100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Geschiedenis van het Publiekrecht Campus Brussel

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
105
Geüpload op
06-12-2025
Geschreven in
2024/2025

KULeuven campus Brussel, AJ 2024-25 - Bevat alle info uit de lesvideo's - Belangrijke termen staan in het groen, belangrijke data in het rood - Behaalde ik een 12/20 mee












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
6 december 2025
Aantal pagina's
105
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

SV GPR AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel


Geschiedenis vh publiekrecht
Geschiedenis vh publiekrecht: Belangrijke begrippen
- Begrippen
o Rechtstaat (the rule of law)
 Niemand staat boven de wet, ook staatshoofd en regering
o Constitutie
 = geheel v regels dat bepaalt hoe een staat georganiseerd moet w
 ≠ zelfde als grondwet (= geschreven, formeel), is breder dan
grondwet
(grondwet omvat specifieke wetten, constitutie omvat alle
rechtsregels die betrekking hebben op de staatsinrichting)
 DEF Constitutie: “De constitutie ve politieke gemeenschap is het
geheel van regels, gebruiken en processen die de organisatie en
werking vd overheid binnen deze politieke gemeenschap bepalen,
inclusief de grondbeginselen vd verhouding tussen de overheid en
de leden.”
o Constitutioneel recht en grondwettelijk recht zijn beide onderdelen vh
publiekrecht
o Publiekrecht: houdt verticale rechtsverhoudingen in
 Overheid heeft de bevoegdheid tussen te komen
o Privaatrecht: houdt horizontale rechtsverhoudingen in
 Overheid moeit zich niet in contracten tussen burgers
geen duidelijk onderscheid tussen tot einde 17 e E (à daarvoor: gn
scheiding vd machten)
o Soevereiniteit
 Extern: er is geen hoger gezag dan de staat
 Intern: monopolie van rechtsmacht of jurisdictie (rechtsmacht en
uitvoerende macht liggen bij 1 persoon)
 Rechtsmacht: DEF: De handhaving en naleving (d.w.z.
rechtspraak en uitvoerende macht) en macht om recht te
maken of te veranderen (wetgevende macht)
o Westerse constitutionele model:
 DOEL: beperking vd macht vd overheid ter bescherming van
burgers
 Rechtstaat: burger én overheid gebonden aan wet
 Grondrechten: natuurlijke en onvervreemdbare rechten van elk
individu
 Scheiding der machten (d.w.z. de rechterlijke, uitvoerende en
wetgevende macht)
 Democratie: de wil vh volk uitgedrukt in vrije verkiezingen
 !! past historisch gezien bij onze Westerse evolutie, kunnen we
echter niet exporteren naar rest vd wereld, er bestaan nog andere
modellen
o Sleutelrol doorheen de tijd: belastingen
 Belastingen = drijfveer achter alle rechtelijke evoluties want was in
de ME het enige waarvoor de vorst zijn volk nodig had, was kans
voor het volk om regels te stellen in ruil voor die belastingen


1

,SV GPR AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel




DEEL 1
De dynastieke vorstenstaat vh ancien régime (1492-1775)

Hoofdstuk 2: De crisis vd respublica Christiana en de
opkomst vd soevereine staat (1492-1660)
- Situering ME:
o Structurele armoede, zwaar leven => religie biedt troost
 Geestelijken w belangrijkste figuren in SL, geprivilegieerde klasse (gn
legerdienst, belastingvoordelen)
 Adel: ook geprivilegieerd (betere voeding,…) => betere
levensverwachting
o MEse maatschappij bestaat uit ongelijken met eenzelfde factor: geloof
o SL = politieke gemeenschap van gelovigen (“Res publica Christiana”)
o Eindigt in 1517 met Martin Luther (zette z af tegen de paus,
waardoor de eenheid vh christendom uiteenvalt (er komen versch
groepen protestanten)
o Heeft juridisch-politieke gevolgen: vorsten verwerpen gezag vd
paus en w soeverein, begin opkomst soevereine staat

1. Laat MEse politieke en juridische orde: Europa ca 1600
- WEur politiek gezien enorm versnipperd in 1600
o Duitsland bestond nog niet (=> D nog niet 1 gemaakt, duurde tot 19 e E)
 PARADOX: het ziet er heel heterogeen uit, en toch claimde Heilig
Roomse Keizer soevereiniteit te hebben over D en heel Europa
o Breed scala aan vorstendommen, hertogdommen, … met allemaal een
deeltje vd rechtsmacht
- Hiërarchisch systeem vd politieke en juridische orde in de late ME:
o Theorie:




o Praktijk:
 Vorsten ≠ akkoord met claim vd HRK en dat die hoger zou staan
dan hun, er w gediscussieerd over die rangorde




2

,SV GPR AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel




2. Politieke desintegratie na val West-Romeinse Rijk
- MEers: gefascineerd door Rome (zie schilderijen over val WRR)
- ORR AKA Byzantium blijft nog bestaan tot 1453: inval vd Ottomanen zorgt voor
val van Constantinopel
- Christelijk West-Europa ontstaat
o Dynastie vd Karolingers
 Met Karel de Grote: laat z tot keizer kronen vh WRR (verplichtte
paus hiertoe) + legt zo de basis vh Heilig Roomse Rijk
 Na dood: kroon w doorgegeven aan zoon Lodewijk de Vrome en na
diens dood w het rijk steeds verder verdeeld onder zonen vd
overleden vorst (volgens Verdrag v Verdun, 843) à versnippering
o Keizerskroon komt terecht in Duitse gebieden vh Karolingische rijk (962)
 Vele heersers claimen kroon maar niet via erfopvolging maar was
electief (keurvorsten bepaalden d.m.v. verkiezing wie kroon krijgt)
 Om verkozen te w: veel geld hebben
 => Habsburgse obsessie met geld om die kroon in de
dynastie te houden
- Politieke desintegratie
o 9e en 10e E: proces van verval door invasies van vikings
 Slaagden door efficiëntie overal te plunderen
 Veroorzaken grote ellende en geweld
 Waren niet christelijk => plunderden vooral kloosters
 Politieke effect:
 Er was gn centraal gezag toen in Frankrijk => lokale
heersers organiseren z politiek en militair los vd Fr koning
(die had de facto weinig te zeggen over de ≠ regio’s),
maken gebruik vd chaos om rechtsmacht naar z toe te
trekken
MAAR
o 10e en 11e E: gedeeltelijk herstel vh centrale gezag
 Machtsbasis die lokale heersers opzetten in 9e en 10e E blijft niet
bestaan doordat de chaos wegvalt doordat het economisch weer
beter ging

- Die politieke versnippering w in de hand gewerkt door 3 rechtsconcepten waar
die lokale heersers gebruik van maken om hun rechtsmacht te vergroten
o Feodaliteit
 = beschrijving ve historisch fenomeen a.d.h.v. een moderne term
(door historici)
 Manier v politieke organisatie
 = contract tussen de leenheer en de leenman en tussen de
leenman en zijn vazal (kan steeds verder gaan) à feodale piramide
met leenheer aan top

3

, SV GPR AJ 2024-25 Sofie Declerck
KUL Campus Brussel

 Feodale contract = samensmelting v 2 oudere contractvormen van
Germaanse oorsprong (daardoor dat Romeinen dit niet kenden):
 Commendatio
o = Germaans begrip waarbij een machtig persoon
bescherming biedt aan iemand die dat nodig heeft
 Beneficium AKA precarium (als het gaat over kerkelijke
gronden)
o = contract waarbij men een bepaald goed (bv grond)
geeft in ruil voor loyaliteit
 Er ontstaat een feodaal contract waarbij de leenheer aan de
leenman een goed geeft en die leenman bepaalde rechten en
plichten verschuldigd is aan de leenheer
o Consilium (leenman geeft raad in de curia (bij
politieke beslissingen of bij rechtzaken die voor de LH
verschijnen))
o Auxilium (militaire dienstplicht)
 Dit toont de trouw tussen LH en LM aan en dit w veruiterlijkt in de
symbolische totstandkoming vh contract (bv kus op mond geven)
 Ontstond bij de Karolingers en was een poging om op een
goedkope manier een leger te paard te bekomen (was zeer duur
want harnas enzo):
 De LM kon door op het in leen gekregen stuk grond te
werken, geld verdienen om een legeruitrusting te kopen om
zijn militaire plicht naar de LH toe te vervullen
 Er was enorm veel variatie tussen de feodale contracten v bv
Brugge en Gent
 Feodaal recht: w rechtstak waar veel MEse juristen z mee
bezighielden (want veel geld mee gemoeid)
 Regels over feodale contract w neergeschreven in de Libri
Feudorum (11e -13e E)
 Potentiële nadelen: leidt tot machtsversnippering: feodaliteit krijgt
ook andere vormen
 Vermenging vd overheidsmacht met privaat bezit v grond
o Ambtslenen
 = het in leen krijgen ve politieke functie (bv
belastingheffer)
 Ambt gaat na je dood weer terug nr leenheer
die het aan iemand anders geeft (zelfde
principe als met grond)
 = win-winsituatie: LH geeft je ambt zodat hij
het niet zelf moet doen + krijgt deel vd
opbrengst MAAR vorst geeft wel een deel v zijn
publiek gezag weg (in leen)
o Banrechten
 = bepaalde privileges zoals muntslaan
 Subinfeodatio
o Het contract is een persoonlijke titel: je bent de
rechten en plichten van in het contract verschuldigd
aan niemand anders dan de LM met wie je het
contract hebt afgesloten

4
€18,66
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
sofiedeclerck1

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
sofiedeclerck1 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
Nieuw op Stuvia
Lid sinds
14 uur
Aantal volgers
0
Documenten
8
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen