Samenvatting - Leren en ontwikkeling - doelgericht onderwijzen

Leren en ontwikkelen
Doelgericht onderzwijzen

DOELEN (IN MENS EN MAATSCHAPPIJBEELD

Wat wil ik mijn leerlingen leren? In wat wil ik hen sterker maken?

 De samenleving drukt de nood uit tot ontwikkeling van bepaalde competenties om sterk te staan in de
wereld van vandaag = EINDTERMEN

Onderwijsnet drukt doelen uit in leerplandoelen -> leerkracht maakt doelen concreet

WAT IS HET DOEL VAN DOELEN?

Doelen dragen bij tot een democratische samenleving en wereldburgerschap

 Alles wat op school geleerd wordt sluit aan bij de algemeen heersende ethisch, politieke, religieuze,
wetneschappelijke, sociale en economische opvattingen in die samenleving

 Wereldburgerschap: Welke kennis, inzichten en vaardigheden hebben kinderen vandaag nodig om sterk te
staan in deze wereld?

Onderwijsdoelstellingen = waardevol en wenselijk veranderingen in de gedragsmogelijkheden van de leerlingen die
hoofdzakelijk het resultaat zijn van het onderwijs in de school


1) EINDTERMEN
Minimumdoelen die Vlaams Parlement noodzakelijk en bereikbaar vindt  zorgt ervoor dat kind sterk staat in de
wereld

 Leerlingenpopulatie: kennis, inzicht, vaardigheden, attitudes
 Leergebiedgebonden eindtermen: minimumdoelen die leerlingen gedurende het leerproces moeten
bereiken
 Leergebiedoverschrijdende eindtermen: minimumdoelen die niet specifiek toot één leergebied behoren
maar door middel van meer leergebieden kunnen worden gerealiseerd

Basisprincipes aan de grondslag van de eindtermen:

- Aandacht voor brede vorming
- Nadruk op actief leren
- Bekommernis voor zorgbreedte
- Gerichtheid op horizontale en verticale samenhang


KENNISRIJK CURRICULUM
= focus ligt op Nederlands en wiskunde met aandacht voor STEM. Het zorgt ervor dat leerlingen een duidelijke en
systematische opbouw van kennis krijgen -> zo bouwen ze voldoende kennis EN leren ze verbanden leggen en
werken ze aan diepgaande kennis.



1

,  De nieuwe minimumdoelen bevatten leerondersteunende vaardigheden die leerlingen helpen om tot beter
‘leren’ te komen



3 centrale aspecten:

- Inhoudelijke rijkdom -> wat we niet aan toeval mogen overlaten
- Coherentie -> horizontale en verticale samenhang
- Helderheid -> duidelijke (meetbare) leerdoelen

EINDTERMEN VS MINIMUMDOELEN

1) Ambitieniveau

 Eindtermen: breder en ambitieuzer geformuleerd -> wat leerlingen moesten bereiken op het einde van een
leerweg
 Minimumdoelen: beperkter en fundamenteler -> wat leerlingen minstens moeten kennen en kunnen

2) Omvang en concreetheid

 Eindtermen: uitgebreid en gedetailleerd waardoor scholen en leerkrachten klaagden over de ‘overladenheid’
 Minimumdoelen: concreet geformuleerd om haalbaarder en toetsbarder te zijn

3) Rol voor scholen en koepels

 Eindtermen: bepaalden een groot stuk van het curriculum -> er bleef minder ruimte voor eigen accenten
 Minimumdoelen: meer vrijheid voor onderwijskoepels en scholen om boven de ondergrens eigen
leerplannen en accenten te ontwikkelen

4) Toetsbaarheid

 Eindtermen: omdat ze zo breed waren was het moeilijk om ze allemaal meetbaar en controleerbaar te
maken
 Minimumdoelen: strikter afgelijnd en expliciet bedoeld om toetsbaar te zijn

2) LEERPLANDOELEN

= Doelen geformuleerd door het onderwijsnet die aangeven wat er in de loop van een bepaald leejaar, bepaalde
graad of bij bepaalde leeftijd moet bereikt zijn voor een bepaald vak  vaak geformuleerd met een meer algemene
leerinhoud en een minder observeerbaar leerlingengedrag

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELVELDEN (4)
= ontwikkelen van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes vanuit fysieke psychische en sociale behoeften van
kinderen (veilig, verbonden en competent)

4 ONTWIKKELINGSVELDEN

 Socio-emotionele ontwikkeling: ik treed op een warme en communicatieve wijze in relatie met mezelf en
met anderen
o IK – JIJ – WIJ
 Ontwikkeling van intern kompas: ik leer mezelf kennen en kan richting geven aan mijn leven + ik reageer
veerkrachtig zodat ik me ten volle kan ontwikkelen
2