ADMINISTRATIE
Boek: basisboekhouden tot p 153
1. Basisbegrippen van het dubbel
boekhouden
1 Inleiding
Jaarrekening
Onderneming moet verantwoording afleggen over ondernemersgebeuren van het
voorbije jaar, het jaarlijkse financiële verslag is de jaarrekening, alle
belanghebbenden kunnen deze raadplegen, bv. stakeholders (banken,
leveranciers, klanten, eigenaars, aandeelhouders)
Boekhouding is gebaseerd op verantwoordingsstukken (aankoop- en
verkoopfacturen, rekeninguittreksels, kasbladen, afschrijvingstabellen..)
De ondernemingen waarvan de verantwoordelijkheid v de aandeelhouders of
vennoten beperkt is tot hun inbreng in de vennootschap moeten jaarlijks hun
jaarrekening openbaar maken.
Balans, resultatenrekening en toelichting
Dubbel boekhouden
Ondernemingen moeten volledige boekhouding voeren dmv een stelsel v boeken
en rekeningen
Vennootschap is beperkt aansprakelijk, maar aansprakelijk tot de inbreng
(€10.000)
Als 2 criteria overschreden worden is het klein (bij micro) of groot (bij klein)
Micro mag jaarrekening met een microschema neerleggen
Klein mag jaarrekening met een verkort schema neerleggen
Groot moet jaarrekening met volledig schema neerleggen
1. Ond A: 8wn, €600.000 jaaromzet en balanstotaal €400.000 micro
2. Ond B: 12wn, €10milj omzet en €5milj balans klein (verkort schema
neerleggen)
3. Ond C: 12wn, €1milj omzet en €0,5milj balans klein (verkort schema)
Onderscheid tussen kapitaal houdende en kapitaalloze vennootschappen.
1
,- Kapitaalhoudende vennootschap (NV)
Minimum kapitaal door overheid vastgesteld
- Kapitaalloze vennootschap (BV)
Kan kiezen wat begin kapitaal is
2
,Er zijn 6 modellen v de jaarrekening ter beschikking gesteld:
VOL-kap: volledige model voor kapitaalhoudende vennootschap
VOL-inb: volledig model voor kapitaalloze vennootschap
VKT-kap: verkort model voor kapitaalhoudende vennootschap
VKT-inb: verkort model voor kapitaalloze de vennootschap
MIC-kab: micromodel voor kapitaalhoudende vennootschap
MIC-inb: micromodel voor kapitaalloze de vennootschap
Vereenvoudigde boekhouding
De natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen en de
kleine vennootschappen met onbeperkt aansprakelijke vennoten hoeven niet
openbaarmaking te doen
Natuurlijke personen, zelfstandigers met jaaromzet van max €500.000 mogen
vereenvoudigede boekhouding neerleggen. Inbreng vennoten zijn onbeperkt, niet
verplicht jaarrekening neer te leggen
Geregistreerd in inkoopdagboek, verkoopdagboek en financieel dagboek
+ 1x per jaar inventaris opmaken van alle bezittingen, vorderingen, schulden en
verplichtingen
2 De balans
Een momentopname van de bronnen en aanwendingen v vermogen
Ondernemingsmiddelen = Activa
Passiva =
(werkmiddelen waarover de onderneming beschikt)
Ondernemingsbronnen =
(middelen die nodig zijn om deze te
financieren) Bronnen van het vermogen
Aanwendingvormen van het vermogen
Eigen vermogen
Vaste Activa (> 1jaar) (eigenaar/vennoten)
- bezittingen, gebouwen, machines, wagens - Inbreng (eigen geld) of
kapitaal
Vlottende Activa (≤ 1 jaar)
bij BV & reserves
- vorderingen, voorraad
Vreemd vermogen (derden)
LIQUIDEERBAARHEID
- schulden (bij bank of
leveranciers of lonen) op
KT/LT
- voorzieningen (kost voor
later)
2.1 Ondernemingsmiddelen of activa
Middelen die aanwezig moeten zijn om een onderneming uit te bouwen, bv.
gronden, gebouwen, machines, meubilair, transportmiddelen, grondstoffen,
handelsgoederen, geld (kas/ rekening)..
- Vaste activa of bestendige middelen:
Middelen die bedoeld zijn om gedurende een lange periode in de
onderneming actief te zijn (gronden, gebouwen, machines)
- Vlottende activa of vlottende middelen:
3
, Ontstaan binnen de onderneming of worden aangekocht voor snelle verkoop
en omzetting in geld binnen het jaar (voorraad grondstoffen,
handelsgoederen, vorderingen op klanten, geld in kas..)
2.2 Ondernemingsbronnen of passiva
Geven de oorsprong aan van het vermogen waardoor de onderneming haar activa
heeft kunnen verwerven. De financieringsbronnen die ter beschikking zijn om de
ondernemingsmiddelen te financieren zijn het eigen vermogen aan het vreemd
vermogen (of schulden)
- Het eigen vermogen (niet-opeisbaar vermogen):
Vermogen dat door de eigenaars aan de onderneming is toegewezen en als
bron aanwezig blijft (kapitaal/inbreng van geld, goederen of diensten,
winsten)
- Het vreemd vermogen (schulden + voorzieningen):
Vermogen dat afkomstig is van externe geldschieters (financiële instellingen
en leveranciers), de onderneming heeft deze voor bepaalde periode ter
beschikking en moeten daarna terug betalen, ook voorzieningen bij VV
2.3 Balansevenwicht
Er kunnen nooit meer middelen zijn dan bronnen en omgekeerd
Activa = Passiva
fundamenteel balansevenwicht
Middelen = Bronnen
P6
Kredietinstellingen: bankrekening (geld van jou zelf dus actief)
Resultaat: verschil tussen opbrengsten & kosten (geen opbrengsten, kosten in
resultaatrekening)
Balans op bepaald moment
(geen opbrengsten en
kosten)
4