Strafrecht 2025-2026
Samenvatting
Universiteit Antwerpen
Faculteit Rechten
Docent: Joëlle Rozie
Gebaseerd op slides, lesnotities en de cursus
1
Universiteit Antwerpen
,Hoofdstuk 1. De Strafwet
1.1 Het legaliteitsbeginsel (art.1)
Beschreven in artikel 1 Sw.: Niemand kan worden gestraft voor een misdrijf dat niet beschreven staat
in de wet, noch met een straf die niet beschreven staat in de wet.
- Nullum crimen sine lege: “Geen misdrijf zonder wet“
- Nulla poena sine lege: “Geen straf zonder wet”
Nürnberg-clausule: ook niet-beschreven misdrijven kunnen vervolgd worden wanneer het gaat om
fundamentele morele misdrijven.
1.1.1 Vormelijke vereiste straf/strafbaarstelling:
- Moeten aangenomen worden ‘krachtens een wet’ (art. 14 GW)
- Gewesten/gemeenschappen kunnen bijzondere strafwetten aannemen die afwijken van
federale wetten voor misdrijven die binnen hun bevoegdheid vallen (bv. hogere geldboetes).
Men kan niet op veralgemeende wijze afwijken van de principes uit boek 1 van het
strafwetboek.
- Het eensluidend advies van de ministerraad is vereist voor een voorontwerp van een decreet
of ordonnantie die een straf of strafbaarstelling creëert die niet in Boek 1 van het
strafwetboek staat.
- Wetgever kan de uitvoerende macht en bestuurlijke overheden bevoegdheid geven om
straffen/strafbaarstellingen te bepalen (bv. KB’s inzake de verkeerswetgeving of gas-
wetgeving van gemeenten)
Gemeenten en provincies:
- Overtredingen van hun reglementen mogen bestraft worden met bestuurlijke sancties of
strafrechtelijke straffen. Om de maximumstraffen te bepalen werd verwezen naar
politiestraffen1 uit het oud strafwetboek. In het nieuw strafwetboek bestaan deze niet meer.
Momenteel is hier nog geen oplossing voor.
- Gemeenten hebben GAS-wetgeving als alternatief.
Bevoegdheid Burgemeester
- Kan bij onvoorziene omstandigheden die de openbare orde bedreigen politieverordeningen
maken. Deze moeten “onverwijld” (zo snel mogelijk) bekrachtigd worden door de
gemeenteraad.
- Overtredingen kunnen bestraft worden door de burgemeester met een straf die niet hoger is
dan een politiestraf.
Bevoegdheid provinciegouverneur
- Kan besluiten met betrekking tot openbare rust, veiligheid en gezondheid uitvaardigen
waarbij overtredingen bestraft worden met een straf van niveau 1.
1
Een politiestraf betreft een gevangenisstraf van 1 tot max. 7 dagen en/of geldboete van 1 tot max. 25 Euro
2
Universiteit Antwerpen
,GAS-Wet:
- Inbreuken i.v.m. overlast, bepaalde verkeersinbreuken en gemengde inbreuken (inbreuken
die ook in het strafwetboek staan, bijvoorbeeld vandalisme)
- Bestraft met bestuurlijke sancties
- Beroep mogelijk bij de politierechtbank
1.1.2 Inhoudelijke vereiste straf/strafbaarstelling:
Lex certa-principe
- Vereiste van redelijke voorzienbaarheid
- Een misdrijf en de straf moet voldoende duidelijk en precies omschreven worden in de wet
opdat de rechtsonderhorige deze kan kennen
- Verbonden aan het nemo censetur ignorare legem beginsel, iedereen wordt geacht de
strafwet te kennen
1.2 De interpretatie van de strafwet (art. 4)
Authentieke interpretatie: De strafrechter moet de definities in het strafwetboek gebruiken, en bij
gebrek de definitie van woorden in het woordenboek (Van Dale)
Bij onduidelijkheid strikte interpretatie:
- Verplichting van strikte interpretatie bij onduidelijkheid
o Wanneer de bewoording van de wetgever ruimte laat voor interpretatie moet de
rechter de bewoording zo strikt mogelijk interpreteren
- Verbod op analoge interpretatie in het nadeel van de vervolgde persoon
o Mag wel in het voordeel: bijvoorbeeld nieuwe rechtvaardigings- of
schuldontheffingsgronden creëren
- Evolutieve interpretatie is mogelijk indien voldaan aan 3 voorwaarden (staan in artikel 4):
o Feiten die de wetgever volstrekt onmogelijk kon voorzien
o Wil van de wetgever om dat soort feiten tot misdrijven te maken is zeker
o Feiten kunnen onder de wettelijke omschrijving van het misdrijf vallen
1.3 Toepassing van de strafwet in de tijd – Ratione Temporis (art. 2)
1.3.1 Niet-retroactiviteit
Enkel de bestaande strafwet op het tijdstip van het feit is van toepassing. Wanneer een straf op een
latere datum wordt verhoogd, kan de verhoogde straf niet worden toegepast.
Uitzondering voor:
- Beveiligingsmaatregelen
- Sancties sui generis (bv. bijdrage bij het slachtofferfonds)
- Interpretatieve wetgeving
- Wetgeving inzake de bevoegdheid van rechtspleging
3
Universiteit Antwerpen
,1.3.2 Lex-mitior
Wanneer straffen of strafbaarstellingen gewijzigd zijn tussen het tijdstip van het feit en het tijdstip
van de berechting moet de mildste/gunstigste versie toegepast worden. De lex-mitior kan worden
toegepast zolang een uitspraak geen kracht van gewijsde heeft (geen beroep/cassatie mogelijkheid
meer). Vanaf de straf definitief is uitgesproken kan enkel de Koning nog genaderecht toekennen om
de straf teniet te doen.
Verplicht ‘panacheren’:
Om te bepalen wat de mildste straf is, moet zowel individueel naar de hoofd- als bijstraffen gekeken
worden. De mildste hoofdstraf en de mildste bijstraf moet toegepast worden (wanneer bijvoorbeeld
de hoofdstraf in het oud strafwetboek hoger was maar de bijstraf milder; en de hoofdstraf in het
nieuwe strafwetboek milder is en de bijstraf hoger; dan zal de beklaagde de hoofdstraf van het nieuwe
strafwetboek krijgen en de bijstraf van het oude strafwetboek).
Uitzonderingen op retroactieve werking en lex-mitior:
- Gelegenheidsstrafwetten (bv. coronawetgeving)
- Tijdelijke wetten: gelegenheidswetten met een uitdrukkelijke opname van tijdsduur
- Tot 2025 ook niet van toepassing op blanco strafwetten (strafwetten zonder inhoud waarbij
de uitvoerende macht invulling mag geven via besluiten). Uitspraak van het EHRM van 10 juli
2025 stelt echter dat dit in strijdt is met art. 7 EVRM (staat nog niet in het handboek).
1.3.3 Feiten voor en na 8 april 2026
Feiten gepleegd vanaf 8 april => Sw. 2024
Feiten gepleegd en berecht voor 8 april => Sw. 1867
- Maar! HvJ 1.8.2025 (zaak uit Slowakije): indien cassatieberoep is ingesteld, en de wet wijzigt
tijdens de cassatieprocedure, moet ook de lex-mitior worden toegepast. In België is dit
momenteel nog niet het geval.
Feiten gepleegd voor en berecht na 8 april => lex-mitior toepassen
- Niet-retroactieve werking van nieuwe straffen
o Beroepsverbod (art. 48)
o Verval van recht tot sturen (art.49)
o Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50)
o Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
(art. 55)
- Niet-retroactieve werking van nieuwe verzwarende bestanddelen/factoren
- Niet-retroactieve werking van nieuwe regels inzake herhaling
- Retroactieve werking van gunstigere bepaling (lex mitior)
o Schrapping vervangende gevangenisstraf bij geldboete
o Beperking duur vervangende gevangenisstraf bij werkstraf en probatiestraf
- Retroactieve werking van gedepenaliseerde overtredingen (lex mitior)
o Nachtgerucht of nachtrumoer
o Feitelijkheden
4
Universiteit Antwerpen
,1.4 Toepassing strafwet in de ruimte – Ratione Loci (art.3)
1.4.1 Het territorialiteitsbeginsel
Elk misdrijf dat plaatsvindt op Belgisch grondgebied kan bestraft worden door het Belgisch recht
zolang de voorwaarden van het non bis in idem-beginsel gerespecteerd worden (niemand kan
opnieuw berecht worden voor een misdrijf waarvoor hij reeds is veroordeeld of vrijgesproken).
Reëel grondgebied:
- Grondgebied binnen landgrenzen
- Territoriale zee: 12 mijl vanaf de laagwaterlijn
- Luchtruim boven het grondgebied en de territoriale zee
Schepen:
- Schip met Belgische vlag = Belgisch grondgebied (principe van vlaggenstaat)
- Vreemde oorlogsschepen = altijd onschendbaar
- Vreemde koopvaardijschepen (transport van goederen en/of personen) + vissersvaartuigen,
wanneer in territoriale wateren;
o Misdrijf heeft gevolgen op Belgisch grondgebied of verstoort openbare orde op
Belgisch grondgebied of in territoriale wateren
o De kapitein of consul van het schip roept hulp in van plaatselijke autoriteiten
o Misdrijf i.v.m. handel in verdovende middelen
o Bemanningsleden die misdrijf plegen aan land
- Vliegtuigen
o Belgische vliegtuigen = Belgisch grondgebied (principe van vlaggenstaat)
o Buitenlandse vliegtuigen:
▪ Dader of slachtoffer heeft Belgische nationaliteit
▪ Toestel landt na misdrijf in België
▪ Extraterritoriale toepassing (cf. infra)
1.4.2 Ubiquiteitstheorie + leer van de ondeelbaarheid
Een misdrijf is op Belgisch grondgebied gepleegd wanneer één van de materiële constitutieve of
verzwarende bestanddelen in België heeft plaatsgevonden (+ leer van de ondeelbaarheid).
Gebaseerd op cassatierechtspraak
Samenvoegsel van drie theorieën:
o Leer van de lichamelijke gedraging: handeling in België met gevolg in buitenland
o Leer van het gevolg: handeling in buitenland met gevolg in België
o Leer van het instrument: plaats waar instrument van het misdrijf (bv. bom) zijn
uitwerking heeft
Leer van de ondeelbaarheid (inzake strafbare deelneming):
Alle elementen die een ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf kunnen in België berecht worden
• Daden van deelneming in het buitenland met een hoofdfeit in België: deelnemers kunnen in
België berecht worden
• Daden van deelneming in België en hoofdfeit in het buitenland: dan is België enkel bevoegd
voor de daden van deelneming indien deze op zich strafbaar zijn in België. België is niet
5
Universiteit Antwerpen
, bevoegd voor vervolging van de hoofddaders van het hoofdfeit, noch voor daden van
deelneming die op zich niet strafbaar zijn
1.4.3 extraterritorialiteitsbeginsel
Rechtsmacht voor misdrijven die volledig in het buitenland gepleegd zijn.
Beschreven in art. 6 – 14/15 V.T. Sv. (voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering)
Actief nationaliteitsbeginsel: dader van het misdrijf
Passief nationaliteitsbeginsel: slachtoffer van het misdrijf
Staatsbeschermingsbeginsel: verdediging van Belgische staat of internationale instelling
gevestigd in het rijk
Universaliteitsbeginsel: verdediging van andere belangen
Rechtsmacht gegrond op Europees of internationaal recht
Om rechtsmacht te claimen moet voldaan zijn aan alle procedurele voorwaarden die beschreven
staan in het desbetreffend artikel. Enkele toelichtingen van mogelijke voorwaarden:
Dubbele incriminatie: strafvordering moet ook opgestart zijn in het land van het misdrijf
Voorafgaande klacht van slachtoffer: enkel rechtsmacht indien er een klacht is van een
slachtoffer
Voorafgaand bericht van overheid: buitenlandse overheid moet vervolging vragen
1.4.4 Immuniteiten
Zijn een vervolgingsbeletsel, mag zelfs niet voor de rechtbank komen.
Staatsrechtelijke immuniteiten
Staan allemaal in de grondwet
• Onschendbaarheid van de koning = absoluut, ongeacht het misdrijf
• Parlementaire immuniteit + immuniteit van ministers/staatssecretarissen
o Absoluut voor misdrijven met betrekking tot meningsuiting
o Andere misdrijven: geen onschendbaarheid. Wel machtiging van parlement nodig
voor bepaalde onderzoeksdaden
o Niet bij heterdaad en niet voor verhoren, confrontaties of vordering gerechtelijk
onderzoek
Volkenrechtelijke immuniteiten
• Buitenlandse staatshoofden, regeringsleden en autoriteiten
o Absoluut bij verblijf in België en in de uitoefening van hun functie, ongeacht het
misdrijf
o Voor de duur van hun mandaat, na afloop kan strafvordering alsnog opgestart
worden
• Diplomatieke ambtenaren
o + personeel en familieleden
o Bij misdrijf kan de zendnatie de immuniteit opheffen
• Ambtenaren van supranationale of internationale organisaties
6
Universiteit Antwerpen
Samenvatting
Universiteit Antwerpen
Faculteit Rechten
Docent: Joëlle Rozie
Gebaseerd op slides, lesnotities en de cursus
1
Universiteit Antwerpen
,Hoofdstuk 1. De Strafwet
1.1 Het legaliteitsbeginsel (art.1)
Beschreven in artikel 1 Sw.: Niemand kan worden gestraft voor een misdrijf dat niet beschreven staat
in de wet, noch met een straf die niet beschreven staat in de wet.
- Nullum crimen sine lege: “Geen misdrijf zonder wet“
- Nulla poena sine lege: “Geen straf zonder wet”
Nürnberg-clausule: ook niet-beschreven misdrijven kunnen vervolgd worden wanneer het gaat om
fundamentele morele misdrijven.
1.1.1 Vormelijke vereiste straf/strafbaarstelling:
- Moeten aangenomen worden ‘krachtens een wet’ (art. 14 GW)
- Gewesten/gemeenschappen kunnen bijzondere strafwetten aannemen die afwijken van
federale wetten voor misdrijven die binnen hun bevoegdheid vallen (bv. hogere geldboetes).
Men kan niet op veralgemeende wijze afwijken van de principes uit boek 1 van het
strafwetboek.
- Het eensluidend advies van de ministerraad is vereist voor een voorontwerp van een decreet
of ordonnantie die een straf of strafbaarstelling creëert die niet in Boek 1 van het
strafwetboek staat.
- Wetgever kan de uitvoerende macht en bestuurlijke overheden bevoegdheid geven om
straffen/strafbaarstellingen te bepalen (bv. KB’s inzake de verkeerswetgeving of gas-
wetgeving van gemeenten)
Gemeenten en provincies:
- Overtredingen van hun reglementen mogen bestraft worden met bestuurlijke sancties of
strafrechtelijke straffen. Om de maximumstraffen te bepalen werd verwezen naar
politiestraffen1 uit het oud strafwetboek. In het nieuw strafwetboek bestaan deze niet meer.
Momenteel is hier nog geen oplossing voor.
- Gemeenten hebben GAS-wetgeving als alternatief.
Bevoegdheid Burgemeester
- Kan bij onvoorziene omstandigheden die de openbare orde bedreigen politieverordeningen
maken. Deze moeten “onverwijld” (zo snel mogelijk) bekrachtigd worden door de
gemeenteraad.
- Overtredingen kunnen bestraft worden door de burgemeester met een straf die niet hoger is
dan een politiestraf.
Bevoegdheid provinciegouverneur
- Kan besluiten met betrekking tot openbare rust, veiligheid en gezondheid uitvaardigen
waarbij overtredingen bestraft worden met een straf van niveau 1.
1
Een politiestraf betreft een gevangenisstraf van 1 tot max. 7 dagen en/of geldboete van 1 tot max. 25 Euro
2
Universiteit Antwerpen
,GAS-Wet:
- Inbreuken i.v.m. overlast, bepaalde verkeersinbreuken en gemengde inbreuken (inbreuken
die ook in het strafwetboek staan, bijvoorbeeld vandalisme)
- Bestraft met bestuurlijke sancties
- Beroep mogelijk bij de politierechtbank
1.1.2 Inhoudelijke vereiste straf/strafbaarstelling:
Lex certa-principe
- Vereiste van redelijke voorzienbaarheid
- Een misdrijf en de straf moet voldoende duidelijk en precies omschreven worden in de wet
opdat de rechtsonderhorige deze kan kennen
- Verbonden aan het nemo censetur ignorare legem beginsel, iedereen wordt geacht de
strafwet te kennen
1.2 De interpretatie van de strafwet (art. 4)
Authentieke interpretatie: De strafrechter moet de definities in het strafwetboek gebruiken, en bij
gebrek de definitie van woorden in het woordenboek (Van Dale)
Bij onduidelijkheid strikte interpretatie:
- Verplichting van strikte interpretatie bij onduidelijkheid
o Wanneer de bewoording van de wetgever ruimte laat voor interpretatie moet de
rechter de bewoording zo strikt mogelijk interpreteren
- Verbod op analoge interpretatie in het nadeel van de vervolgde persoon
o Mag wel in het voordeel: bijvoorbeeld nieuwe rechtvaardigings- of
schuldontheffingsgronden creëren
- Evolutieve interpretatie is mogelijk indien voldaan aan 3 voorwaarden (staan in artikel 4):
o Feiten die de wetgever volstrekt onmogelijk kon voorzien
o Wil van de wetgever om dat soort feiten tot misdrijven te maken is zeker
o Feiten kunnen onder de wettelijke omschrijving van het misdrijf vallen
1.3 Toepassing van de strafwet in de tijd – Ratione Temporis (art. 2)
1.3.1 Niet-retroactiviteit
Enkel de bestaande strafwet op het tijdstip van het feit is van toepassing. Wanneer een straf op een
latere datum wordt verhoogd, kan de verhoogde straf niet worden toegepast.
Uitzondering voor:
- Beveiligingsmaatregelen
- Sancties sui generis (bv. bijdrage bij het slachtofferfonds)
- Interpretatieve wetgeving
- Wetgeving inzake de bevoegdheid van rechtspleging
3
Universiteit Antwerpen
,1.3.2 Lex-mitior
Wanneer straffen of strafbaarstellingen gewijzigd zijn tussen het tijdstip van het feit en het tijdstip
van de berechting moet de mildste/gunstigste versie toegepast worden. De lex-mitior kan worden
toegepast zolang een uitspraak geen kracht van gewijsde heeft (geen beroep/cassatie mogelijkheid
meer). Vanaf de straf definitief is uitgesproken kan enkel de Koning nog genaderecht toekennen om
de straf teniet te doen.
Verplicht ‘panacheren’:
Om te bepalen wat de mildste straf is, moet zowel individueel naar de hoofd- als bijstraffen gekeken
worden. De mildste hoofdstraf en de mildste bijstraf moet toegepast worden (wanneer bijvoorbeeld
de hoofdstraf in het oud strafwetboek hoger was maar de bijstraf milder; en de hoofdstraf in het
nieuwe strafwetboek milder is en de bijstraf hoger; dan zal de beklaagde de hoofdstraf van het nieuwe
strafwetboek krijgen en de bijstraf van het oude strafwetboek).
Uitzonderingen op retroactieve werking en lex-mitior:
- Gelegenheidsstrafwetten (bv. coronawetgeving)
- Tijdelijke wetten: gelegenheidswetten met een uitdrukkelijke opname van tijdsduur
- Tot 2025 ook niet van toepassing op blanco strafwetten (strafwetten zonder inhoud waarbij
de uitvoerende macht invulling mag geven via besluiten). Uitspraak van het EHRM van 10 juli
2025 stelt echter dat dit in strijdt is met art. 7 EVRM (staat nog niet in het handboek).
1.3.3 Feiten voor en na 8 april 2026
Feiten gepleegd vanaf 8 april => Sw. 2024
Feiten gepleegd en berecht voor 8 april => Sw. 1867
- Maar! HvJ 1.8.2025 (zaak uit Slowakije): indien cassatieberoep is ingesteld, en de wet wijzigt
tijdens de cassatieprocedure, moet ook de lex-mitior worden toegepast. In België is dit
momenteel nog niet het geval.
Feiten gepleegd voor en berecht na 8 april => lex-mitior toepassen
- Niet-retroactieve werking van nieuwe straffen
o Beroepsverbod (art. 48)
o Verval van recht tot sturen (art.49)
o Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50)
o Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
(art. 55)
- Niet-retroactieve werking van nieuwe verzwarende bestanddelen/factoren
- Niet-retroactieve werking van nieuwe regels inzake herhaling
- Retroactieve werking van gunstigere bepaling (lex mitior)
o Schrapping vervangende gevangenisstraf bij geldboete
o Beperking duur vervangende gevangenisstraf bij werkstraf en probatiestraf
- Retroactieve werking van gedepenaliseerde overtredingen (lex mitior)
o Nachtgerucht of nachtrumoer
o Feitelijkheden
4
Universiteit Antwerpen
,1.4 Toepassing strafwet in de ruimte – Ratione Loci (art.3)
1.4.1 Het territorialiteitsbeginsel
Elk misdrijf dat plaatsvindt op Belgisch grondgebied kan bestraft worden door het Belgisch recht
zolang de voorwaarden van het non bis in idem-beginsel gerespecteerd worden (niemand kan
opnieuw berecht worden voor een misdrijf waarvoor hij reeds is veroordeeld of vrijgesproken).
Reëel grondgebied:
- Grondgebied binnen landgrenzen
- Territoriale zee: 12 mijl vanaf de laagwaterlijn
- Luchtruim boven het grondgebied en de territoriale zee
Schepen:
- Schip met Belgische vlag = Belgisch grondgebied (principe van vlaggenstaat)
- Vreemde oorlogsschepen = altijd onschendbaar
- Vreemde koopvaardijschepen (transport van goederen en/of personen) + vissersvaartuigen,
wanneer in territoriale wateren;
o Misdrijf heeft gevolgen op Belgisch grondgebied of verstoort openbare orde op
Belgisch grondgebied of in territoriale wateren
o De kapitein of consul van het schip roept hulp in van plaatselijke autoriteiten
o Misdrijf i.v.m. handel in verdovende middelen
o Bemanningsleden die misdrijf plegen aan land
- Vliegtuigen
o Belgische vliegtuigen = Belgisch grondgebied (principe van vlaggenstaat)
o Buitenlandse vliegtuigen:
▪ Dader of slachtoffer heeft Belgische nationaliteit
▪ Toestel landt na misdrijf in België
▪ Extraterritoriale toepassing (cf. infra)
1.4.2 Ubiquiteitstheorie + leer van de ondeelbaarheid
Een misdrijf is op Belgisch grondgebied gepleegd wanneer één van de materiële constitutieve of
verzwarende bestanddelen in België heeft plaatsgevonden (+ leer van de ondeelbaarheid).
Gebaseerd op cassatierechtspraak
Samenvoegsel van drie theorieën:
o Leer van de lichamelijke gedraging: handeling in België met gevolg in buitenland
o Leer van het gevolg: handeling in buitenland met gevolg in België
o Leer van het instrument: plaats waar instrument van het misdrijf (bv. bom) zijn
uitwerking heeft
Leer van de ondeelbaarheid (inzake strafbare deelneming):
Alle elementen die een ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf kunnen in België berecht worden
• Daden van deelneming in het buitenland met een hoofdfeit in België: deelnemers kunnen in
België berecht worden
• Daden van deelneming in België en hoofdfeit in het buitenland: dan is België enkel bevoegd
voor de daden van deelneming indien deze op zich strafbaar zijn in België. België is niet
5
Universiteit Antwerpen
, bevoegd voor vervolging van de hoofddaders van het hoofdfeit, noch voor daden van
deelneming die op zich niet strafbaar zijn
1.4.3 extraterritorialiteitsbeginsel
Rechtsmacht voor misdrijven die volledig in het buitenland gepleegd zijn.
Beschreven in art. 6 – 14/15 V.T. Sv. (voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering)
Actief nationaliteitsbeginsel: dader van het misdrijf
Passief nationaliteitsbeginsel: slachtoffer van het misdrijf
Staatsbeschermingsbeginsel: verdediging van Belgische staat of internationale instelling
gevestigd in het rijk
Universaliteitsbeginsel: verdediging van andere belangen
Rechtsmacht gegrond op Europees of internationaal recht
Om rechtsmacht te claimen moet voldaan zijn aan alle procedurele voorwaarden die beschreven
staan in het desbetreffend artikel. Enkele toelichtingen van mogelijke voorwaarden:
Dubbele incriminatie: strafvordering moet ook opgestart zijn in het land van het misdrijf
Voorafgaande klacht van slachtoffer: enkel rechtsmacht indien er een klacht is van een
slachtoffer
Voorafgaand bericht van overheid: buitenlandse overheid moet vervolging vragen
1.4.4 Immuniteiten
Zijn een vervolgingsbeletsel, mag zelfs niet voor de rechtbank komen.
Staatsrechtelijke immuniteiten
Staan allemaal in de grondwet
• Onschendbaarheid van de koning = absoluut, ongeacht het misdrijf
• Parlementaire immuniteit + immuniteit van ministers/staatssecretarissen
o Absoluut voor misdrijven met betrekking tot meningsuiting
o Andere misdrijven: geen onschendbaarheid. Wel machtiging van parlement nodig
voor bepaalde onderzoeksdaden
o Niet bij heterdaad en niet voor verhoren, confrontaties of vordering gerechtelijk
onderzoek
Volkenrechtelijke immuniteiten
• Buitenlandse staatshoofden, regeringsleden en autoriteiten
o Absoluut bij verblijf in België en in de uitoefening van hun functie, ongeacht het
misdrijf
o Voor de duur van hun mandaat, na afloop kan strafvordering alsnog opgestart
worden
• Diplomatieke ambtenaren
o + personeel en familieleden
o Bij misdrijf kan de zendnatie de immuniteit opheffen
• Ambtenaren van supranationale of internationale organisaties
6
Universiteit Antwerpen