Basisbegrippen en nomenclatuur
Prevalentie kanker =
- Bij vrouwen = 2e meeste doodsoorzaak ---> = na cardiovasculaire redenen
- Bij mannen = 1e meeste doodsoorzaak
Definitie en algemene begrippen =
Neoplasie = neoplasm = tumor ---> kan:
- Goedaardig
- Kwaadaardig
Moleculaire definitie tumor =
Tumoren = altijd veroorzaakt door mutaties --->
- Mutaties geven groeivoordeel
- Mutaties worden doorgegeven v moeder nr dochter cel = klonaal
---> = zorgt ervoor da tumoren autonoom groeien zonder rekening te houden met noden v
lichaam + andere cellen in de buurt = onafhankelijk v externe groeistimuli
---> bijna alle tumoren = 2 componenten =
• Klonale component
• Reactief tumor stroma
Reactief tumor stroma =
= reactie v lichaam op tumorcellen = wisselend
afhankelijk v tumortype
---> tekening = standaard stroma =
- Tumorcellen = onregelmatig =
celpleiomorfie
- Cel kernen = ook onregelmatig
---> tumorcellen = reageren met cellen in de
buurt = reactief tumorstroma krijgen =
- Fibroblasten = maken extra cellulaire
matrixcomponenten
- Bloedvaten = voor O2 + voeding
- Inflammatoire cellen = immuunrespons v
lichaam op kankercellen
1
,Inflammatoire cellen =
- B en T lymfocyten
- Plasmocyten
- Macrofagen
- Soms neutrofiele granulocyten + eosinofiele granulocyten
---> ook vacuooltjes met gefagocyteerd materiaal
Functie reactief tumorstroma =
- Invasie
- Metastasering
- Immuunrespons v lichaam op kankercellen
---> kan mineure + majeure component zijn
2 soorten hoeveelheden reactief stroma =
Weinig stroma Veel stroma
= mineure component v tumor ---> = = grote hoeveelheid stroma produceren dr
- Celrijk tumor =
- Weinig colageen - Celarm
- Veel collageen
---> = desmoplastische stromareactie
Opmerking maken + kleuren v weefselcoupes =
1. Biopsie → Paraffineblokje
2. Paraffineblokje → Ongekleurde coupe
3. Ongekleurde coupe → Gekleurde coupe
4. Gekleurde coupe → Microscopisch onderzoek
---> Parafine =
- Parafine = opwarmen ---> vloeibaar worden
- Weefsels fixeren in formaldehyde = autolyse v weefsels stil leggen
---> coupes maken v weefsel = weefsel moet hard gng zijn ---> = vandaar parafine gebruiken
---> weefsels impregneren met paraffine = over nacht = in weefselprocessor =
1. Water in weefsel vervangen dr alcohol
2. Alcohol vervangen dr organische solventen
3. Organische solventen vervangen dr vloeibare parafine
Daarna = weefsel halen + in metalen vorm leggen ---> afsluiten met achterkant plastieke plaatje =
paraffine blokje krijgen 2
,Microtoom =
Heel scherp mes ---> = maakt kleine snedes v blokje
---> = snedes hangen eerst aan elkaar = lintje vormen ---> dan losmaken + op
draagplaatje plaatsen = ondetecteerbaar want weefsel is nog doorzichtig
---> dan kleuren met HE
---> daarna onder microscoop leggen + bekijken
Verschil maligne + benigne =
Kenmerk Benigne (goedaardig) Maligne (kwaadaardig)
Groei - Geen agressieve groei Lokale invasie + destructie v nabijgelegen
structuren
- Geen invasie of destructie v
omliggende
weefsels/organen
Spreiding Blijft lokaal ---> geen uitzaaiingen Kan spreiden naar andere organen
(metastasen)
Therapie Meestal chirurgie ---> volledig Afhankelijk van stadium:
wegnemen = tumor is weg
- Chirurgie
- Chemo
- Radiotherapie
- Immunotherapie
Kanker = synoniem voor maligne tumor
Naamgeving v tumoren =
2 basisprincipes =
- Obv voorspelde gedrag ---> maligne + benigne
- = histogenetisch principe = obv weefsel of cel waaruit kanker is ontstaan of wordt
nagebootst
3
, Naamgeving =
Heel belangrijk onderscheid =
- Ontstaan uit
steunweefsels
- Ontstaan uit
epitheelweefsel
Epitheel = aan opp v lichaam +
lijnen lumina af ---> onder
epitheel = altijd een basaal
membraan
Steunweefsel = stroma +
mesenchym ---> =
- Bindweefsel
- Vetweefsel
- Kraakbeenweefsel
- Bot
Epitheel =
Type epitheel Kenmerken Voorbeelden / Locaties
Meerlagig squameus Basale laag ---> maturatie tot Huid, mondholte,
epitheel plaveiselcellen (tegelvormig) slokdarm, vagina
Eenlagig / klierepitheel Vormt vaak klierstructuren = kan Colon-epitheel
instulpen
Klierepitheel Secretorische functie - Vrouw = borst
(specifieke organen) - Man = prostaat
- Longalveolen
Naamvorming epitheel =
Goedaardig Kwaadaardig
Algemeen STAM + OMA STAM + CARCINOMA
Meerlagig squameus Squameus papilloma - Plaveiselcelcarcinoma
- Squameus carcinoma
Eenlagig + klier Adenoma Adenoom carcinomen
4