INLEIDING TOT DE CRIMINOLOGIE
1. Inleiding
1.1De veiligheidsparadox
“crime drop” vs onveiligheidsgevoelens
o Daling van criminaliteit (=delicten) toch blijft, of zelfs stijgt het
onveiligheidsgevoel
Daling sinds 1990 van;
o Eigendomsdelicten: inbraak, diefstal, vandalisme
o Geweldsdelicten: mishandeling, overvallen
o Levensdelicten: moord, doodslag
°nieuwe vormen van criminaliteit: cybercrime, fraude via internet…
1.2De leeftijdscriminaliteitscurve
Je weet pas dat er destistance (stoppen met plegen van criminaliteit) is, als die persoon
dood is
Piek tussen 18 & 25
Daling na 25, 3 redenen:
o Persoonlijk: ik wil er mee stoppen, ben minder impulsief…
o Sociaal: ik heb de vrouw van mijn leven ontmoet
o Structureel: de buurt waarin je woont
1.3Hoe dachten we over criminaliteit doorheen de tijd?
Ancien Régime/middelleeuwen
Koning bepaalde wat criminaliteit was
Tast je het gezag van de koning aan straf (Lijfstraffen, afkappen hand…)
Verlichting/het klassieke strafrecht FOCUS OP DE DAAD
Sociaal contract: je geeft een deel van je vrijheid op, in ruil voor bescherming van de
staat
Rationele mens: de mens wordt gezien als iemand die keuzes maakt onmiddellijk
straf bij misdaad
Codificaties: wetten
o Voor het eerst echt zeker wat criminaliteit is
o Magna charta:
Legaliteit: iedereen moet de wet kennen, kan dan zelf beslissen of hij die
wet overtreedt
Positivisme FOCUS OP DE DADER
Geloven in de gedetermineerde mens
o Lombroso: de geboorte van criminologie
o Lombroso geloofde in de geboren misdadiger
Obv uiterlijke kenmerken bepalen of iemand een crimineel is
Niet meer straffen, maar sanctioneren
o Je kan er niet aandoen dat je zo geboren bent
, o Crimineel helpen ipv straffen
= sociaal gevaarlijk!!
1.4Definitie van criminaliteit
Enge definitie
o Er wordt enkel gekeken naar wat er in het strafrecht staat om een sanctie te
bepalen
Definitie van Sutherland
o Breder dan enkel wettelijke overtredingen
o Criminaliteit is gedrag dat door de staat verboden wordt omdat het de staat of
de samenleving schaadt. Dit gedrag kan zowel iets doen (vb diefstal) als iets niet
doen (vb iem niet helpen in de noodsituatie)
Criminaliteit is ook:
o Overlast: geluidsoverlast
o Deviant gedrag: afwijking van de normen
Criminaliteit als sociaal construct
o Gedrag dat in de ene samenleving crimineel is, kan ergens anders normaal zijn
o Criminaliteit hangt af van de normen en waarden van een samenleving
Radicale stroming
o Criminaliteit komt vaak door ongelijkheid en machtsverhoudingen
1.5Nieuwe misdrijven
Vb ecocide: schade aan het milieu
Afval wordt gedumpt op velden daarna worden de gewassen geoogst afval zit in
het eten dat de mens eet schadelijk
1.6Criminaliteit en politiek
Je kan criminaliteit niet loszien van politiek
o Stel: alcoholproductie wordt verboden door de ovh geeft de kans aan criminele
organisatie om stiekem alcohol te stoken cirkelredenering
1.7Hoe criminaliteit meten?
Statistieken
Surveys: gesloten vragenlijst (vb. Bent u slachtoffer geworden van een crimineel feit?)
Interviews
Geregistreerde data: data die terechtgekomen zijn in ons strafsysteem (<-> dark
number door vb angst)
1.8Wat is criminologie?
Garofalo en Topinard
Garofalo: introduceerde het concept criminologie
Topinard: gebruikte de term criminologie voor het eerst
Ze zagen criminologie als een onderdeel van het lombrosiaans project: het
bestuderen van de kenmerken van criminelen vs niet-criminelen
Definitie volgens Garland
‘Criminologie is het product dat voortkomt uit de visie van G en T en de aanpak van de
politie, justitie…’
Definitie volgens Sutherland
Criminologie is 3 dingen:
De studie van criminaliteit
De studie van personen die criminaliteit plegen
De studie van de reactie op criminaliteit
, Kritiek: de definitie is niet volledig omdat er geen aandacht besteedt wordt aan
gedrag dat de wet niet overtreedt, maar toch schade kan veroorzaken
1.9Criminologie als interdisciplinair vak
Criminologie bevat meerdere disciplines:
Psychologie: begrijpen van crimineel gedrag
Sociologie: de invloed van de maatschappij op criminologie
Recht: de wetten en het strafsysteem
Statistiek en wiskunde: het meten en analyseren van criminaliteit
Mensen die criminaliteit plegen:
Jongens plegen meer criminaliteit dan meisjes
Grootste geslachtskloof bij geweldscriminaliteit
Onset = hoe vroeger je start, hoe meer kans dat je langer en intensiever criminaliteit
pleegt
1.10 Waarom plegen mensen criminaliteit?
3 risicofactoren:
Persoonlijke factoren: vb lage zelfconrole
Directe omgeving: band met vrienden, ouders…
Structurele factoren: buurt waarin je opgroeit
Hoe meer risicofactoren, hoe groter de kans
Beschermende factoren:
Hoge zelfcontrole
Vertrouwenspersoon
1.11 Causaliteit vs. correlatie
Causaliteit (A B): A leidt direct tot B
Correlatie: er is een verband tussen de 2 factoren, maar A leidt niet direct tot B
o Vb: het drinken van cola zorgt niet direct tot vroegtijdig sterven, maar mss wel
tot minder goed kunnen sporten, dikker worden… ongezonde factoren, maar
niet direct doodgaan
1.12 Reacties op criminaliteit doorheen de tijd
Middeleeuwen/AR:
Voorbeeldstraffen: afschrikmiddel
Publieke straffen: lijfstraffen die in het openbaar plaatsvonden
Doodstraf
o Doodstraf in BE: mocht tot 1996, maar laatst uitgevoerd in 1863
omgezet in levenslange gevangenisstraf
Verlichting:
Focus op straf
°gevangenisstraf
Focus op algemene preventie: voorkomt criminaliteit door de maatschappij af te
schrikken
Positivisme:
Focus op hulp
Focus op bijzondere preventie: voorkomt criminaliteit door de dader te helpen
, 1.13 Van politie tot gevangenis
Gevangen
Politie OM Rechter
is
Politie: vaststellen & opmaken PV
OM: ‘zeef’
Rechtbank: onafhankelijke rechters die een straf bepalen
Strafuitvoering kan in een gevangenis, maar ook in een kleinschalige detentie
o Kleinschalige detentie: transitiehuizen die zorgen voor mensen die op einde van
hun straf zijn
o Overgang terug naar het gewone leven
o Midden in de maatschappij & in kleinere groepen
Reacties op criminaliteit
Administratief recht: vb GAS-boetes
Publieke opinie: harder en zwaarder straffen?
o Onduidelijk of dit leidt tot afschrikking van potentiële daders
Pakkans vergroten: proberen om de daders toch te pakken te krijgen
o Vb trajectcontrole (psychologisch)
Als je weet dat de camera niet werkt, gaan mensen toch te snel rijden
ookal weten ze dat het niet mag, maar ze gaan toch niet gepakt worden
Als je weet da de kans groot is dat je gepakt wordt, verander je je gedrag
1.14 Criminaliteit en media
Werkt media criminogeen?
Labelling: gedrag wordt pas als criminaliteit gezien als de msp het zo labelt
Immitatiegedrag
Sociaal leren: mensen leren gedrag door te observeren
Normalisering: criminaliteit kan als normaal worden gezien door het constant in de
media te zien
Onderzoek door Schramm: Hij concludeerde dat televisie voor sommige kinderen
schadelijk kan zijn, voor anderen nuttig en voor de meeste kinderen neutraal
Grootste kritiek: kijkers zijn geen passieve, maar actieve ontvangers
Actieve ontvangers: kijkers interpreteren en reageren op berichten op verschillende
manieren, wat invloed heeft op hoe ze criminaliteit begrijpen
Media als ophitser of spreekbuis
Er is een verband tss hoe vaak mensen bep media consumeren en hun angst om slachtoffer
te worden
Vaak is het ook zo dat mensen die al bang zijn, meer media consumeren dan anderen
Mensen die tabloid-kranten lezen of vaak TV kijken maken zich meer zorgen over
criminaliteit dan anderen
Neutraal over criminaliteit praten
Belangrijk om vanaf 6 jaar op een neutrale manier te praten over criminaliteit
Vullen anders zelf de leegtes in zorgt voor angst
Karrewiet: op maat gemaakt voor kinderen andere vorm van vertellen belangrijk
Investeren in kinderbezoeken aan de gevangenis
1. Inleiding
1.1De veiligheidsparadox
“crime drop” vs onveiligheidsgevoelens
o Daling van criminaliteit (=delicten) toch blijft, of zelfs stijgt het
onveiligheidsgevoel
Daling sinds 1990 van;
o Eigendomsdelicten: inbraak, diefstal, vandalisme
o Geweldsdelicten: mishandeling, overvallen
o Levensdelicten: moord, doodslag
°nieuwe vormen van criminaliteit: cybercrime, fraude via internet…
1.2De leeftijdscriminaliteitscurve
Je weet pas dat er destistance (stoppen met plegen van criminaliteit) is, als die persoon
dood is
Piek tussen 18 & 25
Daling na 25, 3 redenen:
o Persoonlijk: ik wil er mee stoppen, ben minder impulsief…
o Sociaal: ik heb de vrouw van mijn leven ontmoet
o Structureel: de buurt waarin je woont
1.3Hoe dachten we over criminaliteit doorheen de tijd?
Ancien Régime/middelleeuwen
Koning bepaalde wat criminaliteit was
Tast je het gezag van de koning aan straf (Lijfstraffen, afkappen hand…)
Verlichting/het klassieke strafrecht FOCUS OP DE DAAD
Sociaal contract: je geeft een deel van je vrijheid op, in ruil voor bescherming van de
staat
Rationele mens: de mens wordt gezien als iemand die keuzes maakt onmiddellijk
straf bij misdaad
Codificaties: wetten
o Voor het eerst echt zeker wat criminaliteit is
o Magna charta:
Legaliteit: iedereen moet de wet kennen, kan dan zelf beslissen of hij die
wet overtreedt
Positivisme FOCUS OP DE DADER
Geloven in de gedetermineerde mens
o Lombroso: de geboorte van criminologie
o Lombroso geloofde in de geboren misdadiger
Obv uiterlijke kenmerken bepalen of iemand een crimineel is
Niet meer straffen, maar sanctioneren
o Je kan er niet aandoen dat je zo geboren bent
, o Crimineel helpen ipv straffen
= sociaal gevaarlijk!!
1.4Definitie van criminaliteit
Enge definitie
o Er wordt enkel gekeken naar wat er in het strafrecht staat om een sanctie te
bepalen
Definitie van Sutherland
o Breder dan enkel wettelijke overtredingen
o Criminaliteit is gedrag dat door de staat verboden wordt omdat het de staat of
de samenleving schaadt. Dit gedrag kan zowel iets doen (vb diefstal) als iets niet
doen (vb iem niet helpen in de noodsituatie)
Criminaliteit is ook:
o Overlast: geluidsoverlast
o Deviant gedrag: afwijking van de normen
Criminaliteit als sociaal construct
o Gedrag dat in de ene samenleving crimineel is, kan ergens anders normaal zijn
o Criminaliteit hangt af van de normen en waarden van een samenleving
Radicale stroming
o Criminaliteit komt vaak door ongelijkheid en machtsverhoudingen
1.5Nieuwe misdrijven
Vb ecocide: schade aan het milieu
Afval wordt gedumpt op velden daarna worden de gewassen geoogst afval zit in
het eten dat de mens eet schadelijk
1.6Criminaliteit en politiek
Je kan criminaliteit niet loszien van politiek
o Stel: alcoholproductie wordt verboden door de ovh geeft de kans aan criminele
organisatie om stiekem alcohol te stoken cirkelredenering
1.7Hoe criminaliteit meten?
Statistieken
Surveys: gesloten vragenlijst (vb. Bent u slachtoffer geworden van een crimineel feit?)
Interviews
Geregistreerde data: data die terechtgekomen zijn in ons strafsysteem (<-> dark
number door vb angst)
1.8Wat is criminologie?
Garofalo en Topinard
Garofalo: introduceerde het concept criminologie
Topinard: gebruikte de term criminologie voor het eerst
Ze zagen criminologie als een onderdeel van het lombrosiaans project: het
bestuderen van de kenmerken van criminelen vs niet-criminelen
Definitie volgens Garland
‘Criminologie is het product dat voortkomt uit de visie van G en T en de aanpak van de
politie, justitie…’
Definitie volgens Sutherland
Criminologie is 3 dingen:
De studie van criminaliteit
De studie van personen die criminaliteit plegen
De studie van de reactie op criminaliteit
, Kritiek: de definitie is niet volledig omdat er geen aandacht besteedt wordt aan
gedrag dat de wet niet overtreedt, maar toch schade kan veroorzaken
1.9Criminologie als interdisciplinair vak
Criminologie bevat meerdere disciplines:
Psychologie: begrijpen van crimineel gedrag
Sociologie: de invloed van de maatschappij op criminologie
Recht: de wetten en het strafsysteem
Statistiek en wiskunde: het meten en analyseren van criminaliteit
Mensen die criminaliteit plegen:
Jongens plegen meer criminaliteit dan meisjes
Grootste geslachtskloof bij geweldscriminaliteit
Onset = hoe vroeger je start, hoe meer kans dat je langer en intensiever criminaliteit
pleegt
1.10 Waarom plegen mensen criminaliteit?
3 risicofactoren:
Persoonlijke factoren: vb lage zelfconrole
Directe omgeving: band met vrienden, ouders…
Structurele factoren: buurt waarin je opgroeit
Hoe meer risicofactoren, hoe groter de kans
Beschermende factoren:
Hoge zelfcontrole
Vertrouwenspersoon
1.11 Causaliteit vs. correlatie
Causaliteit (A B): A leidt direct tot B
Correlatie: er is een verband tussen de 2 factoren, maar A leidt niet direct tot B
o Vb: het drinken van cola zorgt niet direct tot vroegtijdig sterven, maar mss wel
tot minder goed kunnen sporten, dikker worden… ongezonde factoren, maar
niet direct doodgaan
1.12 Reacties op criminaliteit doorheen de tijd
Middeleeuwen/AR:
Voorbeeldstraffen: afschrikmiddel
Publieke straffen: lijfstraffen die in het openbaar plaatsvonden
Doodstraf
o Doodstraf in BE: mocht tot 1996, maar laatst uitgevoerd in 1863
omgezet in levenslange gevangenisstraf
Verlichting:
Focus op straf
°gevangenisstraf
Focus op algemene preventie: voorkomt criminaliteit door de maatschappij af te
schrikken
Positivisme:
Focus op hulp
Focus op bijzondere preventie: voorkomt criminaliteit door de dader te helpen
, 1.13 Van politie tot gevangenis
Gevangen
Politie OM Rechter
is
Politie: vaststellen & opmaken PV
OM: ‘zeef’
Rechtbank: onafhankelijke rechters die een straf bepalen
Strafuitvoering kan in een gevangenis, maar ook in een kleinschalige detentie
o Kleinschalige detentie: transitiehuizen die zorgen voor mensen die op einde van
hun straf zijn
o Overgang terug naar het gewone leven
o Midden in de maatschappij & in kleinere groepen
Reacties op criminaliteit
Administratief recht: vb GAS-boetes
Publieke opinie: harder en zwaarder straffen?
o Onduidelijk of dit leidt tot afschrikking van potentiële daders
Pakkans vergroten: proberen om de daders toch te pakken te krijgen
o Vb trajectcontrole (psychologisch)
Als je weet dat de camera niet werkt, gaan mensen toch te snel rijden
ookal weten ze dat het niet mag, maar ze gaan toch niet gepakt worden
Als je weet da de kans groot is dat je gepakt wordt, verander je je gedrag
1.14 Criminaliteit en media
Werkt media criminogeen?
Labelling: gedrag wordt pas als criminaliteit gezien als de msp het zo labelt
Immitatiegedrag
Sociaal leren: mensen leren gedrag door te observeren
Normalisering: criminaliteit kan als normaal worden gezien door het constant in de
media te zien
Onderzoek door Schramm: Hij concludeerde dat televisie voor sommige kinderen
schadelijk kan zijn, voor anderen nuttig en voor de meeste kinderen neutraal
Grootste kritiek: kijkers zijn geen passieve, maar actieve ontvangers
Actieve ontvangers: kijkers interpreteren en reageren op berichten op verschillende
manieren, wat invloed heeft op hoe ze criminaliteit begrijpen
Media als ophitser of spreekbuis
Er is een verband tss hoe vaak mensen bep media consumeren en hun angst om slachtoffer
te worden
Vaak is het ook zo dat mensen die al bang zijn, meer media consumeren dan anderen
Mensen die tabloid-kranten lezen of vaak TV kijken maken zich meer zorgen over
criminaliteit dan anderen
Neutraal over criminaliteit praten
Belangrijk om vanaf 6 jaar op een neutrale manier te praten over criminaliteit
Vullen anders zelf de leegtes in zorgt voor angst
Karrewiet: op maat gemaakt voor kinderen andere vorm van vertellen belangrijk
Investeren in kinderbezoeken aan de gevangenis