GEMEENSCHAPSGERICHT WERKEN
HOOFDSTUK 1: VERMAATSCHAPPELIJKING
STELLINGEN
Stelling 1: als je ervaringskennis hebt ben je een ervaringsdeskundige.
− Niet akkoord: het gaat over ervaring met ontwrichtende situaties
− Tweede deel: eigen ervaring overstijgen > dan pas ervaringsdeskundige
Stelling 2: een ervaringsdeskundige begrijpt zorgvragers beter
− Ja ,je begrijpt het beter om psychisch te lijden, te begrijpen.
− Nee, iedereen is uniek, elk verhaal is uniek!
− Ga naar iemand toe als mens en bekijk die als mens
Stelling 3: ervaringsdeskundigen helpen het zorgaanbod toegankelijker te maken
− Akkoord: zorgaanbod is complex
− Ook valkuilen: belangrijk om ervaringsdeskundige niet instrumenteel in te schakelen
Klemtonen:
- uw bril is maar één bril en niet de bril van iemand anders
- soms leggen we al grenzen als we de bril van andere personen niet kennen
1. VERMAATSCHAPPELIJKING
= we gaan mensen de nodige zorg aanbieden binnen hun eigen leefgemeenschap, in hun eigen omgeving en
door mensen die hen nabij zijn.
− Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor, wordt in veel sectoren naar voren
geschoven en gezien als ideaal om na te streven, maar…
− Tegelijk: containerbegrip met veel verschillende inhoud
o Dezelfde terminologie, maar andere invulling/visie
o Daardoor onderhevig aan discussie en kritiek
Ervaringsdeskundigheid ontstond door kritiek dat zorgvoorzieningen onvoldoende aansloten bij de
leefwereld van de cliënt.
Zorgzame buurt = hier wonen mensen comfortabel in hun woning of vertrouwde buurt.
- Jong en oud kennen & helpen elkaar
- Levenskwaliteit staat centraal
- Voorzieningen en diensten voor iedereen toegankelijk
Atelier gast = gemeenschapsproject bij tolhuis, sluizeke en beversplein > iedereen is welkom
Villa vip = kleinschalig wooninitiatief
Studenten die op kot gaan in woonzorgcentra en omgekeerd
1
,2. SOCIO-HISTORISCHE ONTLEDING
LAAG 1: DE RELATIE TUSSEN OVERHEID EN BURGERS
1830 Klassiek liberale- Er zijn geen beschermende maatregelen, de overheid bemoeid
staatsopvatting zich weinig tot niet.
Geen ziekteverlof, geen betaald ouderschapsverlof
→ Nachtwakersstaat
Eind 19e Sociale kwestie Heel slechte leefomstandigheden, grote kindersterfte. Veel
eeuw sociale onrust
Begin 20e Meer en meer sociale relatie tussen overheid en burgers
eeuw - Invoering leerplicht
- Gesubsidieerde liefdadigheid
- Sociaal beleid & sociale voorzieningen
Opvoeding werd een maatschappelijk belang
LAAG 2: DEÏNSTITUTIONALISERING EN ‘COMMUNITY CARE’
1960 – 1970 Kritiek op residentiele zorg Burgerschapsparadigma, residentiele voorzieningen warden
meer gemeenschapsgericht.
Sluiting van psychiatrische instellingen.
Community care : extramuralisering* van de zorg
Gezondheidszorg had onderscheid tussen eerste, tweede,
derde en nulde lijn
* Extramuralisering van de zorg = streven om gelijkwaardige zorg aan te bieden buiten de muren van
bijvoorbeeld instellingen (intramurale zorg). Dus, meer focussen op volwaardige thuiszorg.
2
,LAAG 3: SOLIDARITEIT
Vermaatschappelijking heeft altijd te maken met solidariteit
Koude solidariteit Geld voor iedereen, heeft een vorm van afstand. Universeel en structureel
ingebouwd in de samenleving.
Via de sociale zekerheid
- Koud, rationeel, van op afstand
- Solidariteit tussen personen die elkaar niet kennen
- Levenslange sociale bescherming voor iedereen (belastingen)
Warme solidariteit Zorgen voor de mensen dicht bij jou, nabijheid bieden aan de mensen waar je
nabijheid aan wilt bieden.
Leidend principe = subsidiariteit
- Zorg met een warme, informele sfeer
- Morele plicht: er wordt verwacht dat je zorg draagt van de mensen
rondom je.
WARME EN KOUDE SOLIDARITEIT BEIDE NODIG!! Anders komen er minderheidsgroepen die niet
geholpen worden!
3. DE HUIDIGE CONTEXT
VERMAATSCHAPPELIJKING IN HET RECENTE BELEIDSDISCOURS
Streven naar zorg integreren in de samenleving, mensen met moeilijkheden en kwetsbaarheiden een eigen
zinvolle plek in de samenleving kunnen bieden.
Ondersteuning aan mantelzorgers, vrijwilligers en buurtzorg. Ze moeten steun krijgen van lokale besturen.
Ook, inzetten op versterken van eigen krachten en mogelijkheden van de burgers én zijn omgeving.
EEN VERHAAL IN VERSCHILLENDE SECTOREN
- Geestelijke gezondheidszorg = artikel 107
Afbouw van de bedden, meer financieren in ambulante zorg
- Ondersteuning van mensen met een beperking → perspectief 2020
- Integrale jeugdzorg
Focussen op lange wachtrijen, wat kan hier aan gedaan worden? …
- Ouderenzorg
“aging in place” ; zoveel mogelijk ouderen in hun eigen huisje op hun eigen tempo laten oud worden,
en niet forceren om te verhuizen naar homes.
3
, 4. CENTRALE BEGRIPPEN
Deïnstitutionalisering een proces waarbij personen met een handicap
weer kansen krijgen of kansen behouden om
een onafhankelijk leven te leiden midden in de
samenleving
Community care zorg zoveel mogelijk in de gemeenschap
doel = maatschappelijke participatie,
zelfredzaamheid & sociale cohesie bevorderen
→ extramuralisering v.d. zorg
Inclusie Dat iedereen, met of zonder beperking, kan
meedoen id. SL
Verbinding, netwerken
Contextgericht werken belangrijk om ook te werken met de context
v.d. cliënt, dus met het gezin, de dichte
vrienden & familie, …
Eigen kracht, zelfredzaamheid
Vraagsturing, zelfbepaling
Respijtzorg zorg geven aan mantelzorgers, zodat zij ook
momenten hebben om te ontlasten van de zorg
die zij bieden
Solidariteit zie begin samenvatting
7. POSITIEVE EN NEGATIEVE ASPECTEN
Positieve aspecten Negatieve aspecten
- Het genereert kansen voor anderen - Gebaseerd op een fictief mensbeeld ;
- Streeft naar een solidaire samenleving volgens vz. is iedere mens een mondige,
- Erkenning dat elke hulpvrager een burger is, autonome burger. Niet de realiteit,
die recht heeft op een volwaardige plek in sommige mensen kunnen niet voor henzelf
de samenleving opkomen, twijfelen en weten niet wat ze
- Erkenning van de kracht en eigen expertise moeten doen.
van de burger - Te veel nadruk op eigen
- Voorkomen van reduceren tot hun verantwoordelijkheid en autonomie,
problemen hierdoor krijgen de zorgvragers ook
- Voorkomen van institutionalisering verantwoordelijkheid als ze géén hulp
- Stimuleren zorginnovatie kunnen zoeken
- Focussen op meer mogelijkheden in de → “het is je eigen schuld.”
buurt en eigen leefomgeving - Gebrek aan sociale cohesie
- Paradox : mensen in kwetsbare situaties
moeten beroep doen op hun kwetsbare
netwerk, terwijl dit vaak maar weinig is en
niet ideaal
4
HOOFDSTUK 1: VERMAATSCHAPPELIJKING
STELLINGEN
Stelling 1: als je ervaringskennis hebt ben je een ervaringsdeskundige.
− Niet akkoord: het gaat over ervaring met ontwrichtende situaties
− Tweede deel: eigen ervaring overstijgen > dan pas ervaringsdeskundige
Stelling 2: een ervaringsdeskundige begrijpt zorgvragers beter
− Ja ,je begrijpt het beter om psychisch te lijden, te begrijpen.
− Nee, iedereen is uniek, elk verhaal is uniek!
− Ga naar iemand toe als mens en bekijk die als mens
Stelling 3: ervaringsdeskundigen helpen het zorgaanbod toegankelijker te maken
− Akkoord: zorgaanbod is complex
− Ook valkuilen: belangrijk om ervaringsdeskundige niet instrumenteel in te schakelen
Klemtonen:
- uw bril is maar één bril en niet de bril van iemand anders
- soms leggen we al grenzen als we de bril van andere personen niet kennen
1. VERMAATSCHAPPELIJKING
= we gaan mensen de nodige zorg aanbieden binnen hun eigen leefgemeenschap, in hun eigen omgeving en
door mensen die hen nabij zijn.
− Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor, wordt in veel sectoren naar voren
geschoven en gezien als ideaal om na te streven, maar…
− Tegelijk: containerbegrip met veel verschillende inhoud
o Dezelfde terminologie, maar andere invulling/visie
o Daardoor onderhevig aan discussie en kritiek
Ervaringsdeskundigheid ontstond door kritiek dat zorgvoorzieningen onvoldoende aansloten bij de
leefwereld van de cliënt.
Zorgzame buurt = hier wonen mensen comfortabel in hun woning of vertrouwde buurt.
- Jong en oud kennen & helpen elkaar
- Levenskwaliteit staat centraal
- Voorzieningen en diensten voor iedereen toegankelijk
Atelier gast = gemeenschapsproject bij tolhuis, sluizeke en beversplein > iedereen is welkom
Villa vip = kleinschalig wooninitiatief
Studenten die op kot gaan in woonzorgcentra en omgekeerd
1
,2. SOCIO-HISTORISCHE ONTLEDING
LAAG 1: DE RELATIE TUSSEN OVERHEID EN BURGERS
1830 Klassiek liberale- Er zijn geen beschermende maatregelen, de overheid bemoeid
staatsopvatting zich weinig tot niet.
Geen ziekteverlof, geen betaald ouderschapsverlof
→ Nachtwakersstaat
Eind 19e Sociale kwestie Heel slechte leefomstandigheden, grote kindersterfte. Veel
eeuw sociale onrust
Begin 20e Meer en meer sociale relatie tussen overheid en burgers
eeuw - Invoering leerplicht
- Gesubsidieerde liefdadigheid
- Sociaal beleid & sociale voorzieningen
Opvoeding werd een maatschappelijk belang
LAAG 2: DEÏNSTITUTIONALISERING EN ‘COMMUNITY CARE’
1960 – 1970 Kritiek op residentiele zorg Burgerschapsparadigma, residentiele voorzieningen warden
meer gemeenschapsgericht.
Sluiting van psychiatrische instellingen.
Community care : extramuralisering* van de zorg
Gezondheidszorg had onderscheid tussen eerste, tweede,
derde en nulde lijn
* Extramuralisering van de zorg = streven om gelijkwaardige zorg aan te bieden buiten de muren van
bijvoorbeeld instellingen (intramurale zorg). Dus, meer focussen op volwaardige thuiszorg.
2
,LAAG 3: SOLIDARITEIT
Vermaatschappelijking heeft altijd te maken met solidariteit
Koude solidariteit Geld voor iedereen, heeft een vorm van afstand. Universeel en structureel
ingebouwd in de samenleving.
Via de sociale zekerheid
- Koud, rationeel, van op afstand
- Solidariteit tussen personen die elkaar niet kennen
- Levenslange sociale bescherming voor iedereen (belastingen)
Warme solidariteit Zorgen voor de mensen dicht bij jou, nabijheid bieden aan de mensen waar je
nabijheid aan wilt bieden.
Leidend principe = subsidiariteit
- Zorg met een warme, informele sfeer
- Morele plicht: er wordt verwacht dat je zorg draagt van de mensen
rondom je.
WARME EN KOUDE SOLIDARITEIT BEIDE NODIG!! Anders komen er minderheidsgroepen die niet
geholpen worden!
3. DE HUIDIGE CONTEXT
VERMAATSCHAPPELIJKING IN HET RECENTE BELEIDSDISCOURS
Streven naar zorg integreren in de samenleving, mensen met moeilijkheden en kwetsbaarheiden een eigen
zinvolle plek in de samenleving kunnen bieden.
Ondersteuning aan mantelzorgers, vrijwilligers en buurtzorg. Ze moeten steun krijgen van lokale besturen.
Ook, inzetten op versterken van eigen krachten en mogelijkheden van de burgers én zijn omgeving.
EEN VERHAAL IN VERSCHILLENDE SECTOREN
- Geestelijke gezondheidszorg = artikel 107
Afbouw van de bedden, meer financieren in ambulante zorg
- Ondersteuning van mensen met een beperking → perspectief 2020
- Integrale jeugdzorg
Focussen op lange wachtrijen, wat kan hier aan gedaan worden? …
- Ouderenzorg
“aging in place” ; zoveel mogelijk ouderen in hun eigen huisje op hun eigen tempo laten oud worden,
en niet forceren om te verhuizen naar homes.
3
, 4. CENTRALE BEGRIPPEN
Deïnstitutionalisering een proces waarbij personen met een handicap
weer kansen krijgen of kansen behouden om
een onafhankelijk leven te leiden midden in de
samenleving
Community care zorg zoveel mogelijk in de gemeenschap
doel = maatschappelijke participatie,
zelfredzaamheid & sociale cohesie bevorderen
→ extramuralisering v.d. zorg
Inclusie Dat iedereen, met of zonder beperking, kan
meedoen id. SL
Verbinding, netwerken
Contextgericht werken belangrijk om ook te werken met de context
v.d. cliënt, dus met het gezin, de dichte
vrienden & familie, …
Eigen kracht, zelfredzaamheid
Vraagsturing, zelfbepaling
Respijtzorg zorg geven aan mantelzorgers, zodat zij ook
momenten hebben om te ontlasten van de zorg
die zij bieden
Solidariteit zie begin samenvatting
7. POSITIEVE EN NEGATIEVE ASPECTEN
Positieve aspecten Negatieve aspecten
- Het genereert kansen voor anderen - Gebaseerd op een fictief mensbeeld ;
- Streeft naar een solidaire samenleving volgens vz. is iedere mens een mondige,
- Erkenning dat elke hulpvrager een burger is, autonome burger. Niet de realiteit,
die recht heeft op een volwaardige plek in sommige mensen kunnen niet voor henzelf
de samenleving opkomen, twijfelen en weten niet wat ze
- Erkenning van de kracht en eigen expertise moeten doen.
van de burger - Te veel nadruk op eigen
- Voorkomen van reduceren tot hun verantwoordelijkheid en autonomie,
problemen hierdoor krijgen de zorgvragers ook
- Voorkomen van institutionalisering verantwoordelijkheid als ze géén hulp
- Stimuleren zorginnovatie kunnen zoeken
- Focussen op meer mogelijkheden in de → “het is je eigen schuld.”
buurt en eigen leefomgeving - Gebrek aan sociale cohesie
- Paradox : mensen in kwetsbare situaties
moeten beroep doen op hun kwetsbare
netwerk, terwijl dit vaak maar weinig is en
niet ideaal
4