Inhoudstafel.
1. Algemene begrippen van erfrecht………………………………………………………………………………………………
1.1 Erfrecht en successierechten……………………………………………………………………………………
1.2 Belangrijke begrippen………………………………………………………………………………………………
1.3 De nalatenschap aanvaarden of verwerpen…………………………………………………………….
2. Technieken van het intestaat erfrecht……………………………………………………………………………………….
2.1 Zonder langstlevende echtgenoot/partner………………………………………………………………
2.1.1 De lijn……………………………………………………………………………………………………………….
2.1.2 De graad……………………………………………………………………………………………………………
2.1.3 De orde……………………………………………………………………………………………………………..
2.1.4 Plaatsvervulling……………………………………………………………………………………………….
2.2 De langstlevende echtgenoot (LLE)................................................................
2.2.1 Langstlevende echtgenoot samen met afstammelingen…………………………………
2.2.2 Langstlevende echtgenoot samen met broers/zussen of ascendenten…………..
2.2.3 Langstlevende echtgenoot als enige erfgenaam of samen met erfgenamen
van 4e orde…………………………………………………………………………………………………………
3. Beperkt erfrecht voor wettelijk samenwonenden……………………..……………………………………………..
4. Waardering vruchtgebruik - naakte eigendom…………………………………………………………………………
1. Algemene begrippen van erfrecht.
1.1 Erfrecht en successierechten.
Erfrecht = Opgenomen in Boek 4 van het nieuw Burgerlijk Wetboek:
- Bepaalt wie erft en hoeveel elke erfgenaam erft.
- Geldt voor elke Belg, ongeacht het gewest.
Successierechten = Fiscale belasting op de nalatenschap:
- Worden geheven door de gewesten.
- Tarieven en regels verschillen per gewest.
- Het gewest van de laatste hoofdverblijfplaats van de erflater is bepalend.
- Intestaat erfrecht: Geen testament -> Verdeling volgens de wet.
- Testamentair erfrecht: Er is een testament -> Verdeling volgens de wil van de erflater
(binnen de wettelijke grenzen).
, - Aanvaarden van een erfenis = Verplicht successierechten betalen.
1.2 Belangrijke begrippen.
Erflater (decuius):
- De overleden wiens goederen verdeeld worden.
- Overblijvende partner : Langstlevende echtgenoot (LLE) of langstlevende partner (LLP)
Erfgenaam:
- Persoon die erft.
- Kan goederen én schulden erven.
Legataris:
- Persoon die via testament wordt aangeduid om te erven.
Bekwaamheid tot erven:
- Men moet bestaan (minstens verwekt zijn) op het moment dat de nalatenschap openvalt.
- Ongeboren kind -> Heeft terugwerkende rechtspersoonlijkheid.
Waardig tot erven:
- Iedereen kan erven, behalve wie zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige feiten tegen de
erflater (bv. moord).
Rechten op de nalatenschap:
- Volle eigendom (VE) = Eigendom zonder beperkingen.
- Vruchtgebruik (VG) = Gebruiks- en genotsrecht (bewonen, verhuren, huur innen), maar
geen verkoop alleen.
- Blote eigendom (BE) = Eigendom zonder gebruik of genot, wel mede-beschikkingsrecht bij
verkoop.
- Formule: VE = VG + BE.
- Bij overlijden van de vruchtgebruiker -> BE wordt automatisch VE, zonder bijkomende
successierechten.
1.3 De nalatenschap aanvaarden of verwerpen.
Erfgenamen hebben 3 keuzes:
1. Zuiver aanvaarden:
- Erfgenaam aanvaardt goederen én schulden.
- Indien schulden > activa -> Erfgenaam betaalt het tekort met eigen vermogen.