Les 1: Ontstaan en historiek van Disability
Studies
DISABILITY / HANDICAP / BEPERKING / LABEL
1. Maatschappelijk debat
Hier wordt disability vaak gezien in termen van rechten, toegankelijkheid en sociale
rechtvaardigheid.
Veel besproken thema’s zijn o.a.:
Geen toegang krijgen tot gebouwen, openbaar vervoer, informatie, digitale tools.
Discussies over universal design, redelijke aanpassingen en discriminatie.
Publieke percepties en stereotypen rond wat een “normaal” lichaam of functioneren zou zijn.
Kritiek op het ableist imaginary dat bepaalt wie mag participeren en op welke manier.
2. Onderzoek & beleid
In dit domein worden beperkingen vaak geobjectiveerd, geclassificeerd of geproblematiseerd.
Voorbeelden:
Overlabeling in het onderwijsdiscours (zoals aangehaald door sommige ministers): de vrees
dat te veel kinderen “labels” krijgen.
Schoolbeleid van universiteiten en hogescholen:
o Procedures voor redelijke aanpassingen.
o Studeren met een bijzonder statuut.
o Administratieve drempels en bureaucratische processen die studenten zelf moeten
navigeren.
Beleidsdocumenten maken gebruik van termen die disability reguleren, definiëren of grenzen
aangeven.
3. (Orthopedagogisch) werkveld
Hier krijgt disability betekenis binnen zorg, begeleiding en ondersteuning.
Voorbeelden:
Werken met kwetsbare groepen die ondersteuning nodig hebben in school, thuiscontext of
samenleving.
Begeleiding van jongeren en volwassenen die worden toegeleid naar de arbeidsmarkt.
, Spanningsveld tussen:
o Depathologiseren
o Nood aan ondersteuning en diagnostiek
Praktijken waarin zorgverleners hun handelen voortdurend moeten herdenken vanuit
zorgethiek, relationaliteit en anti-ableisme.
4. Persoonlijke ervaringen
Hier krijgt disability een belichaamde, subjectieve, geleefde betekenis.
Voorbeelden:
Hoe iemand zelf zijn beperking ervaart binnen school, werk, gezin of maatschappij.
Ervaringen met microagressies, uitsluiting of paternalisme.
Maar ook: belonging, verbondenheid, peers, crip communities, identiteit.
De spanning tussen het label dat van buitenaf gegeven wordt en het zelfbeeld dat van
binnenuit ontstaat.
Even situeren…
Gabel, 2010:
“Disability studies (DS) is an interdisciplinary area of study that situates disability at the center of
the humanities, sciences, social sciences, and applied fields of study. Disability studies “challenges the
view of disability as an individual deficit or defect that can be remediated solely through…
intervention by ‘experts’ and other service providers” (Society for Disability Studies [SDS], 2004).”
Wat betekent dit?
1. Disability als sociaal construct
Beperking wordt niet gezien als een puur individueel probleem of medisch defect.
Het ontstaat in de interactie tussen persoon en samenleving (sociale, culturele, materiële en
politieke factoren).
DS bevraagt normen, verwachtingen en structuren die bepalen wie “normaal” is en wie
“afwijkend”.
2. Belang van ervaringskennis
Disability Studies geeft ruimte aan de stemmen van mensen met een beperking zelf en hun
families.
Ervaringskennis wordt erkend als gelijkwaardig aan professionele of academische kennis.
Dit verschuift van “experts weten het” naar co-productie, participatie en agency.
3. Mensenrechtenbenadering
, DS sluit aan bij een mensenrechtenkader, met het
VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (CRPD),
geratificeerd in België in 2009.
Hierbij staan centraal:
o Gelijke kansen
o Toegankelijkheid
o Participatie
o Inclusie in onderwijs, arbeid, cultuur en samenleving
1. Ontstaan en historiek
1. Interdisciplinair en meervoudig (Taylor, 2006)
Disability Studies (DS) ontwikkelde zich in de VS en VK vanuit diverse theoretische
invalshoeken:
o sociologie
o kritische theorie
o feministische studies
o culturele studies
o recht en mensenrechten
o crip theory
Er bestaat geen éénheidsperspectief. DS is bewust pluraal en kritisch.
2. Wat DS niet is (Taylor, 2011; Linton, 1998)
Omdat DS zo meervoudig is, is het soms makkelijker om te zeggen wat het niet is:
o Niet special education
o Niet rehabilitation (revalidatie)
DS markeert een duidelijke grens tussen:
o socio-politieke benaderingen van disability
o en traditionele interventiebenaderingen die focussen op fixen, normaliseren of
herstellen.
---
3. Disability als sociaal fenomeen
Centraal in DS: de erkenning dat disability niet primair een individueel medisch probleem is,
maar een sociaal, cultureel en politiek fenomeen.
Disability wordt gevormd door:
, o normen
o infrastructuur
o beleid
o representatie
o verwachtingen
o machtsverhoudingen
4. Disability als sociale constructie en sociale negatie
Connor et al.:
“Disability is not a ‘thing’ or condition people have, but instead a social negation serving powerful
ideological commitments and political aims.”
Dit betekent:
Disability is geen inherent defect, maar ontstaat wanneer de samenleving bepaalde lichamen
en manieren van functioneren ontkent, uitsluit of minderwaardig maakt.
Disabilities worden geproduceerd door ableistische structuren, zoals:
o ontoegankelijke ruimtes
o normatieve verwachtingen
o classificaties
o beleid dat verschillen problematiseert
Samengevat
Disability Studies in de VS en VK is:
interdisciplinair,
kritisch,
sociaal-politiek,
gericht op macht, normaliteit en uitsluiting,
en duidelijk onderscheiden van traditionele zorg- of onderwijsdisciplines die disability
willen herstellen of normaliseren.
Studies
DISABILITY / HANDICAP / BEPERKING / LABEL
1. Maatschappelijk debat
Hier wordt disability vaak gezien in termen van rechten, toegankelijkheid en sociale
rechtvaardigheid.
Veel besproken thema’s zijn o.a.:
Geen toegang krijgen tot gebouwen, openbaar vervoer, informatie, digitale tools.
Discussies over universal design, redelijke aanpassingen en discriminatie.
Publieke percepties en stereotypen rond wat een “normaal” lichaam of functioneren zou zijn.
Kritiek op het ableist imaginary dat bepaalt wie mag participeren en op welke manier.
2. Onderzoek & beleid
In dit domein worden beperkingen vaak geobjectiveerd, geclassificeerd of geproblematiseerd.
Voorbeelden:
Overlabeling in het onderwijsdiscours (zoals aangehaald door sommige ministers): de vrees
dat te veel kinderen “labels” krijgen.
Schoolbeleid van universiteiten en hogescholen:
o Procedures voor redelijke aanpassingen.
o Studeren met een bijzonder statuut.
o Administratieve drempels en bureaucratische processen die studenten zelf moeten
navigeren.
Beleidsdocumenten maken gebruik van termen die disability reguleren, definiëren of grenzen
aangeven.
3. (Orthopedagogisch) werkveld
Hier krijgt disability betekenis binnen zorg, begeleiding en ondersteuning.
Voorbeelden:
Werken met kwetsbare groepen die ondersteuning nodig hebben in school, thuiscontext of
samenleving.
Begeleiding van jongeren en volwassenen die worden toegeleid naar de arbeidsmarkt.
, Spanningsveld tussen:
o Depathologiseren
o Nood aan ondersteuning en diagnostiek
Praktijken waarin zorgverleners hun handelen voortdurend moeten herdenken vanuit
zorgethiek, relationaliteit en anti-ableisme.
4. Persoonlijke ervaringen
Hier krijgt disability een belichaamde, subjectieve, geleefde betekenis.
Voorbeelden:
Hoe iemand zelf zijn beperking ervaart binnen school, werk, gezin of maatschappij.
Ervaringen met microagressies, uitsluiting of paternalisme.
Maar ook: belonging, verbondenheid, peers, crip communities, identiteit.
De spanning tussen het label dat van buitenaf gegeven wordt en het zelfbeeld dat van
binnenuit ontstaat.
Even situeren…
Gabel, 2010:
“Disability studies (DS) is an interdisciplinary area of study that situates disability at the center of
the humanities, sciences, social sciences, and applied fields of study. Disability studies “challenges the
view of disability as an individual deficit or defect that can be remediated solely through…
intervention by ‘experts’ and other service providers” (Society for Disability Studies [SDS], 2004).”
Wat betekent dit?
1. Disability als sociaal construct
Beperking wordt niet gezien als een puur individueel probleem of medisch defect.
Het ontstaat in de interactie tussen persoon en samenleving (sociale, culturele, materiële en
politieke factoren).
DS bevraagt normen, verwachtingen en structuren die bepalen wie “normaal” is en wie
“afwijkend”.
2. Belang van ervaringskennis
Disability Studies geeft ruimte aan de stemmen van mensen met een beperking zelf en hun
families.
Ervaringskennis wordt erkend als gelijkwaardig aan professionele of academische kennis.
Dit verschuift van “experts weten het” naar co-productie, participatie en agency.
3. Mensenrechtenbenadering
, DS sluit aan bij een mensenrechtenkader, met het
VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (CRPD),
geratificeerd in België in 2009.
Hierbij staan centraal:
o Gelijke kansen
o Toegankelijkheid
o Participatie
o Inclusie in onderwijs, arbeid, cultuur en samenleving
1. Ontstaan en historiek
1. Interdisciplinair en meervoudig (Taylor, 2006)
Disability Studies (DS) ontwikkelde zich in de VS en VK vanuit diverse theoretische
invalshoeken:
o sociologie
o kritische theorie
o feministische studies
o culturele studies
o recht en mensenrechten
o crip theory
Er bestaat geen éénheidsperspectief. DS is bewust pluraal en kritisch.
2. Wat DS niet is (Taylor, 2011; Linton, 1998)
Omdat DS zo meervoudig is, is het soms makkelijker om te zeggen wat het niet is:
o Niet special education
o Niet rehabilitation (revalidatie)
DS markeert een duidelijke grens tussen:
o socio-politieke benaderingen van disability
o en traditionele interventiebenaderingen die focussen op fixen, normaliseren of
herstellen.
---
3. Disability als sociaal fenomeen
Centraal in DS: de erkenning dat disability niet primair een individueel medisch probleem is,
maar een sociaal, cultureel en politiek fenomeen.
Disability wordt gevormd door:
, o normen
o infrastructuur
o beleid
o representatie
o verwachtingen
o machtsverhoudingen
4. Disability als sociale constructie en sociale negatie
Connor et al.:
“Disability is not a ‘thing’ or condition people have, but instead a social negation serving powerful
ideological commitments and political aims.”
Dit betekent:
Disability is geen inherent defect, maar ontstaat wanneer de samenleving bepaalde lichamen
en manieren van functioneren ontkent, uitsluit of minderwaardig maakt.
Disabilities worden geproduceerd door ableistische structuren, zoals:
o ontoegankelijke ruimtes
o normatieve verwachtingen
o classificaties
o beleid dat verschillen problematiseert
Samengevat
Disability Studies in de VS en VK is:
interdisciplinair,
kritisch,
sociaal-politiek,
gericht op macht, normaliteit en uitsluiting,
en duidelijk onderscheiden van traditionele zorg- of onderwijsdisciplines die disability
willen herstellen of normaliseren.