Examen 20…
1. Bespreek Alberti en zijn tijdgenoten:
Alberti:
jaren 1450
nooit architect geweest
geletterd
project:
nieuw soort waardigheid geven aan beeldende kunsten en architectuur: kunst uit praktijk
tillen en hoger plaatsen als intellectuele bezigheid
bastaardzoon van rijke patriciër uit Firenze
uitstekende opleiding: canoniek recht aan universiteit van Bologna
gewijd als priester
filosofische disciplines (filosofie, wetenschap, wiskunde)
hoge functie in roomse kerk in administratie aan Vaticaan in Rome: goed betaald om zich bezig
te houden met wat hij graag doet
adviseur van paus
traktaat van schilderkunst
traktaat over zaak van bouwen
was niet bezig met bouwpraktijk want hij liet bouwen door medewerkers en stond niet op werf
maar dacht dingen uit: nieuw verband tussen bouwpraktijk en theorie van architectuur
is eerste architect-intellectueel, die dingen bedenkt in theorie en ze laat uitvoeren door andere
architecten op werf, die architect weghaalt van bouwwerf tussen metsers als veredeld metser naar
plek naast prins/paus
Brunelleschi:
jaren 1420-1430
artistieke en humanistische opleiding
goudsmid
wedstrijden:
Duomo
bronzen deuren in doopkapel (niet gewonnen)
technische studies gecombineerd met praktische studies
start van renaissance
intellectuele achtergrond én achtergrond van bouwen (werken met brons en goud)
Leonardo da Vinci:
jaren 1450
1
, Milaan
kunstenaar (Mona Lisa)
ingenieur
humanist:
beheersing van alle kennis
studie van klassieke auteurs met literaire doeleinden en niet om geloof te verbeteren maar
voor plezier en schoonheid
anatomisch onderzoek
Giorgio Vasari:
jaren 1510
schilder en architect
2. Herkennen van de foto: wie, wat, waar en wanneer?
a.
Andrea Palladio, Villa Malcontenta, dichtbij Venetië, jaren 1550-1560
b.
Johann Fischer von Erlach, Karlskirche, Wenen, jaren 1730
c.
kathedraal van Salisbury, Salisbury, jaren 1220
3. Bespreek Durand en alle traktaten bij de Fransen.
Jean Nicolas Louis Durand:
2
, leerling van Le Roy: pleidooien voor Griekse architectuur
belangrijk voor architectuuronderwijs in Ecole Polytechnique en later in heel Europa:
visie op geschiedenis als proces waaruit je kan leren: ontwikkeling van specifiek gebouw
getoond in platen
deelname aan Grand Prix
jonge schetsen met duidelijke invloed van Piranesi, Ledoux en Boullée
ontwerpen voor nieuwe Franse natie ter ere van égalité: uitgepuurde zuilen (zoals vóór Franse
Revolutie)
impact van Egyptische expedities op Franse architectuur
jaren 1790-1800: architectuurcursus voor Ecole Polytechnique in vorm van twee publicaties
‘Grand Durand’ vol platen:
gebaseerd op Le Roy: grote platen van bepaalde bouwtypologieën
grote kerken met gevel en grondplan die als model kunnen dienen
Europese stadhuizen in verschillende stijlen
leren van architectuur niet meer via goede regels van klassieke architectuur:
afbrokkelende relevantie, verouderd belang van Vitruvius, model van Romeinse
bouwen
verschuiven van aandacht van taal van architectuur (architectuur via goede
regels van klassieke architectuur) naar proces van architectuur
opzetten van nieuwe standaarden voor professionalisme in architectuurpraktijk
waarin efficiëntie en nut veel belangrijker zijn dan ideale schoonheid en
verhoudingen
architectuur gezien in structurele, technische termen: architectuur als wetenschappelijke
discipline waarin gestreefd wordt naar vooruitgang in efficiëntie, kostprijs en tijdsduur
in plaats van architectuur als artistieke discipline gebaseerd op klassieke tradities
goed metselwerk
nieuwe meetsystemen
‘Petit Durand’:
syllabus van zijn cursussen aan Ecole Polytechnique
‘eerste doel van architectuur is niet om te bevallen, mooi te zijn, noch kan decoratie haar
belangrijkste object zijn’
‘doel van architectuur is publieke en persoonlijke nut, geluk en behoud van samenleving’
architectuur weg van kunsten, die geen nut hebben maar ons plezier doen of doen
nadenken, naar praktisch nut
analytische methode voor architectuur waarbij door doorlopen van aantal stappen
iedereen deftig gebouw kan realiseren:
start met gridsysteem dat verder verfijnd wordt:
3
1. Bespreek Alberti en zijn tijdgenoten:
Alberti:
jaren 1450
nooit architect geweest
geletterd
project:
nieuw soort waardigheid geven aan beeldende kunsten en architectuur: kunst uit praktijk
tillen en hoger plaatsen als intellectuele bezigheid
bastaardzoon van rijke patriciër uit Firenze
uitstekende opleiding: canoniek recht aan universiteit van Bologna
gewijd als priester
filosofische disciplines (filosofie, wetenschap, wiskunde)
hoge functie in roomse kerk in administratie aan Vaticaan in Rome: goed betaald om zich bezig
te houden met wat hij graag doet
adviseur van paus
traktaat van schilderkunst
traktaat over zaak van bouwen
was niet bezig met bouwpraktijk want hij liet bouwen door medewerkers en stond niet op werf
maar dacht dingen uit: nieuw verband tussen bouwpraktijk en theorie van architectuur
is eerste architect-intellectueel, die dingen bedenkt in theorie en ze laat uitvoeren door andere
architecten op werf, die architect weghaalt van bouwwerf tussen metsers als veredeld metser naar
plek naast prins/paus
Brunelleschi:
jaren 1420-1430
artistieke en humanistische opleiding
goudsmid
wedstrijden:
Duomo
bronzen deuren in doopkapel (niet gewonnen)
technische studies gecombineerd met praktische studies
start van renaissance
intellectuele achtergrond én achtergrond van bouwen (werken met brons en goud)
Leonardo da Vinci:
jaren 1450
1
, Milaan
kunstenaar (Mona Lisa)
ingenieur
humanist:
beheersing van alle kennis
studie van klassieke auteurs met literaire doeleinden en niet om geloof te verbeteren maar
voor plezier en schoonheid
anatomisch onderzoek
Giorgio Vasari:
jaren 1510
schilder en architect
2. Herkennen van de foto: wie, wat, waar en wanneer?
a.
Andrea Palladio, Villa Malcontenta, dichtbij Venetië, jaren 1550-1560
b.
Johann Fischer von Erlach, Karlskirche, Wenen, jaren 1730
c.
kathedraal van Salisbury, Salisbury, jaren 1220
3. Bespreek Durand en alle traktaten bij de Fransen.
Jean Nicolas Louis Durand:
2
, leerling van Le Roy: pleidooien voor Griekse architectuur
belangrijk voor architectuuronderwijs in Ecole Polytechnique en later in heel Europa:
visie op geschiedenis als proces waaruit je kan leren: ontwikkeling van specifiek gebouw
getoond in platen
deelname aan Grand Prix
jonge schetsen met duidelijke invloed van Piranesi, Ledoux en Boullée
ontwerpen voor nieuwe Franse natie ter ere van égalité: uitgepuurde zuilen (zoals vóór Franse
Revolutie)
impact van Egyptische expedities op Franse architectuur
jaren 1790-1800: architectuurcursus voor Ecole Polytechnique in vorm van twee publicaties
‘Grand Durand’ vol platen:
gebaseerd op Le Roy: grote platen van bepaalde bouwtypologieën
grote kerken met gevel en grondplan die als model kunnen dienen
Europese stadhuizen in verschillende stijlen
leren van architectuur niet meer via goede regels van klassieke architectuur:
afbrokkelende relevantie, verouderd belang van Vitruvius, model van Romeinse
bouwen
verschuiven van aandacht van taal van architectuur (architectuur via goede
regels van klassieke architectuur) naar proces van architectuur
opzetten van nieuwe standaarden voor professionalisme in architectuurpraktijk
waarin efficiëntie en nut veel belangrijker zijn dan ideale schoonheid en
verhoudingen
architectuur gezien in structurele, technische termen: architectuur als wetenschappelijke
discipline waarin gestreefd wordt naar vooruitgang in efficiëntie, kostprijs en tijdsduur
in plaats van architectuur als artistieke discipline gebaseerd op klassieke tradities
goed metselwerk
nieuwe meetsystemen
‘Petit Durand’:
syllabus van zijn cursussen aan Ecole Polytechnique
‘eerste doel van architectuur is niet om te bevallen, mooi te zijn, noch kan decoratie haar
belangrijkste object zijn’
‘doel van architectuur is publieke en persoonlijke nut, geluk en behoud van samenleving’
architectuur weg van kunsten, die geen nut hebben maar ons plezier doen of doen
nadenken, naar praktisch nut
analytische methode voor architectuur waarbij door doorlopen van aantal stappen
iedereen deftig gebouw kan realiseren:
start met gridsysteem dat verder verfijnd wordt:
3