Practicum Spectrometrie
Experiment 1; Emissiespectrum van Helium
1. Doel
We willen het emissiespectrum van Helium bepalen op twee manieren. Eerst via
een prismaspectroscoop en vervolgens via een roosterspectrofotometer. Ook
willen we bekijken welke methode het nauwkeurigste is.
2. Metingen en Resultaten
a) Tabel - Prismaspectroscoop
Kleur Schaalverdeling Intensiteit Golflengte
(10^-9 m)
Paars 15,9±0,1 2 388,9
Violet 15,0±0,1 1 396,5
Violetblauw 14,4±0,1 1 402,6
Donkerblauw 13,2±0,1 2 412,1
Blauw 12,9±0,1 3 414,4
Turkoois 12,0±0,1 2 471,3
Lichtgroen 11,4±0,1 2 492,2
Groen 11,2±0,1 3 501,6
Donkergroen 11,1±0,1 1 504,8
Geel 9,5±0,1 3 587,6
Rood 8,5±0,1 3 667,8
Donkerrood 8,2±0,1 2 706,5
b) Grafiek: Zie bijlage 1
De nauwkeurigheid van de prismaspectroscoop:
, ● Rode gebied;
𝜆 donkerrood - 𝜆 rood = 706,5 nm - 667,8 nm = 38,7 nm
We hebben ook een verschil van 3 streepjes op de schaalverdeling, dus delen we
de golflengte door 3 om de nauwkeurigheid op 0,1 te meten.
38,7 nm/3 = 12,9 nm per 0,1 verschil op de schaalverdeling in het rode
gebied
● Blauwe gebied;
𝜆 lichtblauw - 𝜆 blauw = 471,3 nm - 414,4 nm = 56,9 nm
Hier hebben we een verschil van 9 streepjes op de schaalverdeling, dus delen we
de golflengte door 9 om de nauwkeurigheid op 0,1 te meten
56,9 nm/9 = 6,322222 … nm is afgerond 6,32 nm per 0,1 verschil op de
schaalverdeling in het blauwe gebied
De nauwkeurigheid voor elk gebied respectievelijk is niet even groot. Omdat
blauw licht meer gebroken wordt door een prisma is er een grotere scheiding
tussen de dicht op elkaar gepakte blauwe golflengtes i.t.t. het rode licht dat
minder gebroken wordt.
Roosterspectrofotometer
Kalibratie Amplitude
Het intensiteitsprofiel dat bij de piek lager gelegen is is hetgene genomen zonder
amplitudecorrectie. We merken dat i.t.t. het gecorrigeerde intensiteitsprofiel er
in deze curve grote schommelingen zijn en dat de grafiek er niet glad en
“bruikbaar” uitziet.
Voor - Kalibratie Golflengte
Experiment 1; Emissiespectrum van Helium
1. Doel
We willen het emissiespectrum van Helium bepalen op twee manieren. Eerst via
een prismaspectroscoop en vervolgens via een roosterspectrofotometer. Ook
willen we bekijken welke methode het nauwkeurigste is.
2. Metingen en Resultaten
a) Tabel - Prismaspectroscoop
Kleur Schaalverdeling Intensiteit Golflengte
(10^-9 m)
Paars 15,9±0,1 2 388,9
Violet 15,0±0,1 1 396,5
Violetblauw 14,4±0,1 1 402,6
Donkerblauw 13,2±0,1 2 412,1
Blauw 12,9±0,1 3 414,4
Turkoois 12,0±0,1 2 471,3
Lichtgroen 11,4±0,1 2 492,2
Groen 11,2±0,1 3 501,6
Donkergroen 11,1±0,1 1 504,8
Geel 9,5±0,1 3 587,6
Rood 8,5±0,1 3 667,8
Donkerrood 8,2±0,1 2 706,5
b) Grafiek: Zie bijlage 1
De nauwkeurigheid van de prismaspectroscoop:
, ● Rode gebied;
𝜆 donkerrood - 𝜆 rood = 706,5 nm - 667,8 nm = 38,7 nm
We hebben ook een verschil van 3 streepjes op de schaalverdeling, dus delen we
de golflengte door 3 om de nauwkeurigheid op 0,1 te meten.
38,7 nm/3 = 12,9 nm per 0,1 verschil op de schaalverdeling in het rode
gebied
● Blauwe gebied;
𝜆 lichtblauw - 𝜆 blauw = 471,3 nm - 414,4 nm = 56,9 nm
Hier hebben we een verschil van 9 streepjes op de schaalverdeling, dus delen we
de golflengte door 9 om de nauwkeurigheid op 0,1 te meten
56,9 nm/9 = 6,322222 … nm is afgerond 6,32 nm per 0,1 verschil op de
schaalverdeling in het blauwe gebied
De nauwkeurigheid voor elk gebied respectievelijk is niet even groot. Omdat
blauw licht meer gebroken wordt door een prisma is er een grotere scheiding
tussen de dicht op elkaar gepakte blauwe golflengtes i.t.t. het rode licht dat
minder gebroken wordt.
Roosterspectrofotometer
Kalibratie Amplitude
Het intensiteitsprofiel dat bij de piek lager gelegen is is hetgene genomen zonder
amplitudecorrectie. We merken dat i.t.t. het gecorrigeerde intensiteitsprofiel er
in deze curve grote schommelingen zijn en dat de grafiek er niet glad en
“bruikbaar” uitziet.
Voor - Kalibratie Golflengte