ZSO 19: Arteriële bloeddruk: bepalende factoren en regulatie: Circulatie
3. Regelmechanisme van de arteriële
bloeddruk:
3.1. Arteriële bloeddruk: bepalende factoren:
Je weet op welke manier het hartdebiet de arteriële bloeddruk
beïnvloedt:
o De arteriële bloeddruk is afhankelijk van 3 factoren: het
hartdebiet en de perifere weerstand en het bloedvolume.
Veranderingen in deze factoren zullen de bloeddruk bepalen.
o De bloeddruk (de druk die het bloed uitoefent op de vaatwand, ook
tensie genoemd) is een hydrostatische druk (vloeistofdruk, met
hier het bloed als vloeistof). We geven de bloeddruk weer in mmHg
(millimeter kwik).
CO= Cardiac output = Hartminuut volume
SV= Stroke volume = Slagvolume
HF= Heart frequency= Hartfrequentie of hartslag
, ZSO 19: Arteriële bloeddruk: bepalende factoren en regulatie: Circulatie
Je kent de invloed van het slagvolume en de hartfrequentie op het
hartdebiet en dus ook op de bloeddruk:
o Het hartdebiet Het hartdebiet of HMV of CO is de hoeveelheid
bloed die per tijdseenheid wordt uitgepompt door het hart. Dit komt
neer op ongeveer 6 liter bloed per minuut. Per slag pompt een
ventrikel 80ml bloed naar buiten.
o De hartfunctie is adequaat zolang het hartdebiet voldoende is om
aan de metabole behoeften (zuurstof- en voedingsstoffenaanvoer en
CO²-afvoer) van het lichaam tegemoet te komen. Telkens als
hartfrequentie verandert, zal dit een invloed hebben op het
uiteindelijke hartdebiet en dus op de bloeddruk, idem voor het
slagvolume.
o De hartfrequentie De snelheid waarmee het hart samentrekt of
slaat = aantal slagen per minuut.
Bepaald door de gangmakercellen van de SA-knoop. Deze
frequentie kan echter door het autonome zenuwstelsel
gewijzigd worden.
Er is sprake van een (ortho)Sympathisch (“fight or flight” met
de “S” van Stress) en Parasympatisch (“rest & digest” met de
“P” van Peace) zenuwstelsel.
Deze 2 stelsels innerveren (= bezenuwen) het hart en werken
via volgende factoren: - (nor)adrenaline (= neurotransmitter,
afgekort: (N)A), dat door het sympathische zenuwstelsel
afgegeven wordt, versnelt de Hartslag
3. Regelmechanisme van de arteriële
bloeddruk:
3.1. Arteriële bloeddruk: bepalende factoren:
Je weet op welke manier het hartdebiet de arteriële bloeddruk
beïnvloedt:
o De arteriële bloeddruk is afhankelijk van 3 factoren: het
hartdebiet en de perifere weerstand en het bloedvolume.
Veranderingen in deze factoren zullen de bloeddruk bepalen.
o De bloeddruk (de druk die het bloed uitoefent op de vaatwand, ook
tensie genoemd) is een hydrostatische druk (vloeistofdruk, met
hier het bloed als vloeistof). We geven de bloeddruk weer in mmHg
(millimeter kwik).
CO= Cardiac output = Hartminuut volume
SV= Stroke volume = Slagvolume
HF= Heart frequency= Hartfrequentie of hartslag
, ZSO 19: Arteriële bloeddruk: bepalende factoren en regulatie: Circulatie
Je kent de invloed van het slagvolume en de hartfrequentie op het
hartdebiet en dus ook op de bloeddruk:
o Het hartdebiet Het hartdebiet of HMV of CO is de hoeveelheid
bloed die per tijdseenheid wordt uitgepompt door het hart. Dit komt
neer op ongeveer 6 liter bloed per minuut. Per slag pompt een
ventrikel 80ml bloed naar buiten.
o De hartfunctie is adequaat zolang het hartdebiet voldoende is om
aan de metabole behoeften (zuurstof- en voedingsstoffenaanvoer en
CO²-afvoer) van het lichaam tegemoet te komen. Telkens als
hartfrequentie verandert, zal dit een invloed hebben op het
uiteindelijke hartdebiet en dus op de bloeddruk, idem voor het
slagvolume.
o De hartfrequentie De snelheid waarmee het hart samentrekt of
slaat = aantal slagen per minuut.
Bepaald door de gangmakercellen van de SA-knoop. Deze
frequentie kan echter door het autonome zenuwstelsel
gewijzigd worden.
Er is sprake van een (ortho)Sympathisch (“fight or flight” met
de “S” van Stress) en Parasympatisch (“rest & digest” met de
“P” van Peace) zenuwstelsel.
Deze 2 stelsels innerveren (= bezenuwen) het hart en werken
via volgende factoren: - (nor)adrenaline (= neurotransmitter,
afgekort: (N)A), dat door het sympathische zenuwstelsel
afgegeven wordt, versnelt de Hartslag