100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

VOLLEDIGE samenvatting "Het sociologische speelveld, de essentie"

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
48
Geüpload op
05-12-2025
Geschreven in
2024/2025

Met deze samenvatting ben ik in EERSTE ZIT GESLAAGD. Het document behandelt alle belangrijke thema's en sociologen. Gebaseerd op de powerpoint en de lessen met enkele aanvullingen van het boek.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
5 december 2025
Aantal pagina's
48
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

HET SOCIOLOGISCH SPEELVELD
DE ESSENTIE
HOOFDSTUK 1: OP ONTDEKKINGSTOCHT DOOR EEN BEKEND GEBIED?
1.1 OVER DE EIGEN AARD VAN DE SAMENLEVING
Sociologie = ‘samenlevingskunde’ of ‘studie van de maatschappij’
→ ontstaan: teruggaan naar de tijd van voor de Franse Revolutie, overgang van
tweestandenmaatschappij → driestandenmaatschappij. Adel en geestelijken hadden als
enige iets te zeggen → opstand: ze wouden meer inspraak en weg met ongelijkheid ⇒
franse revolutie

- Emmanuel Joseph Sieyès: voelde aan dat ten tijde van FR de samenleving ging
veranderen. Hij is bekend geworden door zijn visie op volkssoevereiniteit.
 socius= metgezel en logos= leer, kunde
 doel: inrichting van nieuwe samenleving ttv Franse Revolutie
→ Qu’est-ce que le tiers état? (Wat is de derde stand?) (1789)
 Hierin kloeg hij over de onderdrukking van het gewone volk, maar hij
benadrukte ook dat de derde stand op geen enkele wijze vertegenwoordigd
was in de staatsinrichting van het Franse Koninkrijk
 concept: volkssoevereiniteit
 hij had het woord sociologie toen ook al gebruikt
 ‘sociologie’= de leer die een rechtvaardige en revolutionaire inrichting
van de samenleving voorschreef (politiek gekleurd standpunt) (nog steeds
normatieve wetenschap, ‘ought’ verhaal, ‘hoe de samenleving zou horen te
zijn’) = hybride neologisme (= nieuw woord, combinatie Latijn en Grieks
⇒ barbaars volgens Kemper, 1863)
- Auguste Comte (1830): maar men schrijft de uitvinding van de sociologie aan
deze man toe
 rationeel denkend (via de natuurwetenschappen) en empirisch
 taak van de sociologen om de samenleving op een objectieve en
empirische wijze te doorgronden
sociologie:
- is een hulpdiscipline:
 minder aandacht voor ‘skills’ (onderzoeksvaardigheden)
 minder aandacht voor minder belangrijke auteurs en theorieën etc
- ipv daarvan:
 aandacht voor ‘de filosofie’ van de sociologische discipline
 vb: common sense (=routineuze denkpatroon) vs sociologische verbeelding



voorbeelden:
- een man die ontslagen is gaat minder doen of alleszins niet meer doen in het
huishouden, doordat zijn ego/identiteit geschaafd is en hij al zeker niet gaat
beginnen kuisen
- Een kind kan meerdere centimeters in zijn slaap groeien? Ja, dat kan.
- Koppels die samenwonen voor het huwelijk hebben minder kans op
echtscheiding, dan stellen die vooraf niet samenwonen? Ja dat is juist.

,1.1.1 HET DAGELIJKSE LEVEN DOOR DE SOCIOLOGISCHE LENS
Lens/bril:
- niet imaginair
1. röntgentoestel om de werkelijkheid bloot te leggen
→ werkinstrumenten van de socioloog zoals: observatie, survey,
interviews… maar beelden vereisen interpretatie
2. ‘sociologische verbeelding’ om deze feiten te interpreteren
→ sociologische lens alleen maar nuttig als ze wordt gehanteerd door
iemand die de waarnemingen ook kan interpreteren ⇒ sociological
imagination (1959, Charles Wright Mills)

Charles Wright Mills
- sociologische verbeelding: “the vivid awareness of the relationship between
experience and the wider society” (= hij doelt op het vermogen om te begrijpen
dat iemands individuele ervaringen in verband staan met maatschappelijke
krachten en de ruimere historische context) → jouw eigen verhaal is op ontelbare
wijze beïnvloedt door sociale structuren en mensen die voor jou kwamen
- 3 componenten van sociale verbeelding → vermogen om afstand te nemen van
de actuele situatie door:
 geschiedenis (hoe is de samenleving tot stand gekomen en hoe
verandert ze?)
 biografie (welke mensen bevolken een bepaalde samenleving?)
 sociale structuur (hoe werken de maatschappelijke instituties, wat zijn
de dominante instituties, hoe houden ze de maatschappelijke orde in
stand?)
- om sociologische verbeelding toe te kunnen passen, moet aan een belangrijke
voorwaarde worden voldaan, namelijk:
 “the sociological imagination necessitates above all, being able to think
ourselves, away form the familiar routines of our daily lives in order to look
anew”


2 beperkingen van de sociologische verbeelding:
- een sociologische verklaring is niet exclusief= heeft geen monopolie
- een sociologische verklaring is niet eeuwig= doorheen de tijd veranderen
inzichten en theorieën



A. SELECTIEVE WAARNEMING
Routineus denken en handelen is zo ingebed, dat dit de enige geldige waarheid schijnen
te lijken
- routines in handelen: gedrag
- routines in denken: common sense
 brengt met zich mee dat we stortvloed aan info in sociale context zullen
reduceren, ordenen en interpreteren vanuit onze eigen positie in de
wereld→ waarneming wordt selectief
 zorgt ervoor dat we heel snel kunnen reageren op situaties in de
samenleving
⇒ maken het mogelijk om niet bij elke nieuwe confrontatie een hele keuzeboom
moeten afwerken alvorens tot handelen over te gaan

Vier verklaringen voor selectieve waarneming:
1. fysische en sociale beperkingen

, → We nemen de samenleving waar vanuit een bepaalde sociale positie en
daardoor missen we stukken info, of kunne we ze juist gemakkelijker verkrijgen
 fysiek: je kan niet overal zijn
→ vb: armoede, je woont in Schoten, dus je weet niet wat armoede is
 sociaal: je hebt een andere status

2. belangen
→ afhankelijk van de belangen die je te verdedigen hebt, ga je de situatie anders
aanpakken
→ vb: als je verhalen hoort van de 2 kanten, zullen deze verhalen verschillend zijn
van elkaar, omdat zij daar met een ander perspectief op kijken
3. kennis en informatie
→ de informatie die je hebt over een persoon of toestand, is bepalend voor wat je
waarneemt
→ hoe meer info je hebt, hoe minder selectief je waarneming zal worden
→ UITZ: bepaalde groepen in de samenleving die vooroordelen hebben zullen de
extra info bekijken als nog meer info uit dezelfde hoek (echo-effect)
 oppassen met vooroordelen → kennis moet voldoende evenwichtig zijn
4. voorkeuren en afkeer
→ worden ons bijgebracht via socialisatieproces: proces waarbij een individu
zich in de omgang met anderen de cultuur van zijn omgeving eigen maakt

B. REFERENTIEKADERS
= vanuit onze eerdere ervaringen bouwen we stapsgewijs een raamwerk op dat onze
latere waarnemingen zal beïnvloeden → vergelijkbaar met: sociale bril: deze heeft
bepaalde lens waardoor je een wat verschillende kijk krijgt op dezelfde werkelijkheid

kenmerken:
- vormt een geheel
 al onze waarnemingen vanuit hetzelfde referentiekader gebeuren
 iedereen heeft maar 1 sociale bril
- stabiel, maar niet onveranderlijk
 veranderingen in onze situatie beïnvloeden na verloop van tijd ook het
referentiekader
- er bestaan zoveel referentiekaders als er individuen zijn
 referentiekader wordt bepaald door de opgedane ervaringen en omdat die
ervaringen voor geen 2 mensen volledig dezelfde kunnen zijn
- gedeelde referentiekaders ontstaan wanneer grote groepen individuen in
ongeveer dezelfde omstandigheden opgroeien of werken
 krijgen soortgelijke ervaringen ⇒ ontwikkeling van sterk gelijkende
referentiekaders
 gedeelde referentiekaders maken deel uit van cultuurpatronen: dat zijn
voor een bepaalde groep kenmerkende combinaties van cultuurelementen
(waarden, normen, doelstellingen en verwachtingen)
 vooroordeel: beoordeling van een situatie die niet gebaseerd is op
werkelijke feiten, maar op een vereenvoudigde voorstelling daarvan, die
wordt doorgegeven binnen een bepaalde referentiegroep, mensen die
zelfde referentiekader met elkaar delen → negatief!

Hoe relevant zijn de gepercipieerde werkelijkheden? → onderscheid tussen zakelijke
werkelijkheden en de beleefde werkelijkheid probeert daar een uitdrukking van te
geven
- gepercipieerde werkelijkheid stuurt even sterk ons handelen als de zakelijke
werkelijkheid, misschien zelf sterken
- → Thomas en Thomas (1928) hebben dat geformuleerd in een theorema:

,  “If people define situations as real, they become real in their
consequences” (= “Als mensen situaties als werkelijk definiëren, dan
worden die ook werkelijk in hun gevolgen”)
→ toepassing hiervan:
o pygmalioneffect (My fair Lady, film en Pygmalion, toneelstuk):
professor Higgins gaat de weddenschap aan dat hij Eliza Doolittle
kan omtoveren van een bloemenmeisje met een cockney-accent tot
een upperclass dame
o ander vb: hoe hoger de verwachtingen van een leerkracht, hoe
beter leerlingen gaan presteren en andersom
 vooroordeel: beoordeling van een situatie die niet
gebaseerd is op werkelijke feiten, maar op een
vereenvoudigde voorstelling daarvan, die wordt
doorgegeven binnen een bepaalde referentiegroep, mensen
die zelfde referentiekader met elkaar delen → negatief!
 stereotypes: min of meer gefixeerde en vereenvoudigde
voorstellingen over (de leden van) andere groepen die in een
bepaalde groep gangbaar zijn, zonder dat ze op feiten zijn
gebaseerd → niet perse negatief, kenmerken:
* vereenvoudiging
* vertekening
* veralgemening
→ vb: de verstrooide professor

1.1.2 EEN STAP VERDER
Common sense heeft de volgende kenmerken:
- op te vatten als losjes samenhangende kennis
- is gebaseerd op feiten, waarnemingen, ervaringen, inzichten en received wisdom,
door elk van ons verworden en opgestapeld tijdens onze (kortere of langere)
levensweg (Watts, 2011)
- dient om zin te geven aan situaties waarmee we worden geconfronteerd
- is bedoeld om praktische, onmiddellijke antwoorden

Sociologie legt zich niet neer mij WYSIWYG (What You See Is What You Get), maar gaat
op zoek naar verklaringen achter de zichtbare fenomenen
- wil het ‘waarom’ van bepaalde situaties achterhalen of algemene wetmatigheden
ontwikkelen die op diverse toestanden van toepassing zijn
- situeert verklaringen en wetmatigheden in sociale factoren ipv persoonlijke
kenmerken
- bouwt voort op systematische, empirische waarnemingen
⇒ Volgende fenomenen lijken op het eerste gezicht te verklaren vanuit persoonlijke
kenmerken en drijfveren, totdat blijkt dat sociale factoren daarbij een uiterst belangrijke
rol spelen

A. ECHTSCHEIDING
Het aantal aangegane huwelijken ligt immers beduidend lager dan enkele decennia
geleden, omdat veel stellen kiezen voor ongehuwd samenwonen, dat verklaard waarom
de huidige daling van het aantal echtscheidingen als een schijn daling opgevat moet
worden:
1. minder huwelijken die ontbonden kunnen worden
2. samenwoners gaan vaker uit elkaar dan gehuwden
Veranderingen van wetgeving spelen ook belangrijke rol!
→ wetswijziging van 1 juni 2003 zijn huwelijken tussen zelfde geslacht mogelijk → kunnen
dus nu ook scheiden
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
emiliedebie

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
emiliedebie Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
6
Lid sinds
11 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
5
Laatst verkocht
8 uur geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen