INHOUD
ropeskipping in school & club .........................................................................................................2
single rope ......................................................................................................................................2
double dutch....................................................................................................................................8
aanvulling ropeskipping in het onderwijs...................................................................................... 10
introductie tot spring coördinatie .................................................................................................... 10
single rope & groot enkeltouw ........................................................................................................ 10
double dutch.................................................................................................................................. 10
didactisch handelen van de aspirant-initiator ............................................................................... 11
de aspirant-initiator ........................................................................................................................ 11
de aanpak ..................................................................................................................................... 13
de context ..................................................................................................................................... 15
1
Vrijetijdseducatie - ropeskipping
,ROPESKIPPING IN SCHOOL & CLUB
SINGLE ROPE
Juiste lengte touw → op touw gaan staan, handvatjes moeten tot onder oksels reiken
1st in touw leren springen
o Leert snelheid inschatten & kijken wanneer hij moet springen
o Lukt → met 1 hand meedraaien
Uitgangspositie: touw achter de springer op de grond & handen op heuphoogte
Gevorderde springen enkele cm’s hoog & draaien vanuit de polsen
Op ≠ manieren uitvoeren:
o Met tussensprong
o Met enkelsprong
o Met dubbelsprong
o Met triple, quadruple…sprong
Aanleren van een trick:
1) Globale beweging 1st voorgedaan
2) Trick uitvoeren zonder touw
3) Starten vanuit uitgangspositie & trick uitvoeren bij 1ste sprong
4) Trick na # enkelsprongen uitvoeren
Tricks voor beginnelingen
Skiër: de springer springt afwisselend van rechts naar links & draait zijn hielen naar voren bij
elke landing, waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Bell: de springer springt afwisselend naar voor en achter, waarbij het touw 1x ronddraait per
sprong
Side straddle: de springer springt afwisselend met de benen zw open & toe, waarbij het touw
1x ronddraait per sprong
Wounded duck: de springer springt afwisselend met de knieën naar binnen & naar buiten,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
o Hierbij probeert de springer de knieën & enkels zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen
X: de springer springt met het R-been gekruist voor + een sprong met de benen open,
afwisselend met het L-been gekruist voor + een sprong met de benen open
o Hierbij draait het touw 1x rond per sprong
o Bestaat uit 4 sprongen
Forward straddle: de springer springt afwisselend voorwaarts open & toe, waarbij het touw
1x ronddraait per sprong
Heel to heel: de springer tikt bij elke landing afwisselend de R-heel voor en de L-heel voor,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
2
Vrijetijdseducatie - ropeskipping
, Toe to toe: de springer tikt bij elke landing afwisselend de R-teen voor & de L-teen voor,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Twister: de springer springt ter plekke recht omhoog & twist bij elke sprong zijn heupen
afwisselend van rechts naar links, waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Can-can: bestaat uit 4 sprongen – de 1ste op linkervoet met rechterknie geheven, de 2de met
voeten samen, de 3de op linkervoet met rechterbeen gestrekt geheven, & de 4de opnieuw met
voeten samen
o VVF:
Touw draait maar 2x rond – heel traag uitvoeren & bij elke beweging touw
onder voeten trekken, meetellen tot 4 & bij elke tel over touw springen
Been dat omhoog gaat komt te vlug terug naar beneden – meetellen om in
gelijk ritme te blijven
Speed step: looppas in het touw, afwisselend met rechter- & linkervoet over touw springen
o VVF: touw blijft hangen aan voet van gebogen been – knieën opw heffen
o Differentiatie: zo vlug of zo lang mogelijk lopen zonder te missen
Side swing:
1) Springer vertrekt vanuit uitgangspositie, zwaait touw over zijn hoofd & brengt zijn 2
handen samen
2) Hij zwaait touw naast zich, wanneer het touw terug bovenaan is opent hij zijn armen &
springt over touw
o VVF: touw zwaait schuin naar achter – naast lijn op vloer gaan staan, touw moet
vooraan lijn raken & over lijn achter gezwaaid worden
o Differentiatie:
Oefening uitvoeren al springend dwz ook springen als touw naast lichaam
zwaait
Met speedstep: side swing als ene voet op grond komt, armen openen & over
touw springen met andere voet
Met dubbelsprong: afstoten op moment dat touw grond raakt bij side swing, in
lucht armen opnieuw openen & landen over touw
Criss-cross: springer zwaait touw vanuit uitgangspositie over zijn hoofd & kruist zijn armen
terwijl ze naar beneden komen, dan springt hij over touw met armen gekruist
o VVF:
Armen worden gekruist boven hoofd maar opnieuw geopend alvorens te
springen – 1st alleen armbeweging uitvoeren zonder te springen over touw,
dan touw proberen te vangen met voeten
Armen worden niet ver genoeg gekruist zodat opening niet groot genoeg is
om erdoor te springen – ellebogen op elkaar & schouders naar elkaar toe
brengen; met handen naar je rug reiken; achter springer staan & armen mee
begeleiden
3
Vrijetijdseducatie - ropeskipping
ropeskipping in school & club .........................................................................................................2
single rope ......................................................................................................................................2
double dutch....................................................................................................................................8
aanvulling ropeskipping in het onderwijs...................................................................................... 10
introductie tot spring coördinatie .................................................................................................... 10
single rope & groot enkeltouw ........................................................................................................ 10
double dutch.................................................................................................................................. 10
didactisch handelen van de aspirant-initiator ............................................................................... 11
de aspirant-initiator ........................................................................................................................ 11
de aanpak ..................................................................................................................................... 13
de context ..................................................................................................................................... 15
1
Vrijetijdseducatie - ropeskipping
,ROPESKIPPING IN SCHOOL & CLUB
SINGLE ROPE
Juiste lengte touw → op touw gaan staan, handvatjes moeten tot onder oksels reiken
1st in touw leren springen
o Leert snelheid inschatten & kijken wanneer hij moet springen
o Lukt → met 1 hand meedraaien
Uitgangspositie: touw achter de springer op de grond & handen op heuphoogte
Gevorderde springen enkele cm’s hoog & draaien vanuit de polsen
Op ≠ manieren uitvoeren:
o Met tussensprong
o Met enkelsprong
o Met dubbelsprong
o Met triple, quadruple…sprong
Aanleren van een trick:
1) Globale beweging 1st voorgedaan
2) Trick uitvoeren zonder touw
3) Starten vanuit uitgangspositie & trick uitvoeren bij 1ste sprong
4) Trick na # enkelsprongen uitvoeren
Tricks voor beginnelingen
Skiër: de springer springt afwisselend van rechts naar links & draait zijn hielen naar voren bij
elke landing, waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Bell: de springer springt afwisselend naar voor en achter, waarbij het touw 1x ronddraait per
sprong
Side straddle: de springer springt afwisselend met de benen zw open & toe, waarbij het touw
1x ronddraait per sprong
Wounded duck: de springer springt afwisselend met de knieën naar binnen & naar buiten,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
o Hierbij probeert de springer de knieën & enkels zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen
X: de springer springt met het R-been gekruist voor + een sprong met de benen open,
afwisselend met het L-been gekruist voor + een sprong met de benen open
o Hierbij draait het touw 1x rond per sprong
o Bestaat uit 4 sprongen
Forward straddle: de springer springt afwisselend voorwaarts open & toe, waarbij het touw
1x ronddraait per sprong
Heel to heel: de springer tikt bij elke landing afwisselend de R-heel voor en de L-heel voor,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
2
Vrijetijdseducatie - ropeskipping
, Toe to toe: de springer tikt bij elke landing afwisselend de R-teen voor & de L-teen voor,
waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Twister: de springer springt ter plekke recht omhoog & twist bij elke sprong zijn heupen
afwisselend van rechts naar links, waarbij het touw 1x ronddraait per sprong
Can-can: bestaat uit 4 sprongen – de 1ste op linkervoet met rechterknie geheven, de 2de met
voeten samen, de 3de op linkervoet met rechterbeen gestrekt geheven, & de 4de opnieuw met
voeten samen
o VVF:
Touw draait maar 2x rond – heel traag uitvoeren & bij elke beweging touw
onder voeten trekken, meetellen tot 4 & bij elke tel over touw springen
Been dat omhoog gaat komt te vlug terug naar beneden – meetellen om in
gelijk ritme te blijven
Speed step: looppas in het touw, afwisselend met rechter- & linkervoet over touw springen
o VVF: touw blijft hangen aan voet van gebogen been – knieën opw heffen
o Differentiatie: zo vlug of zo lang mogelijk lopen zonder te missen
Side swing:
1) Springer vertrekt vanuit uitgangspositie, zwaait touw over zijn hoofd & brengt zijn 2
handen samen
2) Hij zwaait touw naast zich, wanneer het touw terug bovenaan is opent hij zijn armen &
springt over touw
o VVF: touw zwaait schuin naar achter – naast lijn op vloer gaan staan, touw moet
vooraan lijn raken & over lijn achter gezwaaid worden
o Differentiatie:
Oefening uitvoeren al springend dwz ook springen als touw naast lichaam
zwaait
Met speedstep: side swing als ene voet op grond komt, armen openen & over
touw springen met andere voet
Met dubbelsprong: afstoten op moment dat touw grond raakt bij side swing, in
lucht armen opnieuw openen & landen over touw
Criss-cross: springer zwaait touw vanuit uitgangspositie over zijn hoofd & kruist zijn armen
terwijl ze naar beneden komen, dan springt hij over touw met armen gekruist
o VVF:
Armen worden gekruist boven hoofd maar opnieuw geopend alvorens te
springen – 1st alleen armbeweging uitvoeren zonder te springen over touw,
dan touw proberen te vangen met voeten
Armen worden niet ver genoeg gekruist zodat opening niet groot genoeg is
om erdoor te springen – ellebogen op elkaar & schouders naar elkaar toe
brengen; met handen naar je rug reiken; achter springer staan & armen mee
begeleiden
3
Vrijetijdseducatie - ropeskipping