ZONE 4 AARDRIJKSKUNDE
KERSTEXAMEN
(Thema 0, 1, 2)
Thema 0 - Methodes en technieken
Mentale kaart toont aan hoe een mens/groep de wereld ziet: opgebouwd door eigen
ervaringen. Bv:
- Op reis naar Amerika → Je weet beter waar verschillende (grote) steden liggen.
- Nieuws kijken & sprake van land/stad, … → Je kan sneller iets situeren
Situeren = duidelijk maken waar je bent/waar iets ligt. Op 2 manieren:
Absoluut situeren Relatief situeren
= Met coördinaten in wereldgradennet = Met woorden: windrichtingen,
referentiepunten/lijnen & afstanden
Continenten (5) = grote aaneengesloten Werelddelen (7) = Afgescheiden door
landmassa’s (zonder eilanden) natuurlijke elementen (met eilanden in
omgeving)
- Eurazië
- Afrika - Europa
- Amerika - Azië
- Australië - Afrika
- Antarctica - Oceanië
- Antarctica
- Noord-Amerika
- Zuid-Amerika
+ zaken op p 13 - 14 kunnen situeren
, Thema 1
Hoofdstuk 1 - De hele wereld is via netwerken verbonden .
Plaatsen & personen in verbinding door netwerken.
Netwerken steeds uitgebreider/sterker door evoluties in transportsector:
- Transport goederen/mensen goedkoper en sneller
- Meer goederen in kortere tijd wereld over via trein, vliegtuig, vrachtwagen, ...
Ook diensten, politieke ideeën, cultuur & levensstijlen worden gedeeld via netwerken.
(Goederen- en grondstofstromen, communicatie- en datastromen & geldstromen)
Goederenstroom Data- en communicatiestroom
= Stroom van goederen = Uitwisseling teksten, foto's, films,
- 80% goederen over zee vervoerd games, gesprekken
- Grootste havens wereldwijd: - Via ondergrondse/onderzeese
- Shanghai glasvezelkabels.
- Singapore
- Grootste havens in Europa:
- Rotterdam
- Amsterdam
- Grootste containerhavens:
- In Azië
Globalisering (=mondialisering): wereld wordt figuurlijk kleiner door sterker
wordende netwerken. → Goederen en informatie sneller van ene plek naar andere.
KERSTEXAMEN
(Thema 0, 1, 2)
Thema 0 - Methodes en technieken
Mentale kaart toont aan hoe een mens/groep de wereld ziet: opgebouwd door eigen
ervaringen. Bv:
- Op reis naar Amerika → Je weet beter waar verschillende (grote) steden liggen.
- Nieuws kijken & sprake van land/stad, … → Je kan sneller iets situeren
Situeren = duidelijk maken waar je bent/waar iets ligt. Op 2 manieren:
Absoluut situeren Relatief situeren
= Met coördinaten in wereldgradennet = Met woorden: windrichtingen,
referentiepunten/lijnen & afstanden
Continenten (5) = grote aaneengesloten Werelddelen (7) = Afgescheiden door
landmassa’s (zonder eilanden) natuurlijke elementen (met eilanden in
omgeving)
- Eurazië
- Afrika - Europa
- Amerika - Azië
- Australië - Afrika
- Antarctica - Oceanië
- Antarctica
- Noord-Amerika
- Zuid-Amerika
+ zaken op p 13 - 14 kunnen situeren
, Thema 1
Hoofdstuk 1 - De hele wereld is via netwerken verbonden .
Plaatsen & personen in verbinding door netwerken.
Netwerken steeds uitgebreider/sterker door evoluties in transportsector:
- Transport goederen/mensen goedkoper en sneller
- Meer goederen in kortere tijd wereld over via trein, vliegtuig, vrachtwagen, ...
Ook diensten, politieke ideeën, cultuur & levensstijlen worden gedeeld via netwerken.
(Goederen- en grondstofstromen, communicatie- en datastromen & geldstromen)
Goederenstroom Data- en communicatiestroom
= Stroom van goederen = Uitwisseling teksten, foto's, films,
- 80% goederen over zee vervoerd games, gesprekken
- Grootste havens wereldwijd: - Via ondergrondse/onderzeese
- Shanghai glasvezelkabels.
- Singapore
- Grootste havens in Europa:
- Rotterdam
- Amsterdam
- Grootste containerhavens:
- In Azië
Globalisering (=mondialisering): wereld wordt figuurlijk kleiner door sterker
wordende netwerken. → Goederen en informatie sneller van ene plek naar andere.
