Samenvatting hoogrisico neonatologie

Deel
N.
Voorspoels

,2

,3

, Prematuriteit
TERMINOLOGI Indeling naar zwangerschapsduur
E  Immaturiteit: <28 weken
 Prematuriteit of preterm: 28-36 6/7 weken
 Aterm: 37-41 6/7 weken
 Serotiniteit, postterm: > 42 weken

Indeling naar geboortegewicht
 Extreme low birth weight infant – ELBWI: < 1000 gram
 Very low birth weight infanct – VLWBI: 1000 – 1500 gram
 Low birth weight infanct – LBWI: 1500 – 2500 gram

KENMERKEN  klein en lager gewicht
 groot hoofd in verhouding tot rest van lichaam
 weinig onderhuids vet
 dunne huid met zichtbare aders onder huid
 weinig haar
 gladdere voetzolen (weinig vouwen)
 zachte oren met weinig kraakbeen
 onderontwikkeld borstweefsel
 meisje: grote schaamlippen bedekken kleine schaamlippen nog niet
 jongen: kleine balzak met weinig plooien, zaadballen zijn bij extreem
 prematuur nog niet ingedaald
 Snelle ademhaling met korte pauzes, vaak met aanvallen van apneu
 matig , slecht gecoördineerde zuig- en slikreflex
 verminderde lichamelijke activiteit
 slaapt zeer veel
 de voorste en achterste fontanel zijn groot
 minder darmperistaltiek

OORZAKEN Maternele factoren Foetale factoren
 Geschiedenis van premature geboorte  Malformaties
 Malnutritie  Multiple geboorten
 Uterine abnormaliteiten  Prematuur gebroken vliezen
 Hydramnios
 Leeftijd < 16 of > 35 jaar Omgevingsfactoren
 Cyanotische hartziekte en andere chronische  Lagere sociale klasse
aandoeningen
 Korte zwangerschapsinterval Gewoonten
 Infectie  Roken
 Trauma  Vermoeidheid / activiteit
 Hypertensie
Geïnduceerde factoren
 Verandering in psycho- en sociale omstandigheden
 Dreigend miskraam
 Medisch geassisteerde voortplantingstechnieken: meerling zws (IVF)

PROBLEMEN  Problemen met gasuitwisseling door:
 Onderontwikkeld AH-centrum
 Onvoldoende longexpasnei
 Onvoldoende spiertonus
 RDS
 Onderontwikkelde zenuwbanen

Belangrijk om als vroedvrouw de kenmerken te herkennen:
 Neusvleugelen
 Snelle ademhaling
 Periodische ademhaling
 Apneu’s
 Saturatiedalingen


 Acidose gevaar door:
 Slechte gasuitwisseling


4