, (P 88-89)
Theorievraag: welke technieken zijn er?
THEORIEVRAAG:
Relatie tussen de 3 vormen: 6 en 7 rekeningen die geboekt zijn in algemene boekhouding, zullen worden gebruikt in cost
accounting. Voor management accounting, de kostprijsberekening zal gebaseerd zijn op de analyse uit de analytische
boekhouding, maar de rapportering en controle ook gebaseerd op de algemene boekhouding.
,HOOFDSTUK 1: DE TECHNIEK VAN
KOSTPRIJSCALCULATIE
1 INLEIDING
Een inleiding op de kostprijscalculatie en definities concreet uitleggen.
2 PROBLEEMSTELLING BIJ KOSTENCALCULATIE: UITGANGSVOORBEELD
Zie pagina 3 – 4
3 BEGRIP KOSTPRIJS
3.1 DEFINITIE VAN HET BEGRIP ‘KOSTPRIJS’
Kostprijs
de som van de kosten nodig voor het realiseren van een bepaalde prestatie. Waarbij we
kosten definiëren als de in geldwaarde uitgedrukte offers van de ingezette
productiemiddelen.
3.2 BEPALING VAN DE PRESTATIE
Fabricagekostprijs het geheel van de in geldwaarde uitgedrukte productiemiddelen die
nodig zijn om een afgewerkt product of een dienst te produceren.
Productiekosten + % overhead
Wanneer de prestatie het vervaardigde eindproduct of dienst is
o Op moment dat productieproces eindigt
Verkoopkostprijs gelijk aan de fabricagekostprijs plus alle kosten die nodig zijn om de
verkoop te realiseren.
Wanneer de prestatie het verkochte product of dienst is
o Zowel productieproces als verkoopproces
Kostprijscalculatie is een deel van kostencalculatie.
3.3 BEPALING VAN DE KOSTENSOORTEN
3.3.1 ONDERSCHEID TUSSEN KOSTEN EN UITGAVEN
Uitgave te maken met liquide middelen
Kosten de offers die in het productieproces gemaakt worden om tot de prestatie te komen
Men maakt een kost indien men waarde opoffert en niet wanneer men het productiemiddel verwerft
of betaalt
Voorbeeld: aankoop machine is een uitgave, terwijl de jaarlijkse afschrijvingen een kost vormen
Niet-kaskosten (kosten die geen uitgaven zijn)
Afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen, materiaalverbruik uit aanwezige
beginvoorraad
Kaskosten (kosten die ook uitgaven zijn)
Personeelskosten, onmiddellijk verbruikte diensten en diverse goederen (benzine, water…)
Uitgaven die geen kosten zijn
Aflossing van lening, betaling schuld leverancier, betaling aankoop gebouw, machine
Een gelijkaardig onderscheid kunnen we maken tussen ontvangsten en opbrengsten
Niet-kasopbrengsten (opbrengsten die geen ontvangsten zijn)
Verkoop op krediet, voorraadstijging gereed product / goederen in bewerking / bestellingen in
uitvoering
Kasopbrengsten (opbrengsten die ook ontvangsten zijn)
Contante verkoop
, Ontvangsten die geen opbrengsten zijn
Ontvangst van geleend bedrag, betaling klant, ontvangen nieuwe inbreng in contanten
Saldo aan liquide middelen = ontvangsten – uitgaven + aanwezige voorraad liquide
middelen
3.3.2 SAMENSTELLENDE ELEMENTEN VAN DE KOSTPRIJS
Elementen van de kostprijs: de verschillende kostensoorten
Figuur 1.1 pagina 8 begrijpen, niet vanbuiten kennen
Tabel 1.1 pagina 9 zelf kunnen maken!
3.4 WAARDERING VAN DE KOSTEN
3.4.1 WERKELIJKE VERSUS TOELAATBARE KOSTEN
…
3.4.2 KOSTPRIJSCALCULATIE OP BASIS VAN DE WERKELIJKE KOSTEN (HISTORISCHE
KOSTPRIJSCALCULATIE)
Historische of nagecalculeerde kostprijs:
Gebaseerd op de werkelijk geregistreerde kosten tijdens een bepaalde periode
Gebruikt in algemene en analytische boekhouding voor voorraadwaardering en bepaling winst
periode
Minder bruikbaar voor nemen van beleidsbeslissingen
Deel werkelijke kosten kunnen verspillingen zijn en vermijdbaar
Oplossing: gebruik van standaardkostprijscalculatie
3.4.3 KOSTPRIJSCALCULATIE OP BASIS VAN DE TOELAATBARE KOSTEN
(STANDAARDKOSTPRIJSCALCULATIE)
Kosten in jaarrekening: deel is niet-vermijdbaar en deel wel
Vermijdbare kosten verspillingen (vb. te veel materiaal gebruikt, te veel arbeidsuren ingezet)
Kostprijscalculatie ter ondersteuning van beleidsbeslissingen
Vermijdbare kosten niet in kostprijs
Baseren op alleen de niet-vermijdbare toelaatbare kosten
o Voor elke hoeveelheid wordt een standaard bepaald
o Kostprijs berekend op basis van normale bezettingsgraad
Standaardkostprijs ≠ gebudgetteerde kostprijs
Gebudgetteerde kostprijs = berekend o.b.v. geplande kosten bij geplande productie
Standaardkostprijs = berekend o.b.v. productieniveau dat normaal wordt bereikt
3.4.4 AANSCHAFFINGSWAARDE OF VERVANGINGSWAARDE
In boekhouding afschrijven volgens aanschaffingswaarde
Bij beleidsbeslissingen en dus bij de kostprijscalculatie baseren op vervangingswaarde
Wij zullen AW gebruiken
4 VASTE EN VARIABELE KOSTEN
4.1 DEFINITIES
Variabele kosten = kosten afhankelijk van de bedrijfsdrukte (volume)
Totaliteit varieert en gemiddelde blijft hetzelfde
Vaste kosten = in hun totaliteit constant blijven
Totaliteit blijft hetzelfde en gemiddelde veranderd
Semi-variabele of semi-vaste kosten = energiekosten
Zie voorbeeld tabel 1.2 ter info pagina 14
4.2 GRAFISCHE VOORSTELLING
Zie ter info pagina 15