Personen-, familie- en
relatievermogensrecht
prof. dr. Gerd Verschelden /
2025-2026
Anouk Planckaert
1
,Deel I: Verticale Relaties
Titel I. Afstamming
Hoofdstuk 1: inleiding en moederschap
1. Algemene betekenis
Afstamming duidt op de bloedverwantschap tussen personen.
Er is een onderscheid tussen:
Algemeen: natuurlijke band tussen personen met gemeenschappelijke afkomst.
Bijzonder (juridisch): de juridisch vastgestelde ouderschapsband tussen ouder en kind.
2. Biologische versus juridische afstamming
Deze vallen niet altijd samen:
Biologische afstamming: feitelijke genetische band.
Juridische afstamming: band die door de wet of rechter wordt erkend.
→ Een kind kan dus juridisch een vader hebben die biologisch niet de verwekker is.
Voorbeeld:
De echtgenoot van de moeder wordt wettelijk als vader vermoed bij de geboorte, zelfs als hij
biologisch niet de verwekker is.
3. Betwisting van het vaderschap
Indien biologische en juridische afstamming niet overeenstemmen, kan het
vaderschap juridisch betwist worden via een gerechtelijke procedure.
→ Doel: afstemming van juridische status op biologische realiteit, tenzij het belang van het
kind dit verhindert.
2
,I. Grondslagen van de juridische afstamming
De wet erkent meerdere gronden waarop een juridische afstamming kan rusten:
1. Bloedband (biologisch fundament)
o Genetische verwantschap blijft een belangrijk uitgangspunt.
o Wordt bewezen via DNA-onderzoek.
o Kan dienen als bewijs van vaderschap of als element bij betwisting.
2. Sociaal gedrag (bezit van staat)
o Wanneer een persoon feitelijk optreedt als ouder en als dusdanig wordt
erkend in de samenleving (zorg, opvoeding, affectieve band).
o Dit kan dienen als bewijsmiddel of als belemmering bij betwisting van de
afstamming.
3. Wil of intentie
o Afstamming kan ontstaan op basis van de wil om ouder te zijn, ongeacht
biologische band.
o Voorbeelden: erkenning door niet-biologische ouder, meemoederschap bij
lesbisch koppel.
4. Belang van het kind
o Geen zelfstandige grondslag, maar een doorslaggevend criterium bij
conflicten.
o Elke hervorming in het afstammingsrecht streeft naar een evenwicht tussen
deze grondslagen en het kindbelang.
II. Juridische aard van afstamming versus adoptie
Kenmerk Afstamming Adoptie
Aard Declaratief Constitutief
Inhoud Bevestigt een reeds Schept een nieuwe juridische
bestaande ouderkindband band
Retroactiviteit Werkt terug tot aan de Werkt slechts vanaf het
verwekking adoptievonnis
Grondslag Biologisch of sociaal Sociaal affectief
affectief ( jeugdbeschermingsmaatrege
l)
Toelichting
3
, Afstamming: bevestigt wat reeds bestond — men is ouder vanaf de verwekking.
Adoptie: creëert nieuw ouderschap, onafhankelijk van biologische band.
→ Beide zijn vormen van verwantschap maar met verschillende oorsprongen.
III. Verwantschap: begrippen en structuur
1. Soorten verwantschap
Rechte lijn: personen die rechtstreeks van elkaar afstammen (ouder, grootouder, kind,
kleinkind).
Zijlijn: personen die een gemeenschappelijke stamouder delen (broers, zussen,
ooms, tantes, neven, nichten).
2. Gevolgen van juridische verwantschap
Een juridische afstammingsband brengt diverse rechten en plichten met zich mee:
Familienaam: overgedragen via juridische afstamming.
Erfrecht: afstammelingen zijn erfgenamen volgens het Burgerlijk Wetboek.
Onderhoudsplicht (art. 203–205 oud BW): wederzijdse verplichting tussen ouders
en kinderen.
Ouderlijk gezag: automatisch verbonden aan juridisch erkend ouderschap.
Voogdij en beschermingsmaatregelen bij minderjarigen.
IV. Rechten van (donor)kinderen – Biologische
verwantschap
1. Recht op afstammingsinformatie
Het kind heeft een fundamenteel recht op kennis van zijn afkomst:
MBV-wet (2007) en art. 368-6 oud BW (2005) voorzien beperkte toegang tot
gegevens over donoren.
Sinds 2020: Vlaams Afstammingscentrum, dat genetische databanken beheert en
kinderen helpt bij hun zoektocht.
2. Evolutie naar afschaffing van absolute anonimiteit
GwH 26 september 2024 (nr. 102/2024): absolute anonimiteit van
gametendonoren schendt de rechten van kinderen.
Verwacht tegen 2027: hervorming die meer toegang tot donoridentiteit mogelijk
maakt.
4
relatievermogensrecht
prof. dr. Gerd Verschelden /
2025-2026
Anouk Planckaert
1
,Deel I: Verticale Relaties
Titel I. Afstamming
Hoofdstuk 1: inleiding en moederschap
1. Algemene betekenis
Afstamming duidt op de bloedverwantschap tussen personen.
Er is een onderscheid tussen:
Algemeen: natuurlijke band tussen personen met gemeenschappelijke afkomst.
Bijzonder (juridisch): de juridisch vastgestelde ouderschapsband tussen ouder en kind.
2. Biologische versus juridische afstamming
Deze vallen niet altijd samen:
Biologische afstamming: feitelijke genetische band.
Juridische afstamming: band die door de wet of rechter wordt erkend.
→ Een kind kan dus juridisch een vader hebben die biologisch niet de verwekker is.
Voorbeeld:
De echtgenoot van de moeder wordt wettelijk als vader vermoed bij de geboorte, zelfs als hij
biologisch niet de verwekker is.
3. Betwisting van het vaderschap
Indien biologische en juridische afstamming niet overeenstemmen, kan het
vaderschap juridisch betwist worden via een gerechtelijke procedure.
→ Doel: afstemming van juridische status op biologische realiteit, tenzij het belang van het
kind dit verhindert.
2
,I. Grondslagen van de juridische afstamming
De wet erkent meerdere gronden waarop een juridische afstamming kan rusten:
1. Bloedband (biologisch fundament)
o Genetische verwantschap blijft een belangrijk uitgangspunt.
o Wordt bewezen via DNA-onderzoek.
o Kan dienen als bewijs van vaderschap of als element bij betwisting.
2. Sociaal gedrag (bezit van staat)
o Wanneer een persoon feitelijk optreedt als ouder en als dusdanig wordt
erkend in de samenleving (zorg, opvoeding, affectieve band).
o Dit kan dienen als bewijsmiddel of als belemmering bij betwisting van de
afstamming.
3. Wil of intentie
o Afstamming kan ontstaan op basis van de wil om ouder te zijn, ongeacht
biologische band.
o Voorbeelden: erkenning door niet-biologische ouder, meemoederschap bij
lesbisch koppel.
4. Belang van het kind
o Geen zelfstandige grondslag, maar een doorslaggevend criterium bij
conflicten.
o Elke hervorming in het afstammingsrecht streeft naar een evenwicht tussen
deze grondslagen en het kindbelang.
II. Juridische aard van afstamming versus adoptie
Kenmerk Afstamming Adoptie
Aard Declaratief Constitutief
Inhoud Bevestigt een reeds Schept een nieuwe juridische
bestaande ouderkindband band
Retroactiviteit Werkt terug tot aan de Werkt slechts vanaf het
verwekking adoptievonnis
Grondslag Biologisch of sociaal Sociaal affectief
affectief ( jeugdbeschermingsmaatrege
l)
Toelichting
3
, Afstamming: bevestigt wat reeds bestond — men is ouder vanaf de verwekking.
Adoptie: creëert nieuw ouderschap, onafhankelijk van biologische band.
→ Beide zijn vormen van verwantschap maar met verschillende oorsprongen.
III. Verwantschap: begrippen en structuur
1. Soorten verwantschap
Rechte lijn: personen die rechtstreeks van elkaar afstammen (ouder, grootouder, kind,
kleinkind).
Zijlijn: personen die een gemeenschappelijke stamouder delen (broers, zussen,
ooms, tantes, neven, nichten).
2. Gevolgen van juridische verwantschap
Een juridische afstammingsband brengt diverse rechten en plichten met zich mee:
Familienaam: overgedragen via juridische afstamming.
Erfrecht: afstammelingen zijn erfgenamen volgens het Burgerlijk Wetboek.
Onderhoudsplicht (art. 203–205 oud BW): wederzijdse verplichting tussen ouders
en kinderen.
Ouderlijk gezag: automatisch verbonden aan juridisch erkend ouderschap.
Voogdij en beschermingsmaatregelen bij minderjarigen.
IV. Rechten van (donor)kinderen – Biologische
verwantschap
1. Recht op afstammingsinformatie
Het kind heeft een fundamenteel recht op kennis van zijn afkomst:
MBV-wet (2007) en art. 368-6 oud BW (2005) voorzien beperkte toegang tot
gegevens over donoren.
Sinds 2020: Vlaams Afstammingscentrum, dat genetische databanken beheert en
kinderen helpt bij hun zoektocht.
2. Evolutie naar afschaffing van absolute anonimiteit
GwH 26 september 2024 (nr. 102/2024): absolute anonimiteit van
gametendonoren schendt de rechten van kinderen.
Verwacht tegen 2027: hervorming die meer toegang tot donoridentiteit mogelijk
maakt.
4