De Baby (p. 51-71)
1) Fysieke ontwikkeling
2) Lichaamelijke groei
Groeicurves groei (van de baby) op te volgen
Standaarddeviatiescore (SDS) vanaf +2,5 SDS / -2,5 SDS moet dit
onderzocht worden door een arts
3) Zintuigen en reflexen
Zintuigen:
- Zicht
bij de geboorte ziet de baby scherp tot 20 cm
Na 3-4 maanden zien ze meer
- Gehoor
Baby’s herkennen de stem van hun moeder
Ze hebben een voorkeur voor hoge stemmen
- Smaak
Ze hebben een voorkeur voor zoete smaken
- Reuk
De baby draait het hoofdje weg van vieze geuren
- Tast
Baby’s worden makkelijk getroost door lichaamscontact
Zuigelingsreflexen:
reflex prikkel reactie
zuigreflex - aanraking mondje - instinctief gaan
- met oblect zoals de tepel of een zuigen
speen
Grijpreflex - Druk op de handpalm - een automatische
grijpreactie
Stapreflex - De aanraking van de voetzolen - het zet stapjes
Snuffel- en - De aanraking van een tepel - het hoofdje draait in
zoekreflex de richting van de
aanraking
Babiskirefl - het strijken langs de onderkant van - de teentjes
ex de voet spreiden
Mororeflex - een plotselinge verandering in de -een snelle
omgeving bv. Fel licht of een snelle spreidbeweging
hoofdbeweging
4) Motoriek
- Grove motoriek (van boven naar onder)
- Fijne motoriek (ontwikkeling van de romp naar de vingertoppen)
, 0 – 3 maanden: het kijkstadium
- Leert de spieren van het gezicht en nek gebruiken.
4 – 6 maanden: het grijpstadium
- Leert de spieren van schouders en armen gebruiken
- Leert grijpen
- Begin van de oog-handcoordinatie
- Rond 5 maanden kan het vanop zijn buik naar zijn rug rollen
- Hij kan rechtop zitten met voldoende steun
7 – 9 maanden: het zitstadium
- Leert zitten zonder dat het steun nodig heeft
- Heeft handjes vrij
10 – 12 maanden: het kruipstadium
- Leert kruipen en zich rechttrekken
- Leert stappen met de steun
- Rond 11 maanden kan de baby de pincetgreep
- Oog-handcoordinatie wordt verfijnder
>12 maanden: het loopstadium
- Leert zelfstandig stappen
2) cognitieve ontwikkeling
2.1) Theorie van Jean Piaget
- Het kind is een actief denker die via interactie met de omgeving
schema’s ontwikkelt (ideeën over de werkelijkheid).
- Bij nieuwe ervaringen past het kind zijn schema’s aan: dit heet
adaptatie, bestaande uit:
Assimilatie: toepassen van bestaande kennis op nieuwe situaties.
Accommodatie: aanpassen van schema’s als die niet meer
kloppen.
- Zo leert het kind steeds beter omgaan met zijn omgeving.
- Piaget onderscheidt vier fasen van cognitieve ontwikkeling
0 -2 jaar Sensomotorische fase
2 – 7 jaar Preoperationele fase
7 – 12 jaar Concreet operationele fase
>12 jaar Formeel operationele fase
1) Fysieke ontwikkeling
2) Lichaamelijke groei
Groeicurves groei (van de baby) op te volgen
Standaarddeviatiescore (SDS) vanaf +2,5 SDS / -2,5 SDS moet dit
onderzocht worden door een arts
3) Zintuigen en reflexen
Zintuigen:
- Zicht
bij de geboorte ziet de baby scherp tot 20 cm
Na 3-4 maanden zien ze meer
- Gehoor
Baby’s herkennen de stem van hun moeder
Ze hebben een voorkeur voor hoge stemmen
- Smaak
Ze hebben een voorkeur voor zoete smaken
- Reuk
De baby draait het hoofdje weg van vieze geuren
- Tast
Baby’s worden makkelijk getroost door lichaamscontact
Zuigelingsreflexen:
reflex prikkel reactie
zuigreflex - aanraking mondje - instinctief gaan
- met oblect zoals de tepel of een zuigen
speen
Grijpreflex - Druk op de handpalm - een automatische
grijpreactie
Stapreflex - De aanraking van de voetzolen - het zet stapjes
Snuffel- en - De aanraking van een tepel - het hoofdje draait in
zoekreflex de richting van de
aanraking
Babiskirefl - het strijken langs de onderkant van - de teentjes
ex de voet spreiden
Mororeflex - een plotselinge verandering in de -een snelle
omgeving bv. Fel licht of een snelle spreidbeweging
hoofdbeweging
4) Motoriek
- Grove motoriek (van boven naar onder)
- Fijne motoriek (ontwikkeling van de romp naar de vingertoppen)
, 0 – 3 maanden: het kijkstadium
- Leert de spieren van het gezicht en nek gebruiken.
4 – 6 maanden: het grijpstadium
- Leert de spieren van schouders en armen gebruiken
- Leert grijpen
- Begin van de oog-handcoordinatie
- Rond 5 maanden kan het vanop zijn buik naar zijn rug rollen
- Hij kan rechtop zitten met voldoende steun
7 – 9 maanden: het zitstadium
- Leert zitten zonder dat het steun nodig heeft
- Heeft handjes vrij
10 – 12 maanden: het kruipstadium
- Leert kruipen en zich rechttrekken
- Leert stappen met de steun
- Rond 11 maanden kan de baby de pincetgreep
- Oog-handcoordinatie wordt verfijnder
>12 maanden: het loopstadium
- Leert zelfstandig stappen
2) cognitieve ontwikkeling
2.1) Theorie van Jean Piaget
- Het kind is een actief denker die via interactie met de omgeving
schema’s ontwikkelt (ideeën over de werkelijkheid).
- Bij nieuwe ervaringen past het kind zijn schema’s aan: dit heet
adaptatie, bestaande uit:
Assimilatie: toepassen van bestaande kennis op nieuwe situaties.
Accommodatie: aanpassen van schema’s als die niet meer
kloppen.
- Zo leert het kind steeds beter omgaan met zijn omgeving.
- Piaget onderscheidt vier fasen van cognitieve ontwikkeling
0 -2 jaar Sensomotorische fase
2 – 7 jaar Preoperationele fase
7 – 12 jaar Concreet operationele fase
>12 jaar Formeel operationele fase