Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
Algemene informatie
- Doel van het vak: heel wat auteurs zien en noties behandelen
- Interpreteren in relatie tot kwalitatieve methoden
- Examen: open boek (alles mag meegenomen worden behalve elektronica)
- Geen ppt’s => schema’s op Toledo
College 1: HS 2 en tekst Burbules et al.
Pedagogisch onderzoek
- Kwantitatief
• statistiek (paradigma verklaren (=ERKLÄREN))
- Kwalitatief
• Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1 (paradigma begrijpen
(=VERTSEHEN))
Wetenschappelijke indeling
Natuurwetenschappen Menswetenschappen
-
Typisch Gedragswetenschappen (sociologie,
-
Causaal-analytisch (oorzaak-gevolg) psychologie)
-
Empirisch-analytisch - CAUSATION (oorzaken)
-
Interessant (voorspelt hoe zaken zich Geesteswetenschappen (geschiedkunde,
gaan voordoen => controle) letteren, wijsbegeerte)
- Experimenteel onderzoek (“oorzaak - Verstehen (Hermunitiek= in staat
zoeken => vervolgens ingrijpen” vb teksten tot spreken te brengen)
Burn-out) - CONSTITUTION (redenen)
*pedagogie kan zowel gedrags- als geesteswetenschap zijn (hangt af van de vraag die je stelt!
Voorbeeld gedragswetenschappen vs geesteswetenschappen ( parenting apps )
Geesteswetenschappen:
- Wat doet de theorie met ouders?
- Hoe bepaalt het gebruik de pedagogische relatie? (berekenen met kwalitatief onderzoek)
Gedragswetenschappen:
- Wanneer ouders deze apps gebruiken, helpt het hen beter ouders te zijn? ( kijken naar
ontwikkeling van het kind)
- Je meet de invloed van het gedrag t.o.v. het resultaat.
Voorbeeld reden vs. Oorzaak (in de les zijn)
Oorzaken Redenen
- Eten - Deel van diploma
- De trein nemen - Moet dit vak opnemen
- … - Pedagoog worden
- …
1
,Interpreteren en begrijpen (hangt samen met objectiviteit)
- ‘Ik begrijp je/ ik snap het.’
• Zeg je vaak omdat je hetzelfde reeds hebt meegemaakt (vb. break up)
- Moet je iets hebben meegemaakt voor je het kan begrijpen?
• Neen, maar maakt het vaak wel makkelijker
• Vb. Moet je zelf leerkracht zijn om iets te zeggen over goed lesgeven? (YES
#teacherlife)
- Wat is de grondslag van het begrijpen? (antwoord doorheen colleges)
- In welke maten speelt de persoon een rol in het begrijpen/interpreteren van iets?
• Vb. Samen naar een film kijken, maar andere zaken zien en onthouden
Tekst Burbules et al.
- Interpreteren in wetenschappelijk onderzoek
• GEEN leeg blad
▪ Je hebt vooronderstellingen
▪ Vb. klasobservatie wiskunde (reeds een idee van een klas, een les wiskunde…)
1. Neutraliseren van vooronderstellingen
o “bios” = vertekening
2. Minimaliseren van vooronderstellingen
o Bracketing = tussen haakjes zetten
3. Erkennen van vooronderstellingen
o en inzetten
• Data verzamelen
▪ Betekenissen in kwalitatief onderzoek
o Vb. ouders van parenting app doen aan zelfinterpretatie om
interviewvragen te beantwoorden
• Analyse
▪ Onderzoeker moet data interpreteren ( iets in resultaten zoeken en zien
(verbanden leggen)
• Rapporteren
▪ Hoe ga je het presenteren?
▪ Vb. tabellen, tekst (wetenschappelijk, beschrijvend…)
Structuur boek : zie schema Prof
- Interview en observaties
- Niet uitleggen hoe het moet
- Vooronderstellingen (epistemologisch en ontologisch onderzoek)
- KENNIS WERKELIJKHEID (WKHD)
- Welke soort kennis wordt geproduceerd? (Kennis = epist.)
- Welk soort werkelijkheid wordt er gemaakt? (WKHD = ont.)
2
,HS2: Packer
QRI (Kwalitatief onderzoeksinterview)
- 2 personen
- Opname
- Transcriptie : woord voor woord uitschrijven wat er gezegd wordt
- Analyse = coderen
- Belevingen Toegang via TAAL
- Ervaringen
• Subjectief component vb. beleving van sport objectief component (Vb. gegevens
fitbit)
Kwalitatief onderzoek
= objectieve studie van subjectiviteit
1) Wat?
2) Maar…
3) Overgang ‘ontologisch epistemologie’ (p63-65 in boek)
• Karakterisering
QRI CSI (conventional survey interview)
CSI
- Vb. Feedback over website (werksurvey)
- Iedreeen krijgt dezelfde vragen (standaardisering)
- Betrouwbaar en valide
- Vragenlijsten
- Onderzoeker is neutraal
- MAAR…
• Mijn Kind is vaak onrustig. (geef punten van 1 tot 10)
▪ Wat is vaak
▪ Wat is onrustig
▪ NIET duidelijk!
• NEGOTIATION (afstemmen)
• In interview kan je praten, vragen stellen wat er bedoeld wordt met bepaalde
begrippen => meer flexibiliteit
- Alledaagse conversaties lijken volgens Parcker meer op een interview dan CSI
3
, Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
College 2 en 3: H2 en H3 + Wittgenstein
Terugkoppeling Packer
QRI CSI (conventional survey interview)
CSI
- Vb. Feedback over website (werksurvey)
- Iedereen krijgt dezelfde vragen (standaardisering)
- Betrouwbaar en valide
- Vragenlijsten
- Meer flexibiliteit
- Onderzoeker is neutraal
- CSI heeft geen flexibiliteit of negotiation
- MAAR…
• Mijn Kind is vaak onrustig. (geef punten van 1 tot 10)
▪ Wat is vaak
▪ Wat is onrustig
▪ NIET duidelijk!
• NEGOTIATION (afstemmen)
• In interview kan je praten, vragen stellen wat er bedoeld wordt met bepaalde begrippen
=> meer flexibiliteit
- Alledaagse conversaties lijken volgens Packer meer op een interview (QRI) dan CSI
! onmogelijkheid om na te gaan of je het echt wel goed begrepen hebt!
- In het boek:
• Bedenkingen dat een QRI toch anders is dan een alledaagse conversatie
(7 redenen p 61 en 62)
▪ Niet gepland
▪ Tussen vreemden
▪ Niet tussen gelijken (machtsasymmetrie) pseudoconversatie (niet echt)
▪ Interviewer heeft een dubbelbewustzijn (gesprekspartner + onderzoek doen)
▪ …
• QRI is veel meer dan een alledaagse conversatie!
Uitgangspunt van Packer
- QRI = joint production of meaning (gezamenlijke productie van betekenis)
- Samen betekenis geven
De betekenissen die gegenereerd worden
Betekenissen = data in een bepaald onderzoek (mensen geven een ervaring weer (= data))
4
Algemene informatie
- Doel van het vak: heel wat auteurs zien en noties behandelen
- Interpreteren in relatie tot kwalitatieve methoden
- Examen: open boek (alles mag meegenomen worden behalve elektronica)
- Geen ppt’s => schema’s op Toledo
College 1: HS 2 en tekst Burbules et al.
Pedagogisch onderzoek
- Kwantitatief
• statistiek (paradigma verklaren (=ERKLÄREN))
- Kwalitatief
• Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1 (paradigma begrijpen
(=VERTSEHEN))
Wetenschappelijke indeling
Natuurwetenschappen Menswetenschappen
-
Typisch Gedragswetenschappen (sociologie,
-
Causaal-analytisch (oorzaak-gevolg) psychologie)
-
Empirisch-analytisch - CAUSATION (oorzaken)
-
Interessant (voorspelt hoe zaken zich Geesteswetenschappen (geschiedkunde,
gaan voordoen => controle) letteren, wijsbegeerte)
- Experimenteel onderzoek (“oorzaak - Verstehen (Hermunitiek= in staat
zoeken => vervolgens ingrijpen” vb teksten tot spreken te brengen)
Burn-out) - CONSTITUTION (redenen)
*pedagogie kan zowel gedrags- als geesteswetenschap zijn (hangt af van de vraag die je stelt!
Voorbeeld gedragswetenschappen vs geesteswetenschappen ( parenting apps )
Geesteswetenschappen:
- Wat doet de theorie met ouders?
- Hoe bepaalt het gebruik de pedagogische relatie? (berekenen met kwalitatief onderzoek)
Gedragswetenschappen:
- Wanneer ouders deze apps gebruiken, helpt het hen beter ouders te zijn? ( kijken naar
ontwikkeling van het kind)
- Je meet de invloed van het gedrag t.o.v. het resultaat.
Voorbeeld reden vs. Oorzaak (in de les zijn)
Oorzaken Redenen
- Eten - Deel van diploma
- De trein nemen - Moet dit vak opnemen
- … - Pedagoog worden
- …
1
,Interpreteren en begrijpen (hangt samen met objectiviteit)
- ‘Ik begrijp je/ ik snap het.’
• Zeg je vaak omdat je hetzelfde reeds hebt meegemaakt (vb. break up)
- Moet je iets hebben meegemaakt voor je het kan begrijpen?
• Neen, maar maakt het vaak wel makkelijker
• Vb. Moet je zelf leerkracht zijn om iets te zeggen over goed lesgeven? (YES
#teacherlife)
- Wat is de grondslag van het begrijpen? (antwoord doorheen colleges)
- In welke maten speelt de persoon een rol in het begrijpen/interpreteren van iets?
• Vb. Samen naar een film kijken, maar andere zaken zien en onthouden
Tekst Burbules et al.
- Interpreteren in wetenschappelijk onderzoek
• GEEN leeg blad
▪ Je hebt vooronderstellingen
▪ Vb. klasobservatie wiskunde (reeds een idee van een klas, een les wiskunde…)
1. Neutraliseren van vooronderstellingen
o “bios” = vertekening
2. Minimaliseren van vooronderstellingen
o Bracketing = tussen haakjes zetten
3. Erkennen van vooronderstellingen
o en inzetten
• Data verzamelen
▪ Betekenissen in kwalitatief onderzoek
o Vb. ouders van parenting app doen aan zelfinterpretatie om
interviewvragen te beantwoorden
• Analyse
▪ Onderzoeker moet data interpreteren ( iets in resultaten zoeken en zien
(verbanden leggen)
• Rapporteren
▪ Hoe ga je het presenteren?
▪ Vb. tabellen, tekst (wetenschappelijk, beschrijvend…)
Structuur boek : zie schema Prof
- Interview en observaties
- Niet uitleggen hoe het moet
- Vooronderstellingen (epistemologisch en ontologisch onderzoek)
- KENNIS WERKELIJKHEID (WKHD)
- Welke soort kennis wordt geproduceerd? (Kennis = epist.)
- Welk soort werkelijkheid wordt er gemaakt? (WKHD = ont.)
2
,HS2: Packer
QRI (Kwalitatief onderzoeksinterview)
- 2 personen
- Opname
- Transcriptie : woord voor woord uitschrijven wat er gezegd wordt
- Analyse = coderen
- Belevingen Toegang via TAAL
- Ervaringen
• Subjectief component vb. beleving van sport objectief component (Vb. gegevens
fitbit)
Kwalitatief onderzoek
= objectieve studie van subjectiviteit
1) Wat?
2) Maar…
3) Overgang ‘ontologisch epistemologie’ (p63-65 in boek)
• Karakterisering
QRI CSI (conventional survey interview)
CSI
- Vb. Feedback over website (werksurvey)
- Iedreeen krijgt dezelfde vragen (standaardisering)
- Betrouwbaar en valide
- Vragenlijsten
- Onderzoeker is neutraal
- MAAR…
• Mijn Kind is vaak onrustig. (geef punten van 1 tot 10)
▪ Wat is vaak
▪ Wat is onrustig
▪ NIET duidelijk!
• NEGOTIATION (afstemmen)
• In interview kan je praten, vragen stellen wat er bedoeld wordt met bepaalde
begrippen => meer flexibiliteit
- Alledaagse conversaties lijken volgens Parcker meer op een interview dan CSI
3
, Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
College 2 en 3: H2 en H3 + Wittgenstein
Terugkoppeling Packer
QRI CSI (conventional survey interview)
CSI
- Vb. Feedback over website (werksurvey)
- Iedereen krijgt dezelfde vragen (standaardisering)
- Betrouwbaar en valide
- Vragenlijsten
- Meer flexibiliteit
- Onderzoeker is neutraal
- CSI heeft geen flexibiliteit of negotiation
- MAAR…
• Mijn Kind is vaak onrustig. (geef punten van 1 tot 10)
▪ Wat is vaak
▪ Wat is onrustig
▪ NIET duidelijk!
• NEGOTIATION (afstemmen)
• In interview kan je praten, vragen stellen wat er bedoeld wordt met bepaalde begrippen
=> meer flexibiliteit
- Alledaagse conversaties lijken volgens Packer meer op een interview (QRI) dan CSI
! onmogelijkheid om na te gaan of je het echt wel goed begrepen hebt!
- In het boek:
• Bedenkingen dat een QRI toch anders is dan een alledaagse conversatie
(7 redenen p 61 en 62)
▪ Niet gepland
▪ Tussen vreemden
▪ Niet tussen gelijken (machtsasymmetrie) pseudoconversatie (niet echt)
▪ Interviewer heeft een dubbelbewustzijn (gesprekspartner + onderzoek doen)
▪ …
• QRI is veel meer dan een alledaagse conversatie!
Uitgangspunt van Packer
- QRI = joint production of meaning (gezamenlijke productie van betekenis)
- Samen betekenis geven
De betekenissen die gegenereerd worden
Betekenissen = data in een bepaald onderzoek (mensen geven een ervaring weer (= data))
4