100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting biochemie II : metabolische diversiteit (2de jaar)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
166
Geüpload op
16-12-2025
Geschreven in
2024/2025

resultaat examen : 15/20 samengevat met liveopnames (dus wat belangrijk is voor examen ook erbij geschreven) + powerpoints


















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 december 2025
Aantal pagina's
166
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

HOOFDSTUK 1: INLEIDING TOT METABOLISME
1.1. inleiding
verondersteld te kennen/hoe het werkt:
-​ enzymatische katalyse
-​ regulatie van enzymactiviteit d.m.v. allosterie
→ allosterische regulatie
→ covalente modificatie
→…
-​ structuur van eiwitten (weten wat het betekent)
→ secundaire structuur = secundaire structuurelementen zoals α-helices/β-strands
→ tertiaire structuur = structuur v volledig opgevouwen eiwit
→ quaternaire structuur = interactie tss vss eiwitten die samen structuur vormen
-​ chemische structuur van aminozuren
→ gegeven AZ knn herkennen
→ kerneigenschappen AZ herhalen vb.:
➢​ aspartaat = negatief geladen ionaire AZ
➢​ isoleucine, valine = hydrofoob AZ
kadering cursus:
-​ centraal koolstof-metabolisme = centrale reacties die leven mogelijk maken
-​ organoheterotrofe organismen, zoals mens
1.1.1. metabolisme
-​ metabolisme:
→ proces van afbraak, synthese van biologische moleculen
→ complex, sterk gereguleerd netwerk v enzymatische reacties
→ som alle (enzymatische) reacties = LEVEN

-​ algemene metabolische principes hetzelfde in alle organismen:
→ dankzij:
➢​ gemeenschappelijke evolutionaire oorsprong
➢​ beperkingen opgelegd door wetten v thermodynamica
→ variaties te wijten aan:
➢​ bezetting vss ecologische niches
➢​ vss in vrije E bronnen ~ voeding
-​ organismen onderverdeeld naargelang voedingsstrategie:
→ 3 ! elementen bepalen welke voedingsstrategie
→ 3 vragen:
1. vanwaar komt de energie om alle reacties aan te drijven?
➢​ licht → fototroof
➢​ (an)organische verbindingen → chemotrofen
➢​ radioactieve straling → ‘radiotrofen’
❖​ overleven n enkel op radioactieve straling (halen extra voordeel eruit)
2. vanwaar komen de nodige elektronen voor het maken covalente bindingen?
➢​ anorganische verbindingen → lithotrofen
➢​ organische verbindingen → organotrofen
3. vanwaar komt de koolstof om een organisme op te bouwen?
➢​ CO2 (of zelden: CH4) → autotrofen
➢​ organische verbindingen → heterotrofen

, → vbn:
➢​ chemosynthese:
❖​ bij andere bacteriën en archaea
❖​ 1ste type metabolisme (onder de vorm chemolithoautotrofie)
❖​ anorganische verbindingen voor zowel E als e- gebruikt w en meestal
CO2 als koolstofbron
❖​ chemoorgano(hetero)trofen
●​ protista, fungi en dieren
●​ vaak organische verbindingen als E, e- en koolstofbron
❖​ chemoorganoautotroof (ter info)
●​ methanol als E-bron + e- bron, CO2 als koolstofbron
●​ belang: maken eiwitten/organische verbindingen uit CO2
●​ winst in efficiëntie + ecologische waarde
●​ gist beter dan bacteriën
❖​ chemische energie gebruiken voor koolstoffixatie
●​ CO2 fixeren tot grotere verbindignen
➢​ fotosynthese:
❖​ planten, algen en cyanobacteriën
❖​ E uit zonlicht, e- uit water om CO2 te reduceren tot cellulaire
componenten → foto(litho)autotrofen
❖​ fotoautotrofen gebruiken vaak ook organische als e- donor, -litho-
vaak weggelaten
❖​ licht gebruiken voor koolstoffixatie
→ heterotrofen afhankelijk v autotrofen( dus v foto- of chemosynthese) voor overleven

-​ metabolisme:
→ definitie:
1.​ het verkrijgen van E, koolstof en elektronen
➢​ vb. afbraak nutriënten, zonne-energie,etc.
2.​ het verbruiken van E, koolstof en elektronen voor uitvoeren cellulaire functies
➢​ vb. synthese van moleculen eigen aan de cel

, → onderverdeling in:

1) katabolisme = degradatie (afbraak)
➢​ energierijke voedingsstoffen opnemen
➢​ afbreken tot energiearme(vrije) eindproducten
(vrij in biochemische context)
➢​ katabole pathways stellen E vrij
❖​ deel gebruikt vorming ATP + gereduceerde
elektronendragers zoals NADH, NADPH,
FADH2
❖​ rest E verloren als warmte
❖​ w dus tijdelijk opgeslagen als chemische E


2) anabolisme = biosynthese (opbouwen)
➢​ vertrekken van precursoren
➢​ gebruikt om nodige biopolymeren op te bouwen
➢​ anabole reacties vereisen E
❖​ in vorm ATP en reducerend vermogen andere
moleculen

⇒ 2 aan elkaar gelinkt via de tussenkomst v die E dragers en
elektronendragers




1.1.2. metabolische pathways
-​ enkele definities:
→ >2000 gekende metabolische reacties, uitgevoerd door specifiek enzym
~ paar (zeer zeldzame) uitz. waarbij reactie op chemisch niveau zonder hulp
enzym toch snel genoeg gaat om in metabolisme aan significante snelheid door
te gaan
→ vss tss organisme, celtype,etc.
→ pathway = reeks v opeenvolgende reacties gekatalyseerd door enzymen
→ per reactie chemische verandering aangebracht
→ resultaat: precursor molecule w omgezet tot product via een reeks intermediairen
→ metabolieten = precursoren + intermediairen + producten (alle chemische
verbindingen die bewerkt w in die pathways)
→ metabolisme opgebouwd uit vertakte, lineaire of cyclische pathways
➢​ meeste:
❖​ lineair:
●​ v startpunt naar bepaald eindpunt
●​ zetten een enkel reactant om tot een eindproduct
❖​ vertakt:

, ●​ convergent:
o vss precursoren omgezet tot hetzelfde product
o vanuit vss startpunten naar centraal punt kunt gaan
o katabole pathways (convergeert naar simpelere molecules)
●​ divergent:
o vss eindproducten w gevormd uit dezelfde precursor
molecule
o vanuit centraal punt naar vss eindpunten
o anabole pathways
➢​ uitzonderlijk:
❖​ cyclisch:
●​ meest bekende vb. v cyclische cyclus = citroenzuurcyclus
●​ eindpunt v pathway terug een input molecule is om de pathway
opnieuw te knn starten (wat overschiet v cyclus is nodig voor
nieuwe cyclus)
●​ hetgene erin stopt in begin pathway doorlopen terug hetzelfde
●​ nooit het enige wat je erin stopt




-​ eukaryoten: compartimentalisatie v metabolisme
➔​ bij prokaryoten vrij simpel; cel met 1 celmembraan/celwand errond waarin
alles gebeurd (binnenin 1 gemengde vloeistof)
➔​ vss pathways gaan door in vss organellen!
❖​ alle organellen specifieke functies die n overlappen met rest v de cel
❖​ bv. mitochondriën = energiefabriekjes v cel omdat veel v afbraak
pathway (oxidatieve afbraak pathways) die in ons lichaam doorgaan,
gaan daar in de mitochondriën door; is belangrijkste site waar zuurstof
verbruikt w in onze cellen
❖​ bv. in cytosol gaan andere pathways door die n aeroob zijn; een paar
biosynthetische pathways gaan door
➔​ waarom compartimentalisatie?
❖​ pathways scheiden om ze apart te knn controleren
(aanmaak&afbraak)

, ❖​ bepaalde centrale molecules in metabolisme (bv. coenzyme A) wil je
dat er veel v is of weinig v is afh. v de pathways die actief zijn en dit
kan je ook scheiden in locaties




-​ multicellulaire organismen: verdere compartimentalisatie v metabolismen
➔​ vss tss organen en weefsels: bvb. bij de mens gebeurt de synthese v glucose
vnl. in de lever, verbranding in hersenen en spieren
➔​ isozymen (= isoenzymen) zijn het gevolg v deze specialisatie (de
compartementalisatie):
❖​ ze katalyseren dezelfde reactie (chemische omzetting is hetzelfde)
❖​ ze w gecodeerd door vss genen (enzym/eiwit is een ander eiwit,
hierdoor vss eigenschappen)
❖​ ze hebben verschillende kinetische en regulatorische eigenschappen
❖​ bvb: hexokinase vs. glucokinase (zie later in cursus)
●​ zetten beide glucose om naar glucose-6-fosfaat
●​ glucokinase wel gereguleerd (kan aan/uit gezet w) en
hexokinase n (gaat altijd voort/ doet zijn werk)
-​ enzymen




➔​ hier op fig. spelen de enzymen hun rol:
❖​ rol bij:
●​ chemische omzettingen
●​ oogsten of terug spenderen v E en elektronen die geoogst zijn
geweest (die uit voedingsstoffen gehaald zijn geweest)
➔​ reacties w uitgevoerd door enzymen
❖​ enzymen katalyseren nagenoeg alle reacties uit de katabole en anabole
pathways
❖​ verlagen de vrije E v de transitietoestand: zonder enzymen zouden reacties té
traag doorgaan (m.a.w een n spontane reactie zal nooit spontaan w)

, ❖​ veranderen n de vrije energieverandering v de reactie (zie verder)
❖​ knn wel een endergone reactie (die n spontaan knn doorgaan) koppelen aan
een exergone reactie (energetisch gunstig), zodat deze eerste toch kan
doorgaan (zie verder)
●​ plakken er iets na waardoor energieniveau lager van w
●​ kan n spontane reactie hierdoor toch voorwaarts drijven naar een punt
waar die wel spontaan w (kijken naar totale verschil)
❖​ reageren met specifieke substraten en vermijden zo de vorming v
ongewenste en/of toxische bijproducten
➔​ soorten enzymen (ter illustratie zodanig je naam ziet weet wat het betekent):




1.2. thermodynamische beschouwingen
1.2.1 thermodynamica, evenwichtsconstante en gibbs vrije E
-​ thermodynamica
➔​ het begrip vrije E verandering (ΔG)
❖​ katabole reacties ‘maken meestal E beschikbaar’ (ΔG<0)
❖​ anabole reactie ‘verbruiken meestal E’ (ΔG>0, maar gaat er iets tegen
smijten dat het toch in staat stelt om die toch te doen doorgaan, zoals
bv. ATP, NADH of iets dergelijks)
❖​ MAAR: in vivo gaan alle reacties gepaard met een netto daling in vrije
E, i.e. ΔG<0, door het koppelen v thermodynamisch gunstige en
ongunstige reacties (ATP gaan verbranden of iets ander om het toch
te doen gaan)
❖​ vrije E (verandering) is dus geen eigenschap v een enkelv. molecule,
maar wel v een systeem (een geheel)
❖​ de vrije E verandert wnr het systeem een chemische reactie
ondergaat
❖​ definitie ΔG voor A+B ↔ C+D: ΔG = ΔG^0’ + RT ln [C][D]/[A][B] =




●​ reactiequotiënt opgebouwd uit vss conc. v de vss moleculen
die deelnemen aan de reactie
●​ stel A+2B ↔ C+3D (de cijfers w machten in de formule)
●​ ‘ bij standaard vrije E verandering duidt aan dat we voor
biochemische standaard kiezen

, ❖​ bij evenwicht is ΔG = 0 en nemen de metabolieten hun
evenwichtsconc. aan. dit w gekarakteriseerd door de
evenwichtsconstante, met andere woorden bij evenwicht is Q = Keq




➔​ het begrip biochemische standaard vrije E verandering
❖​ ΔG^0’ is een cte voor een welbepaalde reactie
❖​ ΔG^0’<0: reactie spontaan in biochemische standaardcondities
❖​ ΔG^0’>0: n spontaan in biochemische standaardcondities
❖​ ‘biochemische’ standaardcondities:
●​ 1. als water gevormd of verbruikt w, zit dit verrekend in ΔG^0’
(als water rol speelt in biochemische reactie en je krijgt ΔG^0’
dan moet je water n in rekening brengen, n meer in reactie-
quotiënt (RQ) schrijven want verrekend in ΔG^0’)
●​ 2. ΔG^0’ geldt bij pH = 7.00 en druk = 1 atm (# H+’en ook in
verrekend dus hier ook geen rekening meehouden)
●​ 3.temp. is 25°C (of 37°C, afh. v geraadpleegde bron)
⇒ zijn de 3 standaard biochemische standaard condities
●​ 4. ΔG = ΔG^0’ wnr reagentia allemaal aan 1M bij elkaar
gevoegd zouden w (behalve protonen en water) onder
standaard condities
❖​ MAAR: standaard condities komen zelden voor in de cel, dus ΔG ≠
ΔG^0’ (standaard condities is ook 1 molair v alle reagentia, dit is
hetzelfde bij fysische standaard condities ΔG^0)
❖​ spontaniteit v een reactie hangt dus ook af v werkelijke conc. v
metabolieten en n enkel v ΔG^0’
❖​ formule ΔG^0’ = -RTlnK’eq
1.2.2 gekoppelde reacties
-​ een endergoon proces kan doorgaan via koppeling aan een exergoon proces
-​ uitgewerkt vb. v het koppelen v reacties




➔​ reactie waarbij glucose gecondenseerd w met fosfaat tot glucose-6-P (=
biosynthetische reactie (moet E erin steken), vorming nieuwe binding tss
glucose en fosfaat kost E)
➔​ reactie verbranding of hydrolyseren v ATP krijg je ADP en fosfaat (E komt
hierbij vrij
➔​ als je de 2 halfreacties toevoegt/ samenvoegt dan totaal v -16,7 v gibbs vrije
E = in totaliteit een spontane reactie
➔​ biosynthetische reactie aangedreven met verbruik v een E-rijke molecule ATP

, -​ indien som v reacties exergoon is, dan gaat een reeks reacties door in de
voorwaartse richting
1.2.3 thermodynamica en flux doorheen metabolische pathways
-​ thermodynamica & metabole controle (zeer belangrijk stuk)
➔​ levende wezens hebben systeem waarbij ∆G nooit 0 w
❖​ steekt altijd substraat bij en zorgt ervoor dat op elk geg. moment dat
er een negatieve ∆G blijft bestaan (houdt onevenwicht in stand)
➔​ de meeste metabole reacties gaan door dicht bij het evenwicht:
❖​ de reacties zijn reversibel (∆G ≈ 0) (bij de meeste individuele reacties)
❖​ reden: enzym werkt voldoende snel (altijd actief)
❖​ veranderingen in substraatconc. hebben een invloed op de snelheid v
de reacties
➔​ sommige reacties gaan door ver van het evenwicht:
❖​ de reacties zijn irreversibel (∆G <<< 0)
❖​ reden: enzym werkt ‘te traag’, zodat evenwicht nooit bereikt w
●​ de snelheidsbepalende stap (SBS) enzymen werken zeer
traag (doordat ze zo traag werken ontstaat dat onevenwicht en
veroorzaakt ∆G veel < 0; doordat enzym traag werkt, dat is
oorzaak ∆G veel < 0 want houdt substraten tegen en zorgt dat
er weinig product is en veel substraat waardoor de
concentraties zodanig w dat ∆G heel klein w)
❖​ veranderingen in substraatconc. hebben weinig effect op de snelheid v
de reactie
❖​ enkel veranderingen in de activiteit v het enzym knn de
reactiesnelheid beïnvloeden (regulatie!! vb. allosterie)
❖​ deze reacties komen voor op strategische plaatsen in de metabolische
pathways → controle v metabolische pathway (= sleutelreacties, 1 of 2
per pathway waarbij de ∆G sterk negatief gehouden w zodanig dat de
∆G v de hele pathway ook sterk negatief blijft )
-​ metabole flux
➔​ flux = snelheid waarmee metabolieten doorheen een metabole pathway
stromen
➔​ het bepalen v de flux vereist identificatie v de n-equilibrium reacties, die
voorkomen op cruciale plaatsen
➔​ door het bestaan v n-equilibrium reacties:
❖​ zijn metabole pathways irreversibel; het voorkomen v een sterk
exergone reactie maakt de volledige pathway irreversibel
❖​ zijn er cruciale stappen in alle pathways; een sterk exergone
reactie, gewoonlijk aan het begin v de pathway, garandeert dat het
product v deze reactie zeker de pathway doorloopt
❖​ zijn katabole en anabole pathways verschillend
●​ indien de reactie v metaboliet 1 naar 2 exergoon is, dan zou de
omgekeerde reactie endergoon zijn (2 → A → 1)
●​ 2 onafhankelijke pathways knn op een onafhankelijke
manieren gecontroleerd w (2 → X → Y → 1)
-​ controle v de metabolische flux

, ➔​ levende organismen streven ‘steady state’ toestand na (continu substraat
toegevoegd en E eruit gehaald) en geen evenwicht (equilibrium) !! (wil
zeggen dat je dood bent)
➔​ enkel n-equilibrium reacties knn arbeid verrichten
➔​ bij equilibrium is ∆G = 0 en is er geen flux v metabolieten doorheen de
pathway
➔​ flux doorheen de pathway:
❖​ w bepaald door de n-equilibrium reacties = snelheids-bepalende
stap(pen) = traagste stap in de pathway
❖​ w aangepast naargelang noden v organisme door veranderingen aan
de n-equilibrium reacties
-​ Ilya Prigogine
➔​ belangrijke rol in ontdekking/beschrijving
➔​ 1977: Nobelprijs voor chemie
➔​ bekend v definitie v ‘dissipatieve structuren’ en rol in thermodynamische
systemen die n in evenwicht zijn
❖​ door lokale en microscopische veranderingen knn uit dergelijke
processen spontaan nieuwe geordende structuren ontstaan, die
echter dissipatief zijn (moeten continu E verbruiken/vrijgemaakt w om
geordende structuren geordend te houden). ze blijven slechts
voortbestaan indien voortdurend E en materie in een constante flux
met de omgeving w uitgewisseld

1.2.4 controlemechanismen voor controle vd flux
-​ in pathway vss stappen/enzymatische reacties, beperkt # groot verval in E (-∆G)
doordat er een enzym zit die traag of niet snel werkt -> zijn controlepunten van hele
pathway
-​ 4 mechanismen (hoe kan enzym zijn snelheid trager of sneller kan maken als het op
zo’n punt zit waar ∆G sterk negatief is)
1.​ allosterische controle
➔​ = enzym met allosterische site waar effector (substraat, product,
co-enzym,...) molecule aan bindt -> conformationele verandering ->
affiniteit substraat beïnvloeden -> enzymactiviteit beïnvloeden
(activeren of inhiberen)
➔​ productinhibitie/feedbackinhibitie vaak te zien : eindpunt van pathway
die ergens stroomopwaarts snelheidsbep stap gaat inhiberen




➔​ feedforward activatie : allereerste beginP of substraat van snelheidbep
stap zelf zal snelheidbep zal activeren
2.​ covalente modificaties
➔​ meest voorkomend : fosforylaties/defosforylaties (op specifieke sites)
van enzymen op Ser/Thr -> veranderingen in enzymactiviteit

, 3.​ substraat cycling (f + r)




➔​ figuur :
❖​ f : B -> C is snelheidsbep stap & kan enkel doorgaan in
voorwaartse richting
❖​ r : C -> B (terugwaartse stap) door ander enzym met ander
chemische R uitgevoerd w (want voorwaartse sterk -∆G dus
knn niet zomaar terug en dus via een ander pad)
❖​ lijkt nutteloze stap want Everspilling en in rondjes MAAR laat
toe nog fijnere regulatie vd snelheid te doen op dat punt
(dus eig geen controlemechanisme) -> vf en vr knn onafh van
elkaar gereguleerd w
●​ voordelen :
o voorwaartse kraan en terugwaartse open en dicht
zetten = groter dynamisch bereik
o pathway omdraaien door productie enzym r (alle
andere enzymen hierdoor recycleren)
●​ substraat cycli zéér gevoelig voor allosterische controle




4.​ genetische controle
➔​ eiwitsynthese aanpassen naargelang metabolische behoeften (meer
of minder bijmaken van een bep enzym) -> dus conc enzymen (alle
EW eig) kan w aangepast
➔​ vaak onder hormonale controle
-​ v waarmee controlemechanismen mee werken
€13,56
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
maritmette1

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
maritmette1 Universiteit Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
10
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen