Psychologie
Sociale psychologie: studie naar hoe gedachten, gevoelens ,motivaties en gedrag van mensen worden
beïnvloed door aanwezigheid van anderen en hoe we zelf een invloed hebben op anderen
Vooral alledaagse onderwerpen
Vb van waaruit bestaan discriminatie en vooroordelen
SOCIOLOGIE VS PSYCHOLOGIE
Sociologie: ruimere focus op de maatschappij
Methode
vaker grootschalig bevolkingsonderzoek of volkstelling
vaker experimentele onderzoek bij individu of kleinere groep
AANWEZIGHEID VAN ANDERE
De feitelijke , voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van andere
Beïnvloeding ; hoeft niet te gebeuren in directe aanwezigheid van de personen die voor beïnvloeding zorgen .beïnvloeding kan ook
door maatschappelijke normen of sociale afkeuring
vb) hoe wij beïnvloed worden door andere : als we denken dat anderen het positief vinden, zullen wij het ook als
positief ervaren
Dus sociale context beïnvloed gedrag van anderen
Belangrijke fasen in geschiedenis van sociale psychologie
• Jaren van bevestiging
- zeer veel experimenten om gedragingen te verklaren ( vb WO)
• GROEI EN DEBAT
- kritiek op labo werk omdat ze niet veel voorspellende waarden hadden, er was geen verklaring voor gedrag
noch oplossingen
- ETHIEK?
- ethische aspecten niet nageleefd
- manipulatie van resultaten
- mensen hebben traumas opgelopen door de experimenten
Weinig diversiteit bij de onderzoekers : voornamelijk witte blanke mannen
Methodologisch en inhoudelijk pluralisme (1975-heden)
Emotie en cognitie
Pluralisme, internationalisering
Variaties op methodologisch vlak (niet enkel labo)
NU: uitbreiding sociale neurowetenschap, Internet, multicultureel onderzoek, open science
Onderzoeksmethoden
waarom leren we over onderzoeksmethode
-> Ontwikkelen van een kritische blik
1
, 2022-2023
-> onderscheid maken tussen intuïtie en gezond verstand aan de andere kant ook een psychologie als wetenschap
wat is specifiek aan onderzoek in de sociale psychologie
= methode die geïnspireerd zijn door de exact wetenschappelijke disciplines maar niet alles is het zelfde omdat niet alles
volgens de natuurwetten gaan omdat in menselijke gedrag een element van keuze heeft. ( =/ natuurwetten)
CYCLISCH PROCESS
Overzicht
ideeën ontwikkelen
• Observatie en praktijk ervaring
(vb jobmatchen en pesten op het werk)
• Theorie
(vb sociale afstand en agressie in schoolklassen
• Wetenschappelijke literatuur( primaire en secundaire bronnen)
Ideeën verfijnen
Ideeën meetbaar maken ( operationaliseren)
Operationele van variablen
-> hypothese : specifieke voorstelling of verwachting
-> conceptuele variabelen : maken deel uit van hypothese : abstracte aspecten , verschillende interpretaties mogelijk
-> conceptuele variabelen omzetten naar operationele variabele : manipuleerbaar ( iets dat we kunnen veranderen) ,
concreet maken ) of meetbaar maken ( zodat waneer iemand die test opnieuw doet dezelfde uitkomt krijgt)
Marshmallow test
De drang naar een onmiddellijke beloning meten , zou een voorspeller zijn voor latere testresultaten en carrière
mogelijkheden
Wat zijn hier conceptuele en operationele onafhankelijke variabelen ?
Het feit dat ze marshmallow laten liggen is hun operationeel variabele om impuls controle te meten en dat is dan de
conceptuele variable
Begripsvalideit :
- Het moet meten wat het zegt wat het meet .
- Zorgen de experimenten manipulaties voor variaties t
on de variabelen die ze bedoelden te manipuleren?
- Manipulatie checks ( bv foto’s IpV werkelijke manipulaties)
- Verschillende operationaliseringen zijn mogelijk
- Twee vaak voorkomende metingen van metingen in de sociale psychologie is : zelfreportage ( vragen) en observatie
Meten van variabelen door zelfrapportering
- enkelvoudig ( single- item) of meervoudig schalen bestaan uit meerdere items waarin mensen zelf XYZ beschrijven
2
, 2022-2023
meervoudige schalen hebben vaak de voorkeur :
- risico op vertekening door verwoording of interpretaties verkleint door bevraging via verschillende items
- verschillende items die dezelfde concept meten = interne consistentie nagaan
Beperkingen van schalen door zelfrapportering
-> sociale wenselijkheid (minder bij neutraal , anoniem deze ) : positief beeld van zichzelf schetsen
-> inwilligingstendens ( positieve en negatieve afwisselen) : neiging hebben om akkoord te gaan met de stelling
-> opletten met suggestieve vragen
-> herinnering-vertekening ( bij retrospectieve schalen) ; mensen herinneren zich niet correct
-> effect van de antwoordschaal : neiging om geen extreme antwoorden te geven
Meten van variabelen door observatie
-> codeerschema’s en interbeoordelaar-betrouwbaarheid: gedragingen noteren en iemand anders laten kijken of met twee
beoordelen
-> meestal voor heel concreet gedrag
-> soms kan je gedragsregistratie doen door pc , sensoren , etc ( reactietijd , waarnaar mensen kijken , ..)
Uitdagingen voor vitaliteit
-> sociale wenselijkheid ( waneer ze weten dat er iemand observeert)
-> Volgorde effect : eerste worden meestal kritischer beoordeeld dan de laatste
Observatie en zelfrapportage vaak als aanvullingen op mekaar
Ideeën testen
Beschrijvende studies : vragen naar trends en tendensen
- Observationeel : puur beschrijven van zaken , meestal in natuurlijke situaties
- Validiteit verhogen door gebruik te maken van 1) meerdere observatoren en 2) objectieve registratie (vb
video)
- Archiefonderzoek : bestaande registratiecijfers
- Opiniepeilingen : enquetes : enkel voor beschrijving geen verbanden leggen.
- Sterk afhankelijk van hoe representatief en suggestieve vragen zijn
Correctioneel onderzoek : zoeken naar verbanden
- Kijken naar mate van overeenkomst tussen continue variabelen
- Kan enkel met ordinale/continue variabelen die op een continuüm kunnen gemeten worden
- Kan niet met categorische variabele zoals geslacht , woonplaats ,…
- Gebaseerd op gegevens verzameld via enquete , observatie of archiefonderzoek
Correlatie coeïfficient : tussen -1 en +2
- Positieve correlaties ; als het ene stijgt stijgt het andere ook visa versa
- Negatieve correlatie : als het ene stijgt , daalt het andere
- Geen correlatie : geen verband
Voordelen van correctioneel onderzoek
-> beste optie als het niet mogelijk of verantwoord is variabelen experimenteel te manipuleren aan te tonen
-> mogelijk om verbanden tussen verschillende variabelen tegelijk te onderzoeken
3
, 2022-2023
Beperkingen
- biedt zicht op een verband maar kan geen oorzaal - gevolg relatie vaststellen
- ( niet causaliteit ,correlatie of derde factor )
- Bekijkt enkele lineaire veranderingen , geen verbanden met een andere vorm
- Longitudinaal correctioneel onderzoek ( > 2 tijdsmomenten) -> indicatie van oorzaal gevolg relatie
Metanalyse
= resultaten van verschillende studies combineren via statistische analyse en er is geen eenduidige conclusie
Doel - tot 1 conclusie komen
- verklaren waarom er verschillen zijn tussen studies
Gewogen gemiddelde maken van alle studies
Ethiek en waarden
Studie beschrijven en voorleggen voor goedkeuren aan institutionele beoordelingscommissie !
Geïnformeerde toestemming aan deelnemers vraagt
- informatie over de studie o.a procedure , risico’s , recht op stoppen van deelnamen ,…
- Data privacy , anonimiteit , hypothese -> niet vermelden
Debriefing ( als studie gedaan is) :
- achteraf duidelijkheid verschaffen over het doel van het onderzoek , zeker als er sprake was deceptie
- Vaak feedback gegeven over resultaten van het onderzoek ( nooit individueel als het diagnose is)
- Op groepsniveau
- Om eventuele negatieve gevoelens tegen te gaan
- Belang van deelname aan het onderzoek te beklemtonen
Test jezelf
Dia 7 : correctionele studie
Dia 8: correctioneel onderzoek obv archiefdata
CONDITIONERUNG
Hoe komt het dat mensen koffie associëren met gezelligheid : klassieke conditionering
Hoe komt het dat mensen na X pinten stoppen met drinken : operant / instrumentele conditionering
Hoe komt het dat we met mes en vork eten : observationeel of sociaal leren
Leren is elke relatief permanente verandering in gedrag of mentale processen die het gevolg zijn van een ervaring
Klassieke conditionering
Ivan Pavlov
Reflex : food -> kwijlen
Voor conditionering : belletje -> geen respons
Tijdens conditionering : belletje + eten = kwijlen
Na conditionering : belletje = kwijlen
Dus
Neutrale stimulus + ongeconditioneerde stimulus(OS) = ongeconditioneerde respons (OR) = automatisme
Neutrale geconditioneerde stimulus ( CS ) -> geconditioneerde respons ( CR) = leereffect
4