INITIATIE MEDISCH WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
HOOFDSTUK 1
1. Inleiding
De laatste dicennia zijn er talrijke nieuwe medische
ontwikkelingen gedaan, zoals vaccins en hersenscans.
Hoewel deze ontwikkelingen zorgen voor een grote
vooruitgang in de geneeskunde, zorgen ze ook voor nieuwe
uitdagingen.
Vb: ontdekking van antibiotica (“infectieziekten zijn
overwonnen”) atibioticaresistentie en nieuwe
pathogenen
Data overload:
2. Evidence-based practice
Deze grafiek laat zien hoeveel medische
procedures er zijn en in welke mate ze
ondersteund worden door RCT-onderzoek:
- Links: 52,6% v/d procedures is onderzocht
met RCT’s, 47,4% is niet onderzocht met
RCT’s.
- Midden en rechts: slechts een kleiner deel
van alle procedures heeft sterk bewijs uit
RCT’s met lage bias of voldoende grote
steekproefvorming. groot deel v/d
medische handelingen niet stevig
onderbouwd met hoogwaardig onderzoek.
Er is nog veel klinische praktijk die plaatsvindt zonder robuust wetenschappelijk bewijs, een
uitdaging voor evidence-based zorg.
Deze stroomdiagram illustreert het traject van
wetenschappelijk bewijs naar patiëntenzorg en
waar het vaak misgaat:
- Science: wetenschappelijke inzichten worden
ontdekt, maar vaak slecht beheerd of
gedeeld.
- Evidence: onderzoeksresultaten worden niet
optimaal benut.
- Care: i/d praktijk wordt niet altijd volgens de beste beschikbare kennis gehandeld.
- Patient Experience: Ervaringen van patiënten worden vervolgens weer slecht vastegeld.
Al deze lekken leien tot ‘missed opportunities, waste and harm’ = gemiste kans om zorg te verbeteren,
verspilling van middelen en soms zelf schade.
, Er is een kloof tussen wetenschap, bewijs en praktijk. Om echte ‘learning healthcare systems’ te
creëren, moeten we die kloof dichten.
Deze piramide toont de hiërarchie van wetenschappelijk bewijs (van laag naar hoog in kwaliteit):
- Primaire studies: originele onderzoeken, zoals individuele RCT’s
of observationele studies.
- Synthesen: systematische reviews die meerdere primaire studies
samenvatten.
- Synopsissen van synthesen: korte samenvattingen en
beoordelingen van systematische reviews.
- Summaries: richtlijnen en ‘point-of-care’ bronnen die
aanbevelingen geven.
- Systemen: beslissingsondersteuning geïntegreerd in
elektronische patiëntendossiers.
Hoe hoger in de piramide, hoe sterker en bruikbaarder het
bewijs, want het combineert en interpreteert lagere niveaus van informatie.
3. Randomized controlled trials (RCT’s)
RCT’s zijn de beste primaire studies die nog geen systematic reviews zijn.
- Randomised = per toeval toewijzen aan groep
- Controlled = met controle groep
o Interventie:
(Nieuwe) behandeling
Advies
Kine
o Controle:
Placebo
Andere interventie
Gewoonlijke zorg
- Trial = experiment
Valkuilen of risico op bias (= vertekening van de resultaten):
- Systematische error
- Overschatting of onderschatting van echte effect
- Richting onvoorspelbaar niet te corrigeren
- Door methodologische fouten
Vb: 2 studies over het effect van postmenopauzale hormoonsubstitutie op hart- en vaatziekten
- 1e studie: observationele studie, kijken naar de wereld, verschillen beschrijven tussen groep die wel
oestrogenen neemt en groep die het niet neemt niet-gerandomiseerd ‘healty user bias’:
vrouwen die vrijwillig HST namen waren gemiddeled gezonder, rijker, beter opgeleid, rookten
minder, aten gezonder deze factoren verlagen op zichzelf hart- en vaatrisico.
- 2e studie: RCT, randomisatie gelijke verdeling van confounders HST verhoogt risico op hart- en
vaatziekten.
Vb: studie over inslagen op vliegtuig;
Obv de inslagen op de vliegtuigen die ze zagen moesten ze suggereren waar
het vliegtuig versterkt moest worden bias, want vliegtuigen die bv in
cockpit geraakt zijn, zijn neergestort en hebben we geen data over
vliegtuigen juist versterken waar geen rode stippen zijn.
, Wat is de ideale RCT?
- Representatief
o Studie altijd met steekproef (peiling vs verkiezingen)
o Wie is doelgroep?
o Hoe werd steekproef getrokken?
o Hoe werden deelnemers actief benaderd?
o Wie stemde er toe om deel te nemen?
- Voldoende groot
o Precisie random error vermijden
o Bias vs imprecisie
Bias: telkens dezelfde fout
Imprecisie: telkens andere fout
o Hoe groter de steekproef, hoe precieser het
resultaat
- Randomisatie
o Elke persoon heeft dezelfde kans op inclusie in de indexgroep als in de controlegroep
balans in prognostische factoren (+/-)
o Goede randomisatie methode
Niet beïnvloedbaar
Prognostische factoren in balans
o Allocation concealment = Blinderen van randomisatie
Vermijden van ‘Brigitte effect’
Zonder allocation concealment: effect van interventie tot 40% groter
- Vergelijkbaarheid van groepen
o Effect van confounders uitsluiten
o Confounder = factor die effect verstoort
- Placebo effect uitschakelen
o Blindering patiënt
Geen blindering:
Meer effect op subjectieve uitkomsten! Pijn, levenskwaliteit
Meer co-interventies (patient demand)
Meer uitval (patient concern/dissatisfaction)
Medicatie
Identiek uitzicht, smaak, geur
Placebo en verum gemaskeerd
Niet-medicamenteuze interventies
Sham incisie
o Blindering behandelend arts
Voorkomen van selectieve uitvergroting van placebo-effect
Co-interventies
Contaminatie
Opm: ‘open labeled placebo’ = placebo effect werkt, ookal weten de mensen dat het placebo is.
- Uitval = attrition rate
o Niet iedereen maakt een trial af
o Waarom?
Toeval?
Door de actieve behandeling?
o Best case – worst case scenario
HOOFDSTUK 1
1. Inleiding
De laatste dicennia zijn er talrijke nieuwe medische
ontwikkelingen gedaan, zoals vaccins en hersenscans.
Hoewel deze ontwikkelingen zorgen voor een grote
vooruitgang in de geneeskunde, zorgen ze ook voor nieuwe
uitdagingen.
Vb: ontdekking van antibiotica (“infectieziekten zijn
overwonnen”) atibioticaresistentie en nieuwe
pathogenen
Data overload:
2. Evidence-based practice
Deze grafiek laat zien hoeveel medische
procedures er zijn en in welke mate ze
ondersteund worden door RCT-onderzoek:
- Links: 52,6% v/d procedures is onderzocht
met RCT’s, 47,4% is niet onderzocht met
RCT’s.
- Midden en rechts: slechts een kleiner deel
van alle procedures heeft sterk bewijs uit
RCT’s met lage bias of voldoende grote
steekproefvorming. groot deel v/d
medische handelingen niet stevig
onderbouwd met hoogwaardig onderzoek.
Er is nog veel klinische praktijk die plaatsvindt zonder robuust wetenschappelijk bewijs, een
uitdaging voor evidence-based zorg.
Deze stroomdiagram illustreert het traject van
wetenschappelijk bewijs naar patiëntenzorg en
waar het vaak misgaat:
- Science: wetenschappelijke inzichten worden
ontdekt, maar vaak slecht beheerd of
gedeeld.
- Evidence: onderzoeksresultaten worden niet
optimaal benut.
- Care: i/d praktijk wordt niet altijd volgens de beste beschikbare kennis gehandeld.
- Patient Experience: Ervaringen van patiënten worden vervolgens weer slecht vastegeld.
Al deze lekken leien tot ‘missed opportunities, waste and harm’ = gemiste kans om zorg te verbeteren,
verspilling van middelen en soms zelf schade.
, Er is een kloof tussen wetenschap, bewijs en praktijk. Om echte ‘learning healthcare systems’ te
creëren, moeten we die kloof dichten.
Deze piramide toont de hiërarchie van wetenschappelijk bewijs (van laag naar hoog in kwaliteit):
- Primaire studies: originele onderzoeken, zoals individuele RCT’s
of observationele studies.
- Synthesen: systematische reviews die meerdere primaire studies
samenvatten.
- Synopsissen van synthesen: korte samenvattingen en
beoordelingen van systematische reviews.
- Summaries: richtlijnen en ‘point-of-care’ bronnen die
aanbevelingen geven.
- Systemen: beslissingsondersteuning geïntegreerd in
elektronische patiëntendossiers.
Hoe hoger in de piramide, hoe sterker en bruikbaarder het
bewijs, want het combineert en interpreteert lagere niveaus van informatie.
3. Randomized controlled trials (RCT’s)
RCT’s zijn de beste primaire studies die nog geen systematic reviews zijn.
- Randomised = per toeval toewijzen aan groep
- Controlled = met controle groep
o Interventie:
(Nieuwe) behandeling
Advies
Kine
o Controle:
Placebo
Andere interventie
Gewoonlijke zorg
- Trial = experiment
Valkuilen of risico op bias (= vertekening van de resultaten):
- Systematische error
- Overschatting of onderschatting van echte effect
- Richting onvoorspelbaar niet te corrigeren
- Door methodologische fouten
Vb: 2 studies over het effect van postmenopauzale hormoonsubstitutie op hart- en vaatziekten
- 1e studie: observationele studie, kijken naar de wereld, verschillen beschrijven tussen groep die wel
oestrogenen neemt en groep die het niet neemt niet-gerandomiseerd ‘healty user bias’:
vrouwen die vrijwillig HST namen waren gemiddeled gezonder, rijker, beter opgeleid, rookten
minder, aten gezonder deze factoren verlagen op zichzelf hart- en vaatrisico.
- 2e studie: RCT, randomisatie gelijke verdeling van confounders HST verhoogt risico op hart- en
vaatziekten.
Vb: studie over inslagen op vliegtuig;
Obv de inslagen op de vliegtuigen die ze zagen moesten ze suggereren waar
het vliegtuig versterkt moest worden bias, want vliegtuigen die bv in
cockpit geraakt zijn, zijn neergestort en hebben we geen data over
vliegtuigen juist versterken waar geen rode stippen zijn.
, Wat is de ideale RCT?
- Representatief
o Studie altijd met steekproef (peiling vs verkiezingen)
o Wie is doelgroep?
o Hoe werd steekproef getrokken?
o Hoe werden deelnemers actief benaderd?
o Wie stemde er toe om deel te nemen?
- Voldoende groot
o Precisie random error vermijden
o Bias vs imprecisie
Bias: telkens dezelfde fout
Imprecisie: telkens andere fout
o Hoe groter de steekproef, hoe precieser het
resultaat
- Randomisatie
o Elke persoon heeft dezelfde kans op inclusie in de indexgroep als in de controlegroep
balans in prognostische factoren (+/-)
o Goede randomisatie methode
Niet beïnvloedbaar
Prognostische factoren in balans
o Allocation concealment = Blinderen van randomisatie
Vermijden van ‘Brigitte effect’
Zonder allocation concealment: effect van interventie tot 40% groter
- Vergelijkbaarheid van groepen
o Effect van confounders uitsluiten
o Confounder = factor die effect verstoort
- Placebo effect uitschakelen
o Blindering patiënt
Geen blindering:
Meer effect op subjectieve uitkomsten! Pijn, levenskwaliteit
Meer co-interventies (patient demand)
Meer uitval (patient concern/dissatisfaction)
Medicatie
Identiek uitzicht, smaak, geur
Placebo en verum gemaskeerd
Niet-medicamenteuze interventies
Sham incisie
o Blindering behandelend arts
Voorkomen van selectieve uitvergroting van placebo-effect
Co-interventies
Contaminatie
Opm: ‘open labeled placebo’ = placebo effect werkt, ookal weten de mensen dat het placebo is.
- Uitval = attrition rate
o Niet iedereen maakt een trial af
o Waarom?
Toeval?
Door de actieve behandeling?
o Best case – worst case scenario