A Surgical Perspective on the Cervical and Thoracic Spine
Surgeries of the cervical spine
Introduction
Ventrale benadering (lower C2) C3 – T1 (T2)
● Niet pijnlijke en makkelijke manier om te opereren → huid is vrij flexibel
en geneest makkelijk
● Vaak voorkomend
● Vanaf ventraal, iets lateraal (oblique/horizontal incision = insnede langs opzij: zie pijl)
● Verminderde instabiliteit aangezien we discus/ventraal corpus wegnemen
● Moeilijk om aan zenuw te komen → discus moet w verwijderd
en later w fusie uitgevoerd
● Plaat en schroef osteosynthese
● Hoarseness (heesheid) tgv pharynx + slikstoornis → 2-4w
Ventrale benadering to C1-odontoid (zeldzamer)
● = Transoral / transnasal (endoscopic)
● C1-C2-C3: moeilijker via antero-lateraal te bereiken omdat mandibula in de weg zit
(je moet dan in een hoek werken) → daarom transorale en transnasale benadering
● Via de neus met een endoscopie → minder invasief + minder infectierisico /
andere soort bacteriën aanwzeig
● Incisie in de pharynxwand
● Niet pijnlijk voor pt en kan nadien direct terug eten
● Kan ook via de mond maar dan meer kans op bacteriën + pt mag hele tijd voor
operatie niet eten
Dorsale benadering
● Lig nuchea doorgesneden → rugmusculatuur opzij geschoven
● Pt ligt in operatietafel op de buik
● Pijnlijkere benadering (tgv manipulatie nekmusculatuur)
○ Manipulatie is vaak pijnlijk de eerste dagen
<-> dit heb je niet in de ventrale benadering
● Voordeel = je moet geen fusie van de wervelkolom doen
Overzicht
1
, What surgical actions are possible?
● Decompressie van zenuwwortels/ruggenmerg/wervelslagader
● Artrodese (2 gewrichtspartners vastzetten)
○ Meestal botfusie + osteosynthese
○ Toepassen wanneer we iets decompresseren en met als gevolg dat het
onstabiel wordt → daarna dan weer stabiel
● Herstel van beweging ??
○ We moeten toegeven dat we beweging niet kunnen herstellen.
○ We kunnen hooguit proberen artrodese te vermijden om beweging te
behouden door een decompressiebenadering/techniek te kiezen waarbij geen
artrodese nodig is.
○ Discusprothese maakt ventrale decompressie mogelijk + artrodese vermijden,
maar de impliciete beweging is niet fysiologisch en tot nu toe is het voordeel
(in vergelijking met fusie) niet echt klinisch relevant gebleken (studies lopen
nog).
○ We kunnen geen ROM toename veroorzaken maar wel een andere vorm van
bewegen
○ Discusprothese VS arthrodesis → nog geen bewijzen dat discusprothese
beter is (in termen van bewaren van bewegingen)
Trauma
Cervical spine injuries
● Komen vaak voor bij patiënten met meervoudig trauma en hoofdletsel.
○ De cervicale wervelkolom moet worden gecontroleerd!
● Verantwoordelijk voor 1/3 van alle spinal injuries (WK operaties)
● Verantwoordelijk voor 1/2 van alle spinal cord injuries (SCI)
● Fracturen – ligamentaire letsels – combinaties … verplaatst of niet-verplaatst
● Beeldvorming
○ CT is de beeldvormingsmodaliteit bij uitstek voor het beoordelen van
statische botanatomie: fracturen en verplaatsingen.
○ Ligamentaire letsels kunnen alleen worden aangetoond met MRI (en
dynamische beelden) → MRI is duurder en niet altijd beschikbaar
■ MRI → wanneer fracturen uitgesloten zijn
○ RX is provocerend dus wordt niet gedaan!
Algemene principes
1. Stabiliteit
○ Letsels die de stabiliteit/integriteit van de wervelkolom aantasten en het
ruggenmerg in gevaar kunnen brengen: chirurgische stabilisatie.
○ Letsels die als ‘stabiel’ worden beschouwd, kunnen genezen door
immobilisatie.
→ Spine is stabiel: geneest vanzelf (immobilisatie)
→ Spine is onstabiel: chirurgische ingreep aangewezen
→ Beoordeling van ‘stabiliteit’ is soms moeilijk
○ Ligamentaire letsels genezen meestal niet door immobilisatie en brengen dus
een risico met zich mee voor onmiddellijk of later verlies van integriteit →
operatie!
2
Surgeries of the cervical spine
Introduction
Ventrale benadering (lower C2) C3 – T1 (T2)
● Niet pijnlijke en makkelijke manier om te opereren → huid is vrij flexibel
en geneest makkelijk
● Vaak voorkomend
● Vanaf ventraal, iets lateraal (oblique/horizontal incision = insnede langs opzij: zie pijl)
● Verminderde instabiliteit aangezien we discus/ventraal corpus wegnemen
● Moeilijk om aan zenuw te komen → discus moet w verwijderd
en later w fusie uitgevoerd
● Plaat en schroef osteosynthese
● Hoarseness (heesheid) tgv pharynx + slikstoornis → 2-4w
Ventrale benadering to C1-odontoid (zeldzamer)
● = Transoral / transnasal (endoscopic)
● C1-C2-C3: moeilijker via antero-lateraal te bereiken omdat mandibula in de weg zit
(je moet dan in een hoek werken) → daarom transorale en transnasale benadering
● Via de neus met een endoscopie → minder invasief + minder infectierisico /
andere soort bacteriën aanwzeig
● Incisie in de pharynxwand
● Niet pijnlijk voor pt en kan nadien direct terug eten
● Kan ook via de mond maar dan meer kans op bacteriën + pt mag hele tijd voor
operatie niet eten
Dorsale benadering
● Lig nuchea doorgesneden → rugmusculatuur opzij geschoven
● Pt ligt in operatietafel op de buik
● Pijnlijkere benadering (tgv manipulatie nekmusculatuur)
○ Manipulatie is vaak pijnlijk de eerste dagen
<-> dit heb je niet in de ventrale benadering
● Voordeel = je moet geen fusie van de wervelkolom doen
Overzicht
1
, What surgical actions are possible?
● Decompressie van zenuwwortels/ruggenmerg/wervelslagader
● Artrodese (2 gewrichtspartners vastzetten)
○ Meestal botfusie + osteosynthese
○ Toepassen wanneer we iets decompresseren en met als gevolg dat het
onstabiel wordt → daarna dan weer stabiel
● Herstel van beweging ??
○ We moeten toegeven dat we beweging niet kunnen herstellen.
○ We kunnen hooguit proberen artrodese te vermijden om beweging te
behouden door een decompressiebenadering/techniek te kiezen waarbij geen
artrodese nodig is.
○ Discusprothese maakt ventrale decompressie mogelijk + artrodese vermijden,
maar de impliciete beweging is niet fysiologisch en tot nu toe is het voordeel
(in vergelijking met fusie) niet echt klinisch relevant gebleken (studies lopen
nog).
○ We kunnen geen ROM toename veroorzaken maar wel een andere vorm van
bewegen
○ Discusprothese VS arthrodesis → nog geen bewijzen dat discusprothese
beter is (in termen van bewaren van bewegingen)
Trauma
Cervical spine injuries
● Komen vaak voor bij patiënten met meervoudig trauma en hoofdletsel.
○ De cervicale wervelkolom moet worden gecontroleerd!
● Verantwoordelijk voor 1/3 van alle spinal injuries (WK operaties)
● Verantwoordelijk voor 1/2 van alle spinal cord injuries (SCI)
● Fracturen – ligamentaire letsels – combinaties … verplaatst of niet-verplaatst
● Beeldvorming
○ CT is de beeldvormingsmodaliteit bij uitstek voor het beoordelen van
statische botanatomie: fracturen en verplaatsingen.
○ Ligamentaire letsels kunnen alleen worden aangetoond met MRI (en
dynamische beelden) → MRI is duurder en niet altijd beschikbaar
■ MRI → wanneer fracturen uitgesloten zijn
○ RX is provocerend dus wordt niet gedaan!
Algemene principes
1. Stabiliteit
○ Letsels die de stabiliteit/integriteit van de wervelkolom aantasten en het
ruggenmerg in gevaar kunnen brengen: chirurgische stabilisatie.
○ Letsels die als ‘stabiel’ worden beschouwd, kunnen genezen door
immobilisatie.
→ Spine is stabiel: geneest vanzelf (immobilisatie)
→ Spine is onstabiel: chirurgische ingreep aangewezen
→ Beoordeling van ‘stabiliteit’ is soms moeilijk
○ Ligamentaire letsels genezen meestal niet door immobilisatie en brengen dus
een risico met zich mee voor onmiddellijk of later verlies van integriteit →
operatie!
2