Samenvatting - Juridische aspecten van de marketing

• Welk sociaal statuut heeft een ondernemer?

= Het bepaalt welke sociale zekerheid en welke sociale rechten een persoon geniet, zoals
pensioen, ziekteverzekering en kinderbijslag.

 Geen gezag van iemand
 Je hebt winst
 Draagt zelf de kosten: sociale zekerheidsbijdrage, belastingen, verzekeringen

• Waar kan je juridisch je onderneming registreren?

 Kruispuntbank voor ondernemingen

• Wat betekent het begrip aansprakelijkheid?

 Je bent aansprakelijk als je schade hebt veroorzaakt bij iemand anders en je die persoon
moet vergoeden.
• Welke soorten aansprakelijkheden rusten er op ondernemers?
 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
o Contractueel
= overeenkomst bepaald via contract (verkoop, huur)
Overeenkomst niet nakomen = aansprakelijk
o Buitencontractueel
= Alles waardoor er schade is aan iets van ander moet vergoed worden door
degene wiens schuld het is
Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de schade en de fout
- Voorwaarde 1: fout
o Overtreding van de wet
o Overtreding van een zorgvuldigheidsnorm
o Geen fout bij objectieve aansprakelijkheid

 Onderneming is aansprakelijk voor hun producten  fout
moet niet bewezen worden
 Kan steeds verder in distributieketen (behalve als het van
buiten EU komt  dan invoerder verantwoordelijk)
- Voorwaarde 2: schade
o Alle schade die niet in contract vervat werd:
 Materiële schade, morele schade
o Schade moet wel bewezen worden
- Voorwaarde 3: oorzakelijk verband

• Welke verzekeringen zijn er voor aansprakelijkheid?

 Objectieve aansprakelijkheid voor brand en ontploffing in publiek toegankelijke ruimtes
(verplicht)
 Burgerlijke Aansprakelijkheid uitbating (bij het uitvoeren van een job schade maken)
 Burgerlijke Aansprakelijkheid na levering (vanaf de levering klaar is, is het verzekerd)
 Burgerlijke aansprakelijkheid auto en bestelwagen (verplicht) (voor iedereen die op de
baan moet om tot bij klanten te geraken)
 De cyberverzekering

, Intellectuele eigendomsrechten
= exclusief exploitatierecht (=recht op benutten) op een immaterieel goed

Patenten:

• Voorwaarden patent aanvragen:
 Product moet nieuw zijn
 Inventief zijn
 Industrieel toepasbaar zijn

• Op product of proces (= recept, werkwijze die beschermd moeten worden)
• Beschermen:
 Als iemand iets gelijkaardigs wil doen, heeft die toestemming nodig
 Onderhandelingspositie versterken dat voor samenwerkingen kan zorgen
 Consument vertrouwt jouw product
• Duurt 20 jaar (kan niet hernieuwd worden, want is niet meer nieuw dan)
• Voor België (dienst voor intellectuele eigendommen) of veel heel Europa (European Patent
Office)
• Procedure:
 Controleren of het al gepatenteerd is
 Document indienen met bewijs van voorwaarden
 DIE of EPO onderzoekt en reikt patent uit



Design:

• Voorwaarden:
 Nieuw zijn
 Eigen karakter hebben (= het mag niet lijken op een model dat al bestaat)
 Uiterlijk van een product zijn
• Procedure:
 Aanvraag (controleren van voorwaarden)
 Voorwaarden goedgekeurd (anders eerst contact. nog altijd niet? Geen rechten)
 Modelregistratie en publicatie
• 5 jaar geldig vanaf aanvraag (kan 4x verlengd worden)

Merk:

• Niet automatisch beschermd  moet geregistreerd worden
• Soorten:
o Woordmerk (= merknaam)
o Cijfermerk/lettermerk (= merknaam bestaat enkel uit letters of cijfers)
o Beeldmerk (=logo’s)
o Letter en beeld (=logo en merknaam gecombineerd)
o Vormmerken (bv legomannetjes)
 Mag niet nuttig zijn (=technische uitvinding =patent)
o Positiemerk (= gekenmerkt door tekens op bepaalde plaats)
o Slogan
• Niet tegen openbare orde of goede zeden