, Introductie
1. Algemene informatie
Studiemateriaal
- T. Vansweevelt en B. Weyts (eds.), Handboek Verbintenissenrecht, Intersentia, 2023
(soft cover): Structuur!1
- Powerpointpresentaties op BB
= een samenvatting van de leerstof
- Niet-geannoteerde wetboeken
Examen
- Gesloten boek examen
- Lees het examen grondig!!
- Gebruik niet-geannoteerde wetboeken, rekening houdende met de
fraudevoorschriften
- OER is van toepassing
- Schriftelijk examen via de PC (AlephQ):
- stellingen2 (op 6 punten)
- theorievragen (op 4 punten)
- casussen (op 10 punten)
- dit zijn er twee, één van de casussen heeft 2 subvragen en staat op
vier punten, de andere heeft drie subvragen die op zes punten staat
- Altijd juiste grondslag, als je dit niet schrijft -0,5
- Kennis én inzicht
- Voorbeeldvragen tijdens de colleges + tijdens oefencolleges
- Feedbackmoment
2. Waarover gaat het?
2.1 Begrip
Verbintenissenrecht is de “Moeder van het recht”3
Kern van het privaatrecht: regelt rechtsverhoudingen tussen individuen
(>< publiek recht: regelt rechtsverhoudingen tussen overheid en individuen)
Individu: titularis van subjectief recht (NP of RP)
Een verbintenis is een juridische band die ontstaat tussen rechtssubjecten en die inhoudt
dat een persoon zich t.o.v. een ander persoon engageert of zich ertoe verplicht (‘verbindt’)
1
Op het examen komt enkel de leerstof van de colleges. Prof: “Als je altijd braaf naar de les bent gekomen en
goed hebt genoteerd is dat voldoende voor het examen”
Het is handig om naar het boek te kijken als je iets niet snapt. Hier staan ook veel voorbeelden.
2
die beantwoord je met juist. fout (uitleg is het belangrijkste)
3
Vormt de basis voor vele andere rechtstakken.
1
,een bepaalde prestatie te leveren, nl. iets te geven, te doen of niet te doen of iets te
garanderen. = een juridisch afdwingbare verplichting tussen personen.
2.2 Doelstellingen
Doelstellingen van het verbintenissenrecht:
- het sociaal en economisch verkeer in goede banen leiden
- individuele vrijheid en autonomie van de mensen erkennen, beschermen en
bevorderen
- maatschappelijke rechtvaardigheid (dit doel kan gezien worden als een correctie op
de partijautonomie, in theorie zijn partijen gelijk maar in de praktijk niet)
2.3 Bijzondere status verbintenissenrecht
Doelstellingen verbintenissenrecht:
1. Bindende kracht overeenkomst m.h.o. op een efficiënt en rechtszeker verloop van
het rechtsverkeer
2. Contractsvrijheid, steunend op individuele vrijheid en autonomie
3. Maatschappelijke rechtvaardigheid4
3. Bronnen van verbintenissen
Art. 5.3, eerste lid BW: Bronnen van verbintenissen en draagwijdte van de bepalingen
Verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract, uit de
buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet.
Omvat:
- Verbintenissen uit eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen
- Verbintenissen uit rechtsfeiten: BCA en oneigenlijke contracten (zaakwaarneming,
onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking)
3.1 Recente evolutie van oud naar nieuw recht
Regels van oud BW van 18045 achterhaald?
- Maar rechtspraak heeft gezorgd voor evolutie, waardoor verbintenissenrecht de
“tand des tijds” relatief goed heeft doorstaan.
- Hoge verwachtingen van Boek 5 BW
Kritiek op het Oud BW:
1. Verouderd
2. Onvolledig en onoverzichtelijk geordend
4
In een ideale wereld zouden we allemaal dezelfde kennis en kansen hebben om contracten aan te gaan. Dit is
helaas een fictie want in realiteit heeft niet iedereen gelijke informatie en kansen. Daarom heeft de wetgever
besloten om recht te creëren dat een vangnet vormt voor partijen die niet evenveel kansen of informatie
hebben en die eventueel benadeeld zijn.
5
(code napoleon)
2
, 3. Beantwoordde niet meer aan het rechtsverkeer anno begin 20ste eeuw
4. Ontoegankelijke regelgeving
(Nieuwe) Boeken 1 en 5 BW
Doel: BW opnieuw zijn centrale plaats geven voor de normering van alle privaatrechtelijke
verhoudingen.
- Totstandkoming ging niet zonder slag of stoot
- Wetsvoorstellen van 24 februari 2021
- Ruime consultatie m.b.t. Boek 5 BW
- Amendementen
- Wetten van 28 april 2022, BS 1 juli 2022
- Inwerkingtreding: 1 januari 2023
!! Temporele werking
Boek 5 BW is van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die plaatsvinden na 1
januari 2023. Tenzij partijen anders bepalen, blijft het oude recht van toepassing op:
- De toekomstige gevolgen van rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben
plaatsgevonden voor 1 januari 2023.
- De rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na 1 januari 2023
en die betrekking hebben op een verbintenis ontstaan uit een rechtshandeling of
rechtsfeit die hebben plaatsgevonden voor 1 januari 2023.
Gevolg: oud en nieuw verbintenissenrecht zullen lange tijd naast elkaar bestaan!
3.2 Boek 1 BW: “Algemene bepalingen”
Principes:
- Transversale werking6, maar van groot belang voor het verbintenissenrecht
- Geeft definities van: bronnen, toepassing van wet in de tijd, rechtshandeling,
wilsuiting, kennisgeving, tijdsbepaling en voorwaarde, berekening termijnen,
vertegenwoordiging, subjectieve goede trouw, rechtsmisbruik, oogmerk om te
schade, afstand van recht
- Gelaagde structuur (van algemeen naar bijzonder)
- Keuze voor algemeen begrippenkader verdient goedkeuring
Kritiek op Boek 1 BW:
- Vragen bij totstandkoming
- Summier wetboek
- Waarom worden bepaalde begrippen wel en andere niet gedefinieerd in Boek 1 BW?
6
Geldt voor het volledige privaatrecht
3
,3.3 Boek 5 BW: “Verbintenissen”
- Evolutie, geen revolutie
- Gaat hervorming ver genoeg? Voldoende aandacht voor recente tendensen (bv.
duurzaamheid)?
- Voldoende verantwoording voor gemaakte keuzes?
Doelstellingen Boek 5 BW
1. Betere toegankelijkheid
- Terminologische vereenvoudiging:
Bv. voorzichtige en redelijke persoon, ongerechtvaardigde verrijking
Maar aantal moeilijke/verwarrende begrippen werden behouden (bv.
oneigenlijke contracten, wilsverhinderende dwaling…)
- Meer moderne en logische structuur
2. Herstel van de rechtszekerheid
- Codificatie van bestaande cassatierechtspraak
Vbn. buitengerechtelijke ontbinding op partijverklaring, contracts- en
onderhandelingsvrijheid, misbruik van omstandigheden, enz.
3. Vereenvoudiging
4. Modernisering
- Inhoudelijke modernisering
- Nieuw evenwicht tussen wilsautonomie en rol rechter
- Sancties op maat
- Overdracht van verbintenissen, schuldvorderingen en contracten
5. Coherentie
- Meer coherente structuur
O.a. chronologische regeling van sluiten tot einde van ovk
6. Nieuw evenwicht tussen de wilsautonomie van de partijen en de rol van de rechter
als behoeder van de belangen van de zwakkere partij en van het algemeen belang.
7. De competitiviteit van ondernemingen vergroten
3.4 Aard van de wetsbepalingen
Algemene catch all bepaling in Boek 5 BW
Art. 5.3, tweede lid BW:
De bepalingen van dit boek zijn van aanvullend recht tenzij uit de tekst of de draagwijdte
ervan blijkt dat ze geheel of gedeeltelijk een karakter van dwingend recht of van openbare
orde hebben.
Boek 1 BW: geen regeling
- vergetelheid van de wetgever?
- zelfde regeling als bij Boek 5 BW?
4
,Deel I: Begrip en soorten
, Deel 1: Het begrip verbintenis en de soorten verbintenissen
Hoofdstuk 1: Het begrip verbintenis................................................................................... 2
1.1 Definitie verbintenis...................................................................................................... 2
A. Rechtsband tussen personen.................................................................................... 2
B. Ontstaan uit een RH, de wet of een rechtsfeit.......................................................... 2
C. Met het ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp....................3
D. Kan in rechte worden afgedwongen......................................................................... 3
1.2 Natuurlijke verbintenis.................................................................................................. 3
Uitgangspunt : situeren tussen morele plichten en vermogensrechtelijke
verbintenissen?............................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2: de verschillende soorten verbintenissen........................................................ 5
2.1 Indeling volgens het voorwerp van de verbintenis........................................................5
2.1.1 Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven............................5
2.1.2 Inspannings- en resultaatsverbintenissen (art. 5.72 BW).....................................5
2.1.3 Indeling volgens aantal voorwerpen.................................................................... 5
2.2 Indeling volgens aantal SE’s of SA’s................................................................................7
2.2.1 Uitzondering 1: Hoofdelijkheid (art. 5.160- 5.173 BW)........................................ 8
2.2.1.A Actieve hoofdelijkheid (art. 5.170 BW)....................................................... 8
2.2.1.B Passieve hoofdelijkheid(art. 5.160 BW).......................................................9
2.2.1.C Rechtsgevolgen tussen SE en SA’s............................................................. 10
2.2.2 Uitzondering 2: ondeelbare verbintenis (art. 5.166 BW)....................................11
2.2.2.A Actieve ondeelbaarheid (art. 5.170, §2 BW)............................................. 12
2.2.2.B Passieve ondeelbaarheid (art. 5.166, §1 BW)........................................... 12
2.2.2.C Gevolgen van de ondeelbaarheid..............................................................12
2.2.3 Uitzondering 3: verbintenis in solidum (art. 5.168 en 5.169 BW)...................... 13
2.3 Indeling volgens de modaliteiten................................................................................ 14
2.3.1 Verbintenis onder voorwaarde (zgn. voorwaardelijke verbintenis)....................14
2.3.1.A Kenmerken van de voorwaarde en soorten voorwaarde..........................15
Voorwaarde steunt op de wil van de partijen....................................................... 16
Art. 1172 oud BW: niet hernomen in Boek 5 (MvT verwijst naar gemeen recht
mbt ongeoorloofd vwp en oorzaak: vreemd!).......................................................17
2.3.2.C Ontbindende voorwaarde......................................................................... 19
2.3.2.D Contractuele vrijheid.................................................................................19
2.3.2.E Rechtsgevolgen van de voorwaarde?........................................................ 19
2.3.2 Verbintenissen met tijdsbepaling (art. 5.149-5.155 BW)................................... 22
2.3.2.A Begrip........................................................................................................ 22
2.3.2.B Rechtsgevolgen......................................................................................... 23
2.3.2.C Respijttermijnen........................................................................................ 23
1
, Hoofdstuk 1: Het begrip verbintenis
1.1 Definitie verbintenis
Oud BW:
Geen definitie in oud BW, wel in RL, bestaat uit vier componenten:
A. rechtsband tussen personen
B. ontstaan uit een RH of een andere menselijke gedraging waaraan de wet of
rechtspraak rechtsgevolgen vastknoopt
C. met als voorwerp het doen ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken
D. kan in rechte worden afgedwongen
Boek 5 BW:
Artikel 5.1.BW Verbintenis7
Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar,
indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
MvT: klemtoon op juridische afdwingbaarheid8
A. Rechtsband tussen personen
- Tussen personen9, een persoon is een houder van subjectieve rechten (natuurlijke
persoon of rechtspersoon)
- Waarbij de ene een vorderingsrecht heeft op de andere (aanspraak jegens een
persoon op een bepaalde gedraging)
- Verschil met zakelijk recht (geeft zeggenschap op een zaak, vb. eigendom,
vruchtgebruik)
- Verschil in geldingskracht (het geldt enkel inter partes, bij een zakelijk recht is dat
bijvoorbeeld erga omnes)
B. Ontstaan uit een RH, de wet of een rechtsfeit
Een rechtshandeling
Art. 1.3 BW Rechtshandeling
De rechtshandeling is de wilsuiting waarbij een of meer personen de bedoeling hebben om
rechtsgevolgen te doen ontstaan.
- Uit overeenkomst: rechtsband tussen minstens 2 personen (meerzijdige RH) m.h.o.
op het doen ontstaan van rechtsgevolgen Vb. koop, huur, …
- Uit eenzijdige rechtshandeling Vb. aanbod
7
Hiermee vult de wetgever een lacune op.
8
De afdwingbaarheid maakt het onderscheid met een afspraak. Als je bv afspreekt om naar de cinema te gaan
en niet opdaagt dan is dat geen schending van een verbintenis want die is niet afdwingbaar en dus simpelweg
een afspraak.
9
Altijd minimum twee personen.
2
,Een rechtsfeit Vb. fout, gebrekkige zaak,…
= feiten waaraan - indien de toepassing waarde ervan vervuld zijn - rechtsgevolgen worden
vastgeknoopt die niet beoogd werden door de erbij betrokken personen.
Cf. art. 5.3 BW
C. Met het ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp
- Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen, of iets te geven (overdracht zakelijk
recht)
- Inspannings- of resultaatsverbintenis
- Maakt in vermogen van SE een in geld waardeerbare vermogens post uit en in
vermogen van SA een passief dat zijn vermogen belast
Bv: als iemand een boek verkoopt en er een overeenkomst wordt gesloten, is de
verkoopprijs een in geld waardeerbare vermogen post die in rechte kan worden
afgedwongen.
D. Kan in rechte worden afgedwongen
- Bij niet vrijwillige uitvoering van de verbintenis: afdwingbaarheid in rechte, eventueel
onder dwangsom
- Onderscheid met andere verbintenissen, zoals natuurlijke verbintenissen en
vriendschappelijke afspraken (of de gentlemen's agreement10)
1.2 Natuurlijke verbintenis11
Geen definitie in oud BW
Art. 5.2. Natuurlijke verbintenis
De natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden
afgedwongen.
Restitutie is niet mogelijk voor een natuurlijke verbintenis die zonder vergissing of dwang
werd nagekomen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke verbintenis doet een
verbintenis ontstaan.
10
Werd door de rechtbank van koophandel te Mechelen gedefinieerd als een afspraak die enkel een moreel
gezag bezit en die in rechte niet afdwingbaar is, omdat partijen bij een zodanig afspraak duidelijk niet de
bedoeling hebben om zich juridisch te verbinden.
11
Bv: Een alleenstaande moeder vindt de liefde van haar leven, die man wordt betrokken bij de opvoeding van
de kinderen, ook op financieel vlak. Later gaan ze uit elkaar en vordert de man een terugbetaling van al zijn
uitgaven die naar de kinderen van de alleenstaande moeder gingen. Antwoord: dit is een natuurlijke
verbintenis, de uitvoering (financieel helpen met de opvoeding van de kinderen) kan niet worden
afgedwongen. In dit geval is restitutie niet mogelijk.
3
, Uitgangspunt : situeren tussen morele plichten en vermogensrechtelijke verbintenissen?
Verbintenis die geldig bestaat maar die in beginsel niet in rechte kan worden afgedwongen,
hoewel ze – wanneer ze vrijwillig werd nagekomen – niet kan leiden tot terugvordering van
prestaties
Voorwaarde 1
- Erkenning van SA dat hij tot nakoming is gehouden door de vrijwillige nakoming van
een louter morele plicht
Voorwaarde 2
- Gehoudenheid van de SA wordt door de maatschappij als vanzelfsprekend aanvaard.
(bv zoals de hulp die een meemoeder of meevader biedt)
- Noopt tot terughoudendheid!
- Rekening houdend met maatschappelijke evoluties
Talrijke toepassingen:
Let op: onaantastbare beoordeling door feitenrechter:
- Alimentatieplicht in hoofde van lesbische meemoeder na beëindigen relatie
- Uitgaven door feitelijk samenwonende partners tijdens de periode van samenwonen
- Betaling begrafeniskosten door niet-erfgenaam
→ Iemand die een natuurlijke verbintenis aangaat kan erna dus geen terugbetaling
vorderen.
4