samenvatting organisatie en ict

SV Informatica - Samenvatting Make IT Happen




1

, 1 Informatiesystemen
1.1 Inleiding
 Om te concurreren mt andere bedrijven is er strategie nodig  om een strategie uit te voeren
moet men kijken nr welke bedrijfsprocessen er nodig z om die strategie waar te maken
Duurzaamheid:
 De essentie = optimaliseren vn processen
 De strategie = het imago nr klanten groener maken, klanten persoonlijker benaderen & meer
data verzamelen vn klanten
 Middel = informatiesystemen = hebben tot doel om info te verzamelen, data te verw & ervr te
zorgen dt processen de correcte info krijgen aangeleverd wnr ze die nodig hebben
1.1.1. Productiviteitsparadox
 (Erik Brynjolfsson) = hoewel bedrijven enorme veel investeren in informatiesystemen, zie je dat
niet weerspiegeld in hun productiviteitscijfers
Tegenargumenten productiviteitsparadox:
 Opbrengsten uit informatiesystemen worden gecompenseerd door verliezen in andere sectoren
 Het meten van productiviteit en dienstverlening is veel complexer dan traditionele metingen
rond productiviteit (= Het is makkelijk om te meten hvl auto's een fabriek maakt, mr veel
moeilijker om te meten hoe goed een klantenservice werkt of hvl waarde een informatiesysteem
echt toevoegt  drm lijkt het soms alsof er X winst is, terwijl die er misschien wel is – maar
moeilijk te meten)
 Proudctiviteitstoename gt ook in vele gevallen over optimalisatie vn processen (dus waarde is
niet alleen toename in productiviteit, mr ook betere/efficiëntere processen)
 Informatiesystemen zijn belangrijk voor bedrijven om concurrerend te blijven. ICT’ers helpen mee om de
strategie van een bedrijf te bedenken. Managers moeten begrijpen hoe waardevol technologie kan zijn


Belang van IT:
1) Economisch belangrijk:
o IT = verantwoordelijk vr groter marktbereik + kan bed helpen om hun processen beter te
aligneren met hun strategie
o verschuiving detailhandel (rechtstreeks a/d C) → webwinkels, sociale media, …
o ontstaan vn e-commerce  24/7 bereikbaar, ontstaan vn nieuwe services, …




2

, 2) Nieuwe opportuniteiten:
o wie begrijpt hoe eindgebruikers met IT omgaan, knn drvan gebruikmaken om nieuwe
platformen te creëren vr dezelfde eindgebruikers
o lok initiatieven knn globaal ontplooid w (en omgekeerd), bv to goot to go
3) Oplossingen voor bedrijfsproblemen: vb. RFID → geen rijen meer aan de kassa
4) Maatschappelijke impact: (bv: internet), de OH moet regulerende rol spelen, er is nood aan een
wetgevend kader, de overheid moet ook de kloof tussen ‘haves’ en ‘have-nots’ overbruggen,
initiatief nemen om iedereen te betrekken


1.1.2. Bedrijven z afh vn informatiesystemen
 Bed zullen strategische objectieven bep & om die te behalen moeten ze weten welke
bedrijfsprocessen knn bijdragen  om die te bepalen is er nood aan software, hardware, … = IFS




 Bedrijven investeren in IFS om hun strategische doelen te halen

1.1.2.1. Hoe knn IFS het strategisch doel beïnvloeden?
1. IFS spelen rol bij het ontw vn operationele excellentie
o IFS knn bep stappen zelfstandig uitv  < ArbeidsK  IFS knn basis z om bep dingen GK
te doen dn concurrenten  productiviteitstoename
2. IFS knn basis vormen vr de ontw vn nieuwe producten, services of bedrijfsmodellen
o Bv: netflix & spotify  aanbieden van gepersonaliseerde contentstreamingservice
3. IFS knn rol spelen bij het integreren vn bep actoren in bedprocessen
o Bed knn zo klanten nauw betrekken
4. IFS knn bed helpen om hun besluitvormingsprocessen te ondersteunen
o IFS knn bep visuele weergave vn info besch maken vr managers
5. IFS knn bed helpen o/een competitief VDL te creëren
o Bv door als 1st bep technologie in te zetten
6. IFS z soms noodzakelijk om als bed te overleven




3

, 1.2. Gelaagdheid vn informatie
 We moeten een onderscheid maken tussen data, informatie & de manier wrop die info w ingezet
1. Data = een opeenvolging van vastgestelde feiten die zich hebben voorgedaan
 Eigenschappen:
o Kan op verschillende manieren verzameld w (sensoren tt manueel)
o Kan op grote schaal verzameld w (bv: big data)
o Vormt de basis om informatie te creëren
2. Informatie = vloeit voort uit de data die gestructureerd verwerkt w of in een bepaalde context geplaatst
w  kan gezien w als het eindproduct, terwijl data de ruwe grondstof is
 Eigenschappen:
o Is veelal nodig om een bedrijf te knn besturen
o Is afleidbaar uit individueel vastgestelde indicatoren
o Is vertaalbaar door data te verwerken

 Conclussie: doel vn IFS is zowel het verzamelen en opslaan van data als het verwerken vn deze data tot
inzetbare informatie
1.2.1. Kennis
 Om info goed te begrijpen & nr waarde te knn schatten  kennis nodig + org moet in staat z
kennis te ontwikkelen
  wnr bedrijven de volledige betekenis vn info doorgronden, beschikken ze over kennis  het
managen vn IFS is dus eig het managen vn kennis MAAR om deze kennis te verkrijgen moeten ze
inv in info & dus ook in IFS
1.2.2. Wijsheid
 Wnr je over kennis en over bep inzichten beschikt, dn is er sprake vn wijsheid (wnr je dus ook
goed snapt wat bepaalde kennis betekend)
 Kennis is X voldoende om info nr waarde te schatten
 Processen knn zodanig heringericht w dat ze optimaal gebruikmaken vn die kennis
 Dankzij vergevorderde inzichten in kennis is men in staat om als bedrijf te slagen
1.2.3. De transitie vn data nr wijsheid
 Wnr data geregistreerd w & i/d juiste context w geplaatst
 ontstaan vn info (IFS helpen drbij door software)
 Wnr betekenis w toegevoegd aan info  ontstaan vn
kennis  op niveau vn het bedrijf
 Om waarde te koppelen aan die kennis moet men kijken
nr hoe die kennis bep processen kan beïnvloeden
 Wnr kennis w gekoppeld aan bestaande inzichten  ontstaan vn wijsheid


4