Hoorcollege 1 – MTB 1 BLOK 1: ONDERZOEKSDESIGNS EN -METHODEN
Sept - 2025
Methodologie
à Het proces tussen een wetenschappelijke vraag en het antwoord daarop.
Gaat dus niet over: Gaat wel over:
§ Inhoud onderzoek § Hoe je onderzoek zó doet, dat je
§ Details van het veldwerk. betrouwbare kennis genereert.
Betrouwbare kennis
§ Iedereen heeft een mening over gezondheid
§ Er bestaan talloze claims over onze gezondheid
§ Welke zijn aanvaardbaar?
Claims in twijfel trekken…
We leven in een oerwoud van gezondheidsclaims
§ Wat is wetenschappelijk goed onderzocht?
§ Welke wetenschappelijke benadering maakt een claim acceptabel?
§ Hoe kun je een hypothese zelf onderbouwen met gegevens?
Dat is het vakgebied van de methodologie.
Doelstelling methodologie
Onderzoek zó inrichten dat er maar één mogelijke interpretatie is.
En daarmee de conclusie daadwerkelijk antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
Kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden
1. Kwantitatief onderzoek
• Gericht op bevestiging of ontkrachting van een onderzoekshypothese.
• Onderzoeksvragen met een gesloten karakter.
• Statistiek is de scheidsrechter.
2. Kwalitatief onderzoek
• Vaak gericht op waarom en hoe van menselijk gedrag.
• Onderzoeksvragen met open karakter.
Voorbeelden
Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
Is verstrekken gratis condooms e1ectief in de Wat zijn voor jonge mannen uit Lilongwe
bestrijding van hiv infecties in Malawi? (Malawi) redenen om in te gaan op een aanbod
van gratis condooms?
1. Implementeer deze interventie op 1. Benaderen doelgroep
sommige plekken 2. Interviews of focusgroepgesprekken
2. Bepaal nieuwe hiv infecties over een 3. Ruimte voor onverwachte informatie
gegeven periode 4. Analyse van wat allemaal de revue
3. Doe hetzelfde op plekken zonder passeert
interventie
4. Analyseer eventueel verschil
1
,Hoorcollege 1 – MTB 1 BLOK 1: ONDERZOEKSDESIGNS EN -METHODEN
Kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden
Manieren van meten
1. Kwantitatief
§ Meting levert een getal op (of wordt via protocol omgezet in een getal)
§ Rol van onderzoeker (idealiter) minimaal. (dus weinig verschil tussen
verschillende onderzoekers).
2. Kwalitatief
§ Interview, focusgroep, observaties
§ Onderzoeker onderdeel van metingen
Overeenkomsten kwantitatief en kwalitatief
Benadering is systematisch
Volgorde: onderzoeksvraag à gegevensverzameling à analyse à rapportage.
Epidemiologie (epi: bij/in en demos: bevolking)
De wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek naar gezondheid en ziekte bij
mensen.
• Kwantitatief onderzoek
• Beschrijvende en verklarende epidemiologie
Toegapaste biostatistiek
Onderzoek resulteert in gegevens (data).
§ Wat vertellen de gegevens je?
§ Hoe kunnen we hieruit conclusies trekken?
Voor objectieve beoordeling: gebruik je STATISTIEK.
Variabiliteit bemoeilijkt objectiviteit.
• Mensen zijn allemaal verschillend
• Meetmethode introduceert ook nog eens variatie
• Je kunt niet iedereen meten
• Veel factoren beïnvloeden je onderzoek
DUS: Benodigd à Methode om toch geldige uitspraken te kunnen doen.
2
, Hoorcollege 1 – MTB 1 BLOK 1: ONDERZOEKSDESIGNS EN -METHODEN
Beschrijvende epidemiologie
Onderzoekspopulatie beschrijven
Basisbegrippen:
1. Populaties
2. Frequentie van ziekten
§ Onderscheid tussen bestaande en nieuwe gevallen.
§ Frequentie ook toepasbaar op risicofactoren.
De populatie
Beschrijft de groep mensen waarin je geïnteresseerd bent.
Onderzoek vindt plaats aan een steekproef van proefpersonen die model staan voor
een gehele populatie.
§ Je vertaalt uitkomsten in de steekproef naar de populatie.
Voorbeeld: Je wil weten hoe vaak hiv voorkomt in de bevolking van Zuid-Afrika. Je neemt
de hiv-test af bij 800 willekeurige personen met een Zuid-Afrikaanse nationaliteit.
à En dan wil je dit vertalen naar de gehele populatie van Zuid-Afrika.
Populatie noemen we ook wel de doelpopulatie.
Steekproef noemen we ook wel de onderzoekspopulatie.
Steekproef wordt in onderzoek altijd beschreven:
• Geeft beeld van de doelpopulatie.
• Laat zien naar wie de resultaten generaliseerbaar zijn.
Hoe steekproef te beschrijven?
Het soort meting dat je verricht is van belang.
Kwantitatieve kenmerken (ook wel: numeriek/ continue).
Metingen hebben een (af te ronden) getalswaarde
à Vb.: lengte, BMI, energie-intake.
Categoriale kenmerken
§ Metingen in categorieën zonder getalsbetekenis
à Vb.: Opleiding, land van herkomst, werkstatus
§ Vaak 2 categorieën: dichotoom
à Vb.: Ziekte (ziek/gezond), sterfte (levend/ dood).
Beschrijven dichotome kenmerken
Proefpersoon heeft het kenmerk WEL of NIET.
§ In de steekproef kan percentage (%) berekend worden van personen met het
kenmerk.
§ Percentage is dus samenvatting van de steekproef.
§ Daarmee is omvang van het ‘probleem’ goed te bepalen.
3