Klei en Baksteen
WAT TE KENNEN?
- Niet-gebakken klei (leempleister, leemsteen, leemverf, stampleem)
- Baksteen (handvorm, vormbak, strengpers, gesmoord, verglaasd)
- Grondstoffen/samenstelling
- Eigenschappen
- Behandelingen
- Toepassingen
ANORGANISCHE MATERIALEN
1. Natuursteen
2. Klei
3. Keramische materialen
4. Glas
5. Anorganische bindmiddelen
1. Natuursteen
2. Klei
→ Grondstoffen en productie - Toepassing
GRONDSTOFFEN
→ Klei ontstaat door verwering van natuursteen
= sedimentgesteente, afzettingsgesteente of secundair gesteente
Mechanische verwering Chemische verwering
- ontstaan van scheuren - aantasting door zure gassen
- Verschillende mineralen in (CO2 en SO2)
natuursteen vertonen bij
temperatuurverandering
geen gelijke uitzetting en
krimp: scheurtjes
- Water in scheurtjes bevriest:
scheuren worden groter
- Afslijting door transport over grote
afstand (gletsjers, rivieren,...)
Graniet → zand- en grindkorrels, veldspaat- Veldspaat- en glimmerdeeltjes →
en glimmerdeeltjes kleimineralen
= mengsel van fijn zand, kleimineralen en ijzer-, kalk- en andere verbindingen
1
, ● kleimineralen
○ Zeer fijn: gemiddeld < 10 μm
○ Laagjesstructuur: siliciumoxide tetraëders en aluminium/magnesium octaëders
waartussen water kan dringen
○
→ Bepalen het gedrag van de klei
- Verwerkbaarheid van de nog kneedbare massa
- Droog- en bakproces van keramische producten
● Fijn zand/kwarts/silica (± 30%)
● IJzer- en kalkverbindingen
○ Overheersend ijzergehalte: roodbakkende klei
○ Overheersend kalkgehalte: geelbakkende klei
Klei is steeds de grondstof en is bepalend voor
● Kleur
● Mechanische eigenschappen
● Formaatafwijkingen
● Inwendige spanningen
● Wateropneming
● Weer- en chemische bestandheid
2
, PRODUCTIE
→ Klei-watermengsel krimpt bij droging
- Krimp tot zandkorrels en kleimineralen tegen elkaar leunen
- Afhankelijk van percentage fijne deeltjes en vochtgehalte
EIGENSCHAPPEN
TOEPASSING
Droge kleisteen is even sterk als de
rode, niet hoog gebakken baksteen.
3
WAT TE KENNEN?
- Niet-gebakken klei (leempleister, leemsteen, leemverf, stampleem)
- Baksteen (handvorm, vormbak, strengpers, gesmoord, verglaasd)
- Grondstoffen/samenstelling
- Eigenschappen
- Behandelingen
- Toepassingen
ANORGANISCHE MATERIALEN
1. Natuursteen
2. Klei
3. Keramische materialen
4. Glas
5. Anorganische bindmiddelen
1. Natuursteen
2. Klei
→ Grondstoffen en productie - Toepassing
GRONDSTOFFEN
→ Klei ontstaat door verwering van natuursteen
= sedimentgesteente, afzettingsgesteente of secundair gesteente
Mechanische verwering Chemische verwering
- ontstaan van scheuren - aantasting door zure gassen
- Verschillende mineralen in (CO2 en SO2)
natuursteen vertonen bij
temperatuurverandering
geen gelijke uitzetting en
krimp: scheurtjes
- Water in scheurtjes bevriest:
scheuren worden groter
- Afslijting door transport over grote
afstand (gletsjers, rivieren,...)
Graniet → zand- en grindkorrels, veldspaat- Veldspaat- en glimmerdeeltjes →
en glimmerdeeltjes kleimineralen
= mengsel van fijn zand, kleimineralen en ijzer-, kalk- en andere verbindingen
1
, ● kleimineralen
○ Zeer fijn: gemiddeld < 10 μm
○ Laagjesstructuur: siliciumoxide tetraëders en aluminium/magnesium octaëders
waartussen water kan dringen
○
→ Bepalen het gedrag van de klei
- Verwerkbaarheid van de nog kneedbare massa
- Droog- en bakproces van keramische producten
● Fijn zand/kwarts/silica (± 30%)
● IJzer- en kalkverbindingen
○ Overheersend ijzergehalte: roodbakkende klei
○ Overheersend kalkgehalte: geelbakkende klei
Klei is steeds de grondstof en is bepalend voor
● Kleur
● Mechanische eigenschappen
● Formaatafwijkingen
● Inwendige spanningen
● Wateropneming
● Weer- en chemische bestandheid
2
, PRODUCTIE
→ Klei-watermengsel krimpt bij droging
- Krimp tot zandkorrels en kleimineralen tegen elkaar leunen
- Afhankelijk van percentage fijne deeltjes en vochtgehalte
EIGENSCHAPPEN
TOEPASSING
Droge kleisteen is even sterk als de
rode, niet hoog gebakken baksteen.
3