuw woonbeleid pas vanaf 1948 (politieke spanningen).
Belangrijke wetten na WOII:
1. Wet De Taeye (1948):
- Stimuleert eigendomsverwerving.
- Premies + staatswaarborg voor leningen.
- Strenge eisen: Oppervlakte, comfort, indeling.
- Gevolg: Gespreide verstedelijking, verkavelingen & lintbebouwing in Vlaanderen.
2. Wet Brunfaut (1949):
- Gericht op lagere inkomens.
- Bouw van sociale huurwoningen.
- Oprichting Nationaal Fonds voor de Huisvesting.
- Staat voorziet wegeninfrastructuur.
- Focus op collectieve sociale woningbouw.
3. Wet op de krotopruiming (1953):
- Ontstaan uit angst voor epidemieën.
- Sanering van verkrotte wijken.
- Sociale huisvestingsmaatschappijen bouwen opnieuw.
- Deel van nieuwe woningen voor oorspronkelijke bewoners.
- Vooral in dichtbevolkte stadswijken.
1.3 Periode 1962-1999.
1. Wet van 29 maart 1962 (Eerste echte stedenbouwwet).
Belangrijkste principes:
- RO onder toezicht van de staat.
- Gemeenten:
- Maken plannen van aanleg.
- Verlenen bouw- en verkavelingsvergunningen.
- Rijk: Maakt streek- en gewestplannen.
- Provincie: Adviserende rol.
- RO is een zaak van de gemeenschap.
- Mogelijkheid tot onteigening voor algemeen nut.