100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Volledige samenvatting Tropische Ziekteleer

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
55
Geüpload op
19-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Dit document is een zelfgemaakte samenvatting van de lessen Tropische Ziekteleer. De inhoud is gebaseerd op een combinatie van de slides en de cursustekst , zoals gedoceerd door prof. De Munter. De gebruikte afbeeldingen zijn afkomstig uit de PowerPoint.

Meer zien Lees minder

















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
19 december 2025
Aantal pagina's
55
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

, Samenvatting Tropische Ziekteleer

H1 Voorbereiding voor een tropenreis: vaccinaties en adviezen
Inleiding
• Voorbereiding tropenreis: inschatten risico op gezondheidsproblemen ifv gezondheidstoestand reiziger, bestemming en activiteiten
—> Informeren reiziger over risico’s en maatregelen: vermijden blootstelling, preventieve vaccinatie/geneesmiddelen en zelf-/noodbehandeling
• Info reduceert risico, niet elimineren!
• Voorbereiding via huisarts of gespecialiseerde reiskliniek (gele koorts vaccin enkel bij reiskliniek)
• Adviezen gebaseerd op jaarlijkse consensus
Epidemiologie
• 50% van Westerse reizigers in (sub)tropen ondervind een medisch probleem, incidentie:
—> Risico afh van bestemming, activiteiten, profylaxe en vaccinatie
• Ook niet-specifiek tropische aandoeningen (luchtweg-, urineweginfecties, SOAs,
wondinfecties en CV urgenties)
Anamnese
• Elementen na te vragen:
—> Reis: bestemming/traject, aard, risicoactiviteiten, datum vertrek en duur
—> Reiziger: medische voorgeschiedenis, medicatiegebruik (oa immuunsuppressiva), allergiën, leeftijd, gewicht, zwangerschap(swens),
vaccinatiestatus en -voorgeschiedenis

Enkel in powerpoint: preventieve maatregelen
• Voorzichtigheid (ongevallen/dieren) en hygiene (hand en toilet,
veilig drinkwater en eten)
• Blootstelling aan vectoren vermijden: kleding, geïmpregneerd
muggennet, muggenrepellent, elektrische verdamper
—> Belangrijk voor malaria, dengue, african tick bite fever,
tekenencephalitis
• Contact met ZOET water vermijden
• Snel stijgen vermijden (hoogteziekte)


Vaccinaties
Enkel in powerpoint: optimalisatie basisvaccinaties
• Hepatitis B sinds 1987 in basisvaccinatieschema
• Mazelen sinds 1985 volledig vaccinatieschema
• Herhalingen als volwassene: tetanos elke 10j en polio 1x booster (zo leeftijd > 15j)
Overzicht
• Doelstellingen vaccinaties: actualisatie basisvaccinaties (tetanus-difterie-pertussis,
mazelen-bof-rubella), verplichte vaccins (gele koorts voor tropisch Afrika en delen
van Z-Amerika) en aanbevolen vaccins (vb hep A voor (sub)tropen)
• Reis is ook een mogelijkheid op hepatitis B vaccinatie aan te bieden

Principe: wat niet gedocumenteerd is, gebeurt opnieuw

, • Enkele vaccins opgesomd:
—> Buiktyfus vaccin voor langdurige reizen en reizen in slechte hygiënische omstandigheden (Z- Azië)
—> Poliovaccin 1x herhaald bij reizen naar Afrika en Azië
—> Rabies vaccin (en postexposure profylaxe) voor langdurige reizen
—> Japanse encefalitis vaccin voor langdurige reis in endemisch gebied in Azië
—> Meningokokkenvaccin voor meningitisgordel in Afrika (verplicht voor Mekka-pelgrims)
—> Tuberculose vaccin BCG bij ons niet beschikbaar, beperkte indicatie
—> Dengue en Chikungunya vaccin indicaties beperkt
Vaccinatie tegen tetanos-difterie
• Tetanos = ernstig klinisch neurologisch beeld van verlamming en spasmen
—> Besmetting van wonde met Clostridium tetani (omgevingsfactoren wereldwijd)—> vormt sporen —> neurotoxine komt vrij
• Vaccin gebaseerd op toxine, in Belgie enkel in combinatie met difterie en pertussis/polio
—> Jeugdvaccinatie (als geen vaccinatie als kind basisvaccinatie) met herhalingsvaccinatie als > 10j geleden
Vaccinatie tegen polio
• Poliomyelitis (kinderverlamming) = door enterovirus poliovirus (F-O overdracht) dat leidt tot myeloencephalitis en slappe verlamming
• Natuurlijke infectie nog in enkele landen in Azië en Afrika (Afghanistan, Pakistan, Mozambique…) —> WHO streeft naar eradicatie!!
• Enige vaccin in Belgie gebruikt: geïnactiveeerd poliovirusvaccin
• Poliovaccin is de enige verplichte vaccinatie in het basisvaccinatieschema
—> 1x herhaling aangeraden bij reizigers naar Azië/Afrika vanaf 16j (WHO eist (verplicht!) hervaccinatie tussen 1j-4w voor verlaten land)
Vaccinatie tegen mazelen
• Mazelen = door mazelenvirus (droplet transmissie) dat leidt tot koorts, mucosale afwijkingen en morbilliforme rash (bij 1/1000 ook
encephalitis)
• Mazelenvaccin is levend afgezwakt, in combinatie met rubella en bof
• Deel van de kindervaccinaties (n verplicht) sinds 1985
—> Geboren voor 1970: mazelen doorgemaakt en immuun
—> Geboren tussen 1970 en 1985: at risk, sommigen doorgemaakt, niet volledig gevaccineerd
• Hervaccinatie voor reis als niet volledig gevaccineerd en niet immuun
—> Als naiëf: 2 vaccins met 1 maand interval
Vaccinatie tegen gele koorts (zie ook H9)
• Gele koorts = door Gele koorts virus (flavivirus, overgedragen door
Aedes muggen) dat leidt tot een ziektebeeld met variabele ernst
(60-80% mild, 20-40% erg met orgaanaantasting en -falen,
mortaliteit van 20%)
• Geen effectieve gerichte (antivirale) behandeling!!
• Vaccinatie met levend afgezwakt virus (in erkende travel clinics)—>
goede bescherming na 1 vaccinatie, levenslange na 2 vaccinaties
—> 5% ontwikkelt mild, griepaal syndroom na 5-10d
—> Zeldzaam erge nevenwerkingen met lever- (viscerotroop) of
hersenaantasting (neurotroop) —> meer bij ouderen (>60) en immuundeficiëntie
• Contra-indicatie bij immuundeficiëntie, leeftijd van <6m, bij borstvoeding en bij allergie aan ei-proteïne
• Interactie met andere levende vaccins: interval van 28d laten met mazelenvaccinatie
• Vaccinatie opgenomen in International Health Regulations

, • Medisch aangewezen bij bezoek aan gebieden in Afrika en Z-Amerika
—> Wettelijk verplicht bij inreizen in landen waar ziekte voorkomt
—> Wettelijk verplicht bij inreizen naar landen waar ziekte niet voorkomt (maar wel de Aedes vector) vanuit landen waar ziekte wel voorkomt
• Vaccinatie geattesteerd in WHO vaccinatieboekje
• Reizigers minstens 10d voor betreden gele koortsgebied vaccineren (tweede vaccin aangewezen voor levenslange bescherming)
Vaccinatie tegen Hepatitis A
• Hepatitis A = virus (F-O overdracht) dat leidt tot acute hepatitis van variabele ernst (vaak erge geelzucht en langdurige vermoeidheid)
• Meest frequente, vaccinatie-voorkombare, reis-gerelateerde ziekte —> bijna overal endemisch (niet N-Amerika, W-Europa en Australië)
• Vaccin is geïnactiveerd virus, zeer immunogeen —> goede immuniteit na 1 vaccin,
levenslange na 2 vaccins (interval van 6m)
—> Kan in combinatie met hepatitis B: 3 vaccins met 2e toediening na 1m en 3e na 6m)
• Vaccinatie niet opgenomen in jeugdvaccinatieschema —> preventieve vaccinatie bij reizigers
naar endemische gebieden (incl kleine kinderen —> niet zo ziek, maar kunnen epidemies
veroorzaken bij thuiskomen)

Vaccinatie tegen Hepatitis B
• Hepatitis B = virus (overdracht via lichaamsvloeistoffen) dat leidt tot acute
fulminante hepatitis (risico op leverfalen) soms chronische hepatitis
—> Endemisch in grote delen Afrika en Azië
• WHO streeft naar universele vaccinaties —> bij ons opgenomen in jeugdvaccinaties
vanaf 1987, zorgverleners gevaccineerd ikv arbeidswetgeving
• Vaccinatie met hepatitis B surface antigen, 3 vaccins (herhaling na 1m en 6m na eerste dosis)
—> Na volledige vaccinatie is niet iedereen immuun: immuniteit aantonen met eenmalige serologische controle van antistoffen (>= 10 iu/L)
• Bijkomende risicofactoren: seksuele contacten met lokale bevolking, nauwe contacten met kinderen en risico op noodzaak
gezondheidszorg (vaak inadequaat, besmette naalden en bloedproducten)
Vaccinatie tegen buiktyfus
Buiktyfus = door bacterie Salmonella typhi (F-O overdracht) dat leidt tot koorts,
soms bloeding en darmperforatie
2 vaccins: het gezuiverd Vi-polysaccharide-kapselantigen vaccin (Typhim) en het
levend afgezwakte peroraal vaccin (Vivotif, n meer in België)
—> Geven beide beperkte bescherming (70% risicoreductie) en beperkt in tijd (3j
vanaf 2w na toedieningen) => voor meeste reizigers niet aangewezen
Vaccinatie aanbevolen voor reizen naar Z-Azië (en Afrika)

Vaccinatie tegen rabiës
• Rabiës = zoönose door een lyssavirus (overdracht via beet of speekselcontact
met besmet dier) dat leidt tot quasi steeds een dodelijke hersenontsteking
—> Endemisch in grote delen van Afrika, Azië en Z-Amerika
• Vaccin is geïnactiveerd virus vaccin —> preventieve vaccinatie van 2 vaccins
met 7d interval (hervaccinatie na blootstelling nodig)
—> Aangewezen bij personen met risicoactiviteiten (werken met dieren, speleologen)
en bij langdurig verblijf

, Vaccinatie tegen Japanse Encephalitis
• Japanse Encephalitis = door een flavivirus (overdracht door mug > varkens
of watervogels > mens) dat leidt tot variabele symptomen
—> Endemisch in Z-, ZO- en O-Azië (recent ook zeldzame gevallen in Australië)
—> 1/500 toont symptomen: bij symptomen is er 25% mortaliteit en 50%
heeft neurologische sequellen
• Vaccin is geïnactiveerd virusvaccin, zeer immunogeen —> preventieve
vaccinatie van 2 vaccins met 28d interval (herhaling na 12-24m)
—> Aangewezen bij reizen naar endemische gebieden, bij ruraal verblijf van >4w

Vaccinatie tegen Cholera
• Cholera = door bacterie Vibrio cholerae (F-O besmetting) dat leidt tot acute en overvloedige waterige diarree met gevaar voor snelle en
ernstige deshydratatie (risico bij reizigers is zeer laag)
• Vaccin is oraal: geinactiveerde Vibrio cholerae serogroep 01 + recombinant choleratoxine subunit B
—> Tijdelijke en partiële bescherming (niet tegen serogroep 0139) en enkel aangewezen voor zorgverleners bij cholera-epidemie
—> Geen indicatie als vaccin voor reizigersdiarree: geeft kruisprotectie met hitte-labiel toxine van ETEC (6-20% van reizigersdiarree)
—> Bescherming is kort (3m) en niet meer beschikbaar in België
Vaccinatie tegen meningococcen
• Meningococcen = 1 van de voornaamste bacteriële oorzaken van meningitis (droplet overdracht)
• Vaccinatie tegen groep C meningococcen is deel van basisvaccinatieschema —> laatste jaren
het geconjugeerd tetravalent ACW135Y vaccin (voordien enkel C)
• In Afrika jaarlijks seizoensgebonden (dec-jun) epidemies in de meningitisgordel (Senegal/
Guinea —> Ethiopië)
• Vaccinatie nu met ACW135Y vaccin als 1 injectie met herhaling elke 10j (voor Hadj elke 5j)
—> Vaccinatie verplicht voor Hadj (Mekka) en aanbevolen voor reizen tussen dec-jun in nauw
contact met lokale bevolking in meningitisgordel

Vaccinatie tegen Europese tekenencephalitis
• Tekenencephalitis (FSME) = door flavivirus (overdracht door teek) dat leidt tot een viraal
syndroom, soms met encephalitis
—> Komt voor in band over Eurazië (Dui > Chi)
• Vaccinatie aangewezen bij reizen naar endemisch gebeid met risico op blootstelling: 2
injecties met 1m interval (herhaling na 1j)
Enkel in powerpoint: vaccinatie tegen Influenza
• Influenza komt in piekseizoenen (afh van hemisfeer)
• Trivalent vaccin met een jaarlijks aangepaste samenstelling
—> Aanbevolen voor reis bij kwetsbare personen (maar vaak n beschikbaar buiten seizoen)
Enkel in powerpoint: vaccinatie tegen Covid-19
• SARS-CoV-2 virus, geeft hoog risico op erge ziekte bij RF, hoge leeftijd
—> Multipele golven in epidemie met consecutieve varianten
• Variabele exces mortaliteit (ook in tropen)
• Tussen 2020-2022 strikte regels rond reizen, lockdowns, quarantaines, testing en vaccinatie
• Geen specifieke vaccinatie-adviezen meer voor reizen momenteel

, Enkel in powerpoint: vaccinatie tegen Dengue
• Dengue = 4 types, door flavivirus (overdracht via dagstekende mug) dat
leidt tot griepaal beeld met soms bloeding, capillaire lekken en shock
• Vaccin is levend afgezwakt quadrivalent (initieel vaccin kon exces erge
vormen triggeren bij blootstelling achteraf)
• Uitzonderlijk als preventie —> overwegen na bewezen dengue (2e
besmetting is ernstiger)


Enkel in powerpoint: vaccinatie tegen Chikungunya
• Chikungunya = door alphavirus (overdracht door dagstekende mug)
dat leidt tot een griepaal beeld, soms met aanslepende artralgiën/
artritis en zeldzaam erge cardiale/neurologische ziektebeelden
• Vaccin is levend afgezwakt —> aangewezen voor reizigers met hoog
risico op blootstelling
—> Nevenwerkingen: frequent arthralgiën, zeldzaam erge nevenwerkingen
ten gevolge van Chikungunya en encephalitis (vooral bij >65j)

Andere vaccinaties
• Malaria: vaccinatie n bij reizigers (complex vaccinatieschema met beperkte risicoreductie)
—> Profylaxe en mugafstotende middelen moeten besproken worden!
• Ebola: n toegepast in preventie bij reizigers (verwaarloosbaar risico op blootstelling)
—> Wel bij personen die mogelijk blootgesteld zijn en gezondheidspersoneel in ebola-zorg
Medicamenteuze profylaxe

Malaria
Meeste werken in op erythrocytaire stadia (zijn dus suppressief)
—> Bij verhoogd risico op blootstelling: voorkomen door profylaxe > genezen door behandeling = SBET, stand by emergency treatment
—> Want snel dodelijk, liever niet doormaken
Volgende geneesmiddelen gebruikt:
—> Hydroxychloroquine: geen optie meer voor falciparum
—> Atovaquone-proguanil: voorkeurspreparaat (1x/dag van 1d voor - 7d na reis)
—> Mefloquine: minder gebruikt door neuropsychiatrische nevenwerkingen (250mg 1x/week van 2w voor - 4w na reis)
—> Goede tolerantie, handig bij langdurige verblijf
—> Doxycycline: alternatief, aandacht voor nevenwerkingen AB en risico zonne-overgevoeligheid (100mg 1x/dag van 1d voor - 4w na reis)
—> Is ook actief tegen leptospirose en African tick bite fever/rickettsiosen
—> Primaquine en tafenoquine: vooraf uitsluiten G6PD deficiëntie, niet in Belgie beschikbaar commercieel
Naast profylaxe ook muggenpreventie: insectenwerend middel op huid (vb DEET, Icaridine, Citrodiol, IR3535) elke 6-8u, geïmpregneerd
muskietennet (permethrine of deltamethrine) en verdamptoestellen (pyrethrum)
Geen enkele vorm van preventie is 100% effectief —> altijd uitsluiten bij koorts tijdens/na verblijf in malaria-gebied
Hoogteziekte
• Acetazolamide (125mg 2x/dag van voor stijgen tot 2d op stabiele hoogte)
Reizigersdiarree
• Preventief AB gebruik is verlaten
• Zie H2

, HIV pre-exposure profylaxe
• Bij personen die reizen met intentie tot seksueel contact met occasionele partners —> safe-sex bespreken, eventueel HIV pre-
exposure profylaxe (zie H11)

Reisapotheek
• Geneesmiddelen die men in Belgie gebruikt
• Malaria preventie: insect-repellent en medicatie
• Imodium (ev azithromycine voor reizigersdiarree)
• ev ORS (oral rehydration salts)
• Ontsmettingsmiddel, pleisters, verband, zonnebescherming
• Pijn- en koortswerend geneesmiddel (paracetamol)
• Andere geneesmiddelen ifv aard/bestemming reis
• Voorraad naalden en spuiten ifv aard/bestemming reis (met attest! Opletten voor verdenking drugsgebruik)
• Koortsthermometer (digitaal)!
H2 Diarree in de tropen
Definities
• Reizigersdiarree: 3 of meer ongevormde stoelgangen per 24u met minstens 1 extra symptoom (buikkrampen, tenesme = aandrang om
te ontlasten, nausea, braken of faecale urgency) tijdens verblijf in buitenland en/of na terugkeer
• Diarree: 3 of meer losse/vloeibare stoelgangen per dag OF frequentere stoelgang dan normaal is voor individu (vooral voor kinderen <5j)
• Dysenterie: (waarbij pathogenen intestinale mucosa hebben geinvadeerd), resulterend in koorts en/of bloed gemengd in de stoelgang
• Persisterende diarree: diarree gedurende minstens 14d
Reizigersdiarree
Epidemiologie
• 2016: diarree was 8e doodsoorzaak voor alle leeftijden en 5e bij kinderen <5j
• Bij reizigers geen regio’s meer met >50% kans op reizigersdiarree in eerste
2w verblijf (voor 2000 wel nog)
• Vaak banaal: grote meerderheid moet plannen niet aanpassen
Etiologie
• Oorzaken van reizigersdiarree verschillen per regio:
• > 50% van reizigersdiarree is bacterieel (bij diarree verworven in
Europa en VS <15%)
• In Afrika en L-Amerika: >25% door ETEC
• In ZO-Azië: 15-35% door Campylobacter
=> Elk pathogeen met zijn eigen mechanisme


• E Coli = GN, facultatief anaerobe, staafvormige coliforme bacterie van genus Escherichia
—> Meeste stammen onschadelijk, belangrijk deel van darmflora als darmcommensalen
—> Diarree-veroorzakende stammen: EAEC (Enteroaggregatieve E Coli), EHEC (Enterohemorrhagische E Coli), EIEC (Enteroinvasieve E
Coli), EPEC (Enteropathogene E Coli), ETEC (Enterotoxigene E Coli) en DAEC (Diffuus Adherente E Coli)
—> EAEC + ETEC = 30-50% van alle reizigersdiarree

, Enterotoxigene E Coli
• Produceren 2 enterotoxines:
1. Hitte-labiel toxine LT: structureel/functioneel identiek aan choleratoxine —> activeert adenylaat cyclase
met vorming van cAMP —> inhibitie van Na reabsorptie uit lumen + stimulatie Cl secretie in lumen
2. Hitte-stabiel toxine Sta: activeert guanylaat cyclase met vormign van cGMP —> massale Cl en HCO3
vrijstelling in darm + vermindering Na reabsorptie
• Gecombineerd effect = uitgesproken secretoire diarree zonder significante invasie
• Ziektebeeld: snel ontstaan van waterige, niet-bloederige diarree van groot volume + amper/geen koorts
—> Andere symptomen: abdominale pijn, malaise, nausea, braken
—> Diarree + symptomen stoppen spontaan na 24-72u

Enteroaggregatieve E Coli
• Pathogenese omvat 3 elementen:
1. Overvloedige aanhechting aan intestinaal mucosa dmv adhesies (op oa fimbria)
en vorming bacterieel biofilm (als dikke slijmlaag over enterocytoppervlak)
2. Productie van enterotoxines (oa E Coli hitte-stabiel enterotoxine en soms
Shigella enterotoxine) en cytotoxines
3. Inductie van mucosale inflammatie, intestinale secretie en schade (door
cytokines, gastheerrespons en toxines)
• Effect = predominant secretoire diarree met beperkte invasie
• Na incubatietijd van 40-50u ontstaat waterige secretoire diarree (vaak met slijm, met/zonder bloed, laaggradige koorts, abdominale
pijn, misselijkheid en braken)
Campylobacter jejuni
• GN, S- of komma-vorming, staafvormige bacterie
—> Darmcommensaal bij dieren (pluimvee) —> is dus een zoonose
• Penetreert actief mucine laag (motiliteit door flagel, gericht door chemotaxis, chemo-attractie door mucine zelf)
—> adhesie dmv adhesives aan intestinale epitheelcellen —> migratie naar BL zijde van epitheelcellen —>
endo-/pinocytose —> bacterie overleeft IC en scheidt cytotoxines af —> celdood
• Pathogenese vooral invasief, maar toch vnl secretoire diarree
(met wat meer systemische symptomen)
• Symptomen (na incubatietijd van 2-5d): diarree met krampen,
acute abdominale pijn, vaak koorts, misselijkheid en braken
—> Soms extra-intestinale infectie ovv bacteriëmie
• Infectie klaart spontaan na 5-7d (ook zonder AB, zelf bij
bacteriëmie)
• Toenemende resistentie (aan fluoroquinolones en macroliden)


Onduidelijk of C jejuni enterotoxines produceert!

, Shigella species
• GN staven van Enterobacteriaceae familie met 4 species
1. Shigella flexneri: voornaamste oorzaak endemische diarree in tropen
2. Shigella sonnei: in high-income countries
3. Shigella dysenteriae: serotype 1, epidemies bij natuurrampen, erge ziekte in alle leeftijdsgroepen
4. Shigella boydii: zeldzaam
• Strict humane infectie: FO transmissie, maar vaak persoon tot persoon (incl
MSM) —> laag inoculum volstaat
• Dringt door epitheel via M cellen —> induceert fagocytose door macrofagen in
submucosa —> activeert dood van macrofagen en interageert met BL
membraan —> opname door reorganisatie cytoskelet
• Eens in epitheelcellen: omgevende fagosoom lyseren en vermenigvuldigen —>
dissemineren IC naar aanliggende cellen
• Initieel: disruptie van villi met gestoorde absorptie = waterige diarree
—> Meer destructie, invasie en inflammatie = invasieve diarree met bloed en etter
! Gaat dus eerst door de M
• Incubatie van 1-8d en infectie kan asymptomatisch zijn
cellen naar submucosa om
• Ziektetekenen: koorts, hoofdpijn, malaise, anorexie, braken —> na enkele uren waterige diarree
daarna de epitheelcellen zelf te
—> Meestal gunstig verloop, soms progressie tot manifeste dysenterie met frequente beperkte
infecteren via de BL membraan!
stoelgangen met bloed en slijm + onderbuikkrampen en tenesme
• Zeldzaam: erge intestinale complicaties (rectale prolaps, darmobstructie, toxisch megacolon en perforatie) of systemische complicaties
(sepsis, uitgezaaide infectie ovv meningitis - osteomyelitis - arthritis - miltabces)
• Diagnose: kweek op stoelgang of bloed/PCR op stoelgang
• Toename van resistentie tegen AB, incl MDR: beste empirische opties zijn fluoroquinolones en 3e generatie cephalosporines
Vibrio cholerae

• GN, facultatief anaerobe, komma-vormige bacterie: serogroepen O1 en O139 associatie met epidemies
• Komt in natuur voor in mariene omgevingen = FO transmissie via besmet water
• Na ingestie: migreert naar epitheelcellen in dundarm door chemotaxis —> vermenigvuldigt en
secreteert cholera toxine —> activeert adenylaat cyclase met vorming van cAMP —> activeert PKA
—> efflux Cl ionen en secretie HCO3, Na, K en water = vochtsecretie in dunne darm
• Incubatie van 0.5-5d
• Ziektebeeld: van asymptomatische darmkolonisatie —> acute fulminante secretoire diarree (tot 1L/u)
gepaard met braken (maar zonder koorts)
• Kan leiden tot overlijden door dehydratatie, hypovolemische shock en ionenstoornissen
• Therapie: correctie van vullingstatus en ionenstoornissen —> AB kunnen ook helpen
(tetracyclines, fluoroquinolones of macroliden)
—> AB reduceren duur van diarree met 1d, reduceren stoelgangsvolume 50%, verminderen
rehydratatievloeistof nodig 40% en reduceren gemiddelde duur van faecale excretie van
bacterien bijna 3d
—> Toenemend probleem van resistentie!

, Giardia lamblia
• Zoonotische enteroparasiet (protozoön) met 2 stadia: 1) peervormige, tweekernige
trophozoiten met flagel in darm en 2) ovale vierkernige weerstandige cysten in buitenwereld
• FO overdracht met laag vereist inoculum (10-100 cysten)
• Na ingestie ontstaan uit cyste 2 beweeglijke trophozoiden —> hechten aan duodenum en
jejenum enterocyten (geen invasie) —> veroorzaken schade aan brushborder, met reductie
disacharidase-activiteit, wijzigingen aan cytoskelet epitheel, villeuze atrofie door T cel
activatie en vetmalabsorptie door opname galzouten
• Incubatie van 3-20d en asymptomatisch dragerschap is mogelijk, lang verloop
• Initieel waterige diarree —> later steatorree met nausea, abdominaal ongemak, bloating en
gewichtsverlies (tot 20%) —> exacerbaties en remissies komen voor
• Meerderheid herstelt na 2-4w —> bij 25% duren de klachten >7w
• Diagnose: aantonen cysten (zeldzaam trofozoiten, kunnen ook op duodenumvocht/-biopt)
—> Antigentesten bestaan, maar niet gevoeliger dan stoelgangsonderzoek —> meest gevoelige techniek: aantonen van genetisch materiaal
in stoelgang met PCR (vaak ovv GI panel)
• Behandeling: 5-nitro-imidazoles (metronidazole 500mg 3x/dag 5-7d of ornidazole 500mg 1x2/d 5-7d)

Andere eencellige parasieten: Cryptosporidium, Isospora en Cyclospora
• Immuuncompetente personen: acute waterige diarree voor 1-2w —> bij immuungecomprommiteerden: langdurige diarree en malabsorptie
• Diagnose door rechtstreeks microscopisch onderzoek stoelgang na zuurvaste kleuring of detectie genetisch materiaal met PCR
• Behandeling voor Isospora en Cyclospora: trimethoprim-sulfamethoxazole (voor Cryptosporidium geen specifieke behandeling)

Rotavirus
• Dubbelstrengs RNA virus, robuuste en omgevingsresistente viruspartikels, FO transmissie
• Infectie vaak asymptomatisch —> soms oorzaak van erge gastro-enteritis met diarree en braken
(ook kinderen in Europa) met risico op erge dehydratatie
• Hecht op enterocyten —> secreteert NSP4 enterotoxine —> stimuleert het enterisch
zenuwstelsel —> secretoire osmotische diarree
• Diagnose door PCR op stoelgang
• Behandeling zuiver ondersteunend —> wel preventief rotavirusvaccin (oraal, levend afgezwakt)
Norovirus
• Ss RNA virus, zeer besmettelijk (via oppervlakken) —> vaak ovv epidemies in gezondheidsinstellingen/cruises (gesloten gemeenschappen)
• Infectie vaak asymptomatisch —> soms acuut braken en hevige diarree —> bij immuundeficientie chronische infectie
• Diagnose door PCR op stoelgang
• Behandeling zuiver ondersteunend, vaccins in ontwikkeling
Diagnose
• Diagnose eerst obv klinisch beeld (verdere etiologsiche diagnostiek meestal n nodig)
• Indicaties voor coproculturen: epidemies (bevestigen etiologie), dysenterie-type diarree (voor behandeling te richten), diarree bij erg
ziekte pten en diarree na terugkeer
• Parasitologisch onderzoek bij aanslepende diarree en diarree na terugkeer
• GI PCR panel helpt soms voor diagnose —> duur, geeft geen gevoeligheidsbepaling bij geidentificeerde bacteriële oorzaak
• Specialistische onderzoeken enkle in bijzondere oorzaken
€10,48
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
iezalynne
4,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
iezalynne Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
5
Lid sinds
2 maanden
Aantal volgers
3
Documenten
9
Laatst verkocht
13 uur geleden
Student geneeskunde NIEUWE CURRICULUM

Ik zit momenteel in de 3e fase van de bachelor geneeskunde (nieuw curriculum) en maak elke examenperiode samenvattingen in dezelfde stijl.

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen