SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
Economie
Deel 1: Wat is economie
Hoofdstuk 1: Economie als wetenschap
- DEF economie: Economie is de wetenschap die de samenleving bestudeert
als het samenspel van de keuzes van mensen en die de uitkomsten van dit
samenspel evalueert in termen van welvaart en, indien nodig,
beleidsvoorstellen doet ter bijsturing.
o Bestuderen (= positieve wetenschap)
Samenspel: kringloop tussen gezinnen en ondernemingen
Keuzes
We kijken naar de mens als een “homo economicus”
(d.w.z. dat we uitgaan van het idee dat de keuze rationeel
is, een rationeel keuzemodel), bv maximale winst
nastreven
Mensen
AKA economische agenten: 5 soorten: gezinnen,
financiële instellingen, ondernemingen, de overheid en
het buitenland
o Evalueren (= normatieve wetenschap)
DEF welvaart: Welvaart is de mate waarin mensen in de
samenleving hun behoeften bevredigd zien.
Welvaartsverbetering door pareto-efficiënt te werken
= situatie waarin je niemand zijn lot nog kan verbeteren
zonder iemand anders zijn situatie te verslechteren
≠ altijd rechtvaardig (als bv iemands salaris verdubbelt en
iemand anders salaris vermeerderd w met ½ van het
oorspronkelijke salaris)
,SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
Hoofdstuk 2: Onze economie in perspectief
- 2 soorten inputs:
o Lopende inputs: verdwijnen in product
Grondstoffen (kaas, tomaat)
Hulpstoffen (elektriciteit voor de oven)
o Productiefactoren: verslijten gestaag
Arbeid (2 min werk door de verkoper)
Kapitaal (toonbank, oven)
- Toegevoegde waarde = inkomen
o = waarde die gecreëerd w door ≠ grondstoffen adhv ≠
productiefactoren
- Bruto Binnenlands Product = som vd toegevoegde waardes die gecreëerd w
in een land in 1 jaar
o bbp/capita: veel gebruikt als graadmeter vd welvaart MAAR
Zegt niks over de verdeling ve land, is een gemiddelde
Zegt niks over de gezondheid vd mensen in een land
Ook verkoop v wapens w hierin opgenomen maar daar w je land
nt noodzakelijk beter van
- We zien dat over het algemeen in alle landen het bbp stijgt
o Zorgt voor meer disposable income: manier waarop we consumeren
verandert
o Relatie bbp-gezondheid: min of meer positief verband (hoe hoger bbp,
hoe hoger de levensverwachting)
o Relatie bbp-geluk: over algemeen zijn mensen met een hoger loon
gelukkiger maar op lange termijn betekent een stijging v bbp nt
noodzakelijk meer geluk
- Verklaring voor die groei bbp:
o
Grote groei komt door factor (1) = bbp/gewerkt uur
= arbeidsproductiviteit: verdertigvoudigt
we werken minder maar zijn wel productiever
geworden (ookal valt dit in Europa stilaan stil)
o Verschillende oorzaken:
Technologische innovatie
Arbeidsverdeling en specialisatie
Handel
- Arbeidsverdeling en specialisatie: de speldenfabriek v Adam Smith
o = “Adam” vd economie, founder v economie als wetenschap
o 1 speld maken vergt 18 handelingen, een ongeoefende werker kan op
1 dag 20 spelden produceren
o MAAR als de arbeiders het productieproces opsplitsen en z elk
specialiseren in een handeling: 10 werkers samen maken 48 000
spelden
,SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
=> elk vd 10 werkers is 240x productiever dan een
ongeoefende werker
o => productiviteitswinst volgens Adam Smith te danken aan:
Arbeidsverdeling: de juiste werker op de juiste plaats
Specialisatie: zorgt voor tijdswinst (sneller werken want je doet
altijd hetzelfde)
- Technologische innovatie <-> Thomas Malthus
o Beschreef spanning tussen bevolkingsgroei en voedselproductie:
Bevolking groeit geometrisch (telkens verdubbelen tijdens
dezelfde tijdsperiode)
Voedselproductie groeit lineair (stijgt telkens met dezelfde
hoeveelheid tijdens dezelfde tijdsperiode)
= een verdubbeling vh aantal arbeiders leidt tot minder dan een
verdubbeling vd voedselproductie
Zag een doemscenario: De “Malthulsiaanse val”
Er zal te weinig eten zijn voor de groeiende bevolking
ziektes, hongersnood vechten voor eten (oorlog)
sterfte meer voedsel voor overlevenden bevolking
groeit weer aan
= neerwaartse cyclus
Mensen gaan net genoeg hebben om te overleven
o !! MAAR zag bij zijn beschrijving de immense productiviteitswinst in de
LB (door technologische vooruitgang) over het hoofd, zonder die
vooruitgang had hij weleens gelijk kunnen hebben
- Internationale handel: het model v Ricardo
o = idee v Adam Smith over specialisatie en arbeidsverdeling op
internationaal vlak (tussen landen onderling)
o Ziet voordeel in specialisatie, beide landen die handeldrijven w er
beter van
Portugal had absoluut voordeel in wijn en textiel
In Engeland is het relatief goedkoper textiel te maken (in
opportuniteitskosten uitgedrukt)
o Zie monitoraat 1
Deel 2: Marktwerking
Hoofdstuk 3: Vraag en aanbod
- We bekijken een model in “ideale marktomstandigheden”
o Kopers en verkopers hebben gn marktmacht (moeten de markt
ondergaan)
iedereen is prijsnemer (hebben gn invloed op de prijs)
Als iedereen prijsnemer is markt v volmaakte mededinging
Hangt af vh aantal kopers/verkopers
o Tegenvoorbeeld: monopolie (dan is er een
prijszetter)
Homogene goederen of diensten
o Elk individueel product is perfect inwisselbaar
, SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
o Bv iPhone kopen bij Proximus of Orange: je krijgt 2x
hetzelfde goed
o Tegengestelde: productdifferentiatie
Je product een tikkeltje anders maken
Perfecte informatie over de prijs vh goed
o Als je iets koopt, weet je exact wat het kost
o Goederen en diensten zijn “private goederen” zonder externe effecten
o Kopers en verkopers hebben dezelfde informatie over de goederen en
diensten
! indien aan 1 v deze vwden nt is voldaan marktfaling
VRAAG
- Hoeveel willen verschillende mensen maximaal betalen voor een broodje?
kijken nr hun reservatieprijs
o Drukt de maximale bereidheid tot betalen uit
o Bepaald door voorkeuren kan tussen personen verschillen
o = maatstaf voor de waarde die een potentiële koper hecht aan het
product
- Geeft marginale bereidheid tot betalen weer
- Negatief verband tussen gevraagde hoeveelheid (Q) en de prijs (P) vd
broodjes
o Hoe goedkoper de broodjes, hoe meer er gevraagd w
o Dalende lijn
o Beweging OP de vraagcurve (verandering in gevraagde hoeveelheid
ten gevolge van verandering in de prijs)
Als de prijs vh goed verandert: verschuiving OP vraagcurve
Als iets anders verandert: verschuiving VAN vraagcurve
Bv inkomen daalt vraagcurve krimpt: verschuiving nr
links
Bv frieten w duurder vraagcurve zet uit: verschuiving
nr rechts
- Rechthoek =producentensurplus
- Driehoek = consumentensurplus (wouden wel meer betalen maar moet nt)
- Rechthoek + driehoek = bereidheden tot betalen v alle consumenten = totale
waarde die de markt hecht aan dat goed
- Gevraagde hoeveelheid broodjes w beïnvloed door de prijs v alternatieven,
inkomen vd consumenten etc + leidt tot een algemene vraagfunctie:
- Om te kijken nr de invloed vd inkomen vd consument op het aantal verkochte
broodjes:
KUL campus Brussel Sofie Declerck
Economie
Deel 1: Wat is economie
Hoofdstuk 1: Economie als wetenschap
- DEF economie: Economie is de wetenschap die de samenleving bestudeert
als het samenspel van de keuzes van mensen en die de uitkomsten van dit
samenspel evalueert in termen van welvaart en, indien nodig,
beleidsvoorstellen doet ter bijsturing.
o Bestuderen (= positieve wetenschap)
Samenspel: kringloop tussen gezinnen en ondernemingen
Keuzes
We kijken naar de mens als een “homo economicus”
(d.w.z. dat we uitgaan van het idee dat de keuze rationeel
is, een rationeel keuzemodel), bv maximale winst
nastreven
Mensen
AKA economische agenten: 5 soorten: gezinnen,
financiële instellingen, ondernemingen, de overheid en
het buitenland
o Evalueren (= normatieve wetenschap)
DEF welvaart: Welvaart is de mate waarin mensen in de
samenleving hun behoeften bevredigd zien.
Welvaartsverbetering door pareto-efficiënt te werken
= situatie waarin je niemand zijn lot nog kan verbeteren
zonder iemand anders zijn situatie te verslechteren
≠ altijd rechtvaardig (als bv iemands salaris verdubbelt en
iemand anders salaris vermeerderd w met ½ van het
oorspronkelijke salaris)
,SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
Hoofdstuk 2: Onze economie in perspectief
- 2 soorten inputs:
o Lopende inputs: verdwijnen in product
Grondstoffen (kaas, tomaat)
Hulpstoffen (elektriciteit voor de oven)
o Productiefactoren: verslijten gestaag
Arbeid (2 min werk door de verkoper)
Kapitaal (toonbank, oven)
- Toegevoegde waarde = inkomen
o = waarde die gecreëerd w door ≠ grondstoffen adhv ≠
productiefactoren
- Bruto Binnenlands Product = som vd toegevoegde waardes die gecreëerd w
in een land in 1 jaar
o bbp/capita: veel gebruikt als graadmeter vd welvaart MAAR
Zegt niks over de verdeling ve land, is een gemiddelde
Zegt niks over de gezondheid vd mensen in een land
Ook verkoop v wapens w hierin opgenomen maar daar w je land
nt noodzakelijk beter van
- We zien dat over het algemeen in alle landen het bbp stijgt
o Zorgt voor meer disposable income: manier waarop we consumeren
verandert
o Relatie bbp-gezondheid: min of meer positief verband (hoe hoger bbp,
hoe hoger de levensverwachting)
o Relatie bbp-geluk: over algemeen zijn mensen met een hoger loon
gelukkiger maar op lange termijn betekent een stijging v bbp nt
noodzakelijk meer geluk
- Verklaring voor die groei bbp:
o
Grote groei komt door factor (1) = bbp/gewerkt uur
= arbeidsproductiviteit: verdertigvoudigt
we werken minder maar zijn wel productiever
geworden (ookal valt dit in Europa stilaan stil)
o Verschillende oorzaken:
Technologische innovatie
Arbeidsverdeling en specialisatie
Handel
- Arbeidsverdeling en specialisatie: de speldenfabriek v Adam Smith
o = “Adam” vd economie, founder v economie als wetenschap
o 1 speld maken vergt 18 handelingen, een ongeoefende werker kan op
1 dag 20 spelden produceren
o MAAR als de arbeiders het productieproces opsplitsen en z elk
specialiseren in een handeling: 10 werkers samen maken 48 000
spelden
,SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
=> elk vd 10 werkers is 240x productiever dan een
ongeoefende werker
o => productiviteitswinst volgens Adam Smith te danken aan:
Arbeidsverdeling: de juiste werker op de juiste plaats
Specialisatie: zorgt voor tijdswinst (sneller werken want je doet
altijd hetzelfde)
- Technologische innovatie <-> Thomas Malthus
o Beschreef spanning tussen bevolkingsgroei en voedselproductie:
Bevolking groeit geometrisch (telkens verdubbelen tijdens
dezelfde tijdsperiode)
Voedselproductie groeit lineair (stijgt telkens met dezelfde
hoeveelheid tijdens dezelfde tijdsperiode)
= een verdubbeling vh aantal arbeiders leidt tot minder dan een
verdubbeling vd voedselproductie
Zag een doemscenario: De “Malthulsiaanse val”
Er zal te weinig eten zijn voor de groeiende bevolking
ziektes, hongersnood vechten voor eten (oorlog)
sterfte meer voedsel voor overlevenden bevolking
groeit weer aan
= neerwaartse cyclus
Mensen gaan net genoeg hebben om te overleven
o !! MAAR zag bij zijn beschrijving de immense productiviteitswinst in de
LB (door technologische vooruitgang) over het hoofd, zonder die
vooruitgang had hij weleens gelijk kunnen hebben
- Internationale handel: het model v Ricardo
o = idee v Adam Smith over specialisatie en arbeidsverdeling op
internationaal vlak (tussen landen onderling)
o Ziet voordeel in specialisatie, beide landen die handeldrijven w er
beter van
Portugal had absoluut voordeel in wijn en textiel
In Engeland is het relatief goedkoper textiel te maken (in
opportuniteitskosten uitgedrukt)
o Zie monitoraat 1
Deel 2: Marktwerking
Hoofdstuk 3: Vraag en aanbod
- We bekijken een model in “ideale marktomstandigheden”
o Kopers en verkopers hebben gn marktmacht (moeten de markt
ondergaan)
iedereen is prijsnemer (hebben gn invloed op de prijs)
Als iedereen prijsnemer is markt v volmaakte mededinging
Hangt af vh aantal kopers/verkopers
o Tegenvoorbeeld: monopolie (dan is er een
prijszetter)
Homogene goederen of diensten
o Elk individueel product is perfect inwisselbaar
, SV Economie AJ 2024-25
KUL campus Brussel Sofie Declerck
o Bv iPhone kopen bij Proximus of Orange: je krijgt 2x
hetzelfde goed
o Tegengestelde: productdifferentiatie
Je product een tikkeltje anders maken
Perfecte informatie over de prijs vh goed
o Als je iets koopt, weet je exact wat het kost
o Goederen en diensten zijn “private goederen” zonder externe effecten
o Kopers en verkopers hebben dezelfde informatie over de goederen en
diensten
! indien aan 1 v deze vwden nt is voldaan marktfaling
VRAAG
- Hoeveel willen verschillende mensen maximaal betalen voor een broodje?
kijken nr hun reservatieprijs
o Drukt de maximale bereidheid tot betalen uit
o Bepaald door voorkeuren kan tussen personen verschillen
o = maatstaf voor de waarde die een potentiële koper hecht aan het
product
- Geeft marginale bereidheid tot betalen weer
- Negatief verband tussen gevraagde hoeveelheid (Q) en de prijs (P) vd
broodjes
o Hoe goedkoper de broodjes, hoe meer er gevraagd w
o Dalende lijn
o Beweging OP de vraagcurve (verandering in gevraagde hoeveelheid
ten gevolge van verandering in de prijs)
Als de prijs vh goed verandert: verschuiving OP vraagcurve
Als iets anders verandert: verschuiving VAN vraagcurve
Bv inkomen daalt vraagcurve krimpt: verschuiving nr
links
Bv frieten w duurder vraagcurve zet uit: verschuiving
nr rechts
- Rechthoek =producentensurplus
- Driehoek = consumentensurplus (wouden wel meer betalen maar moet nt)
- Rechthoek + driehoek = bereidheden tot betalen v alle consumenten = totale
waarde die de markt hecht aan dat goed
- Gevraagde hoeveelheid broodjes w beïnvloed door de prijs v alternatieven,
inkomen vd consumenten etc + leidt tot een algemene vraagfunctie:
- Om te kijken nr de invloed vd inkomen vd consument op het aantal verkochte
broodjes: