,E-BOOK THEORIE RIJBEWIJS B – BELGIË
Hoe gebruik je dit e-book?
• Lees eerst de hoofdstukken 1 t.e.m. 12 rustig door.
• Maak notities van dingen die je verwarren.
• Ga dan naar het grote oefenexamen (50 vragen) en controleer je antwoorden met de
oplossingen achteraan.
• Fouten = gouden info: noteer bij elke fout waarom je fout zat en welk principe je vergeten
was.
INHOUD
1. Het theorie-examen: verloop en punten
2. Basisbegrippen van de weg
3. Soorten weggebruikers en voorrang
4. Verkeersborden in grote lijnen
5. Snelheid en veilige afstand
6. Kruispunten, rotondes en inhalen
7. Stilstaan en parkeren
8. Speciale zones: bebouwde kom, zone 30, woonerf, schoolomgeving
9. Voetgangers, fietsers, bromfietsen en steps
10. Het voertuig: lichten, lading, aanhangwagen
11. Veilig rijden: gordels, kinderzitjes, alcohol, gsm, vermoeidheid
12. Ongevallen, pech en documenten
13. Studietips voor het examen
14. Groot oefenexamen (50 vragen)
15. Oplossingen oefenexamen
, 1. Het theorie-examen: verloop en punten
1.1 Basisinfo
• Je mag theorie afleggen vanaf 17 jaar.
• Het theorie-examen rijbewijs B gebeurt in een officieel examencentrum (GOCA
Vlaanderen / Autoveiligheid).
• Talen: Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling).
1.2 Opbouw van het examen
• 50 meerkeuzevragen op computer.
• Je start met 50 punten.
• Er zijn:
o 45 vragen over lichte overtredingen (1 punt verlies bij fout).
o 5 vragen over zware overtredingen (3de of 4de graad + snelheid) (5 punten
verlies per fout).
1.3 Wanneer ben je geslaagd of gebuisd?
• Geslaagd: minstens 41/50.
• Je bent altijd gebuisd als:
o Je 10 of meer lichte fouten maakt, of
o Je 2 of meer zware fouten maakt, of
o Je 1 zware fout én meer dan 4 lichte fouten maakt.
1.4 Geldigheid en herafleggen
• Een geslaagd theorie-examen blijft 3 jaar geldig.
2. Basisbegrippen van de weg
Je krijgt vaak vragen met termen als “rijbaan”, “rijstrook” enz. Die moet je écht kennen.
• Openbare weg: alle wegen die door iedereen gebruikt mogen worden (met voertuig, te
voet…).
• Rijbaan: deel van de weg dat bestemd is voor voertuigen.
• Rijstrook: deel van de rijbaan, aangeduid door doorlopende of onderbroken lijnen.
• Pechstrook: strook naast autosnelweg/autoweg om bij pech stil te staan.
3
Hoe gebruik je dit e-book?
• Lees eerst de hoofdstukken 1 t.e.m. 12 rustig door.
• Maak notities van dingen die je verwarren.
• Ga dan naar het grote oefenexamen (50 vragen) en controleer je antwoorden met de
oplossingen achteraan.
• Fouten = gouden info: noteer bij elke fout waarom je fout zat en welk principe je vergeten
was.
INHOUD
1. Het theorie-examen: verloop en punten
2. Basisbegrippen van de weg
3. Soorten weggebruikers en voorrang
4. Verkeersborden in grote lijnen
5. Snelheid en veilige afstand
6. Kruispunten, rotondes en inhalen
7. Stilstaan en parkeren
8. Speciale zones: bebouwde kom, zone 30, woonerf, schoolomgeving
9. Voetgangers, fietsers, bromfietsen en steps
10. Het voertuig: lichten, lading, aanhangwagen
11. Veilig rijden: gordels, kinderzitjes, alcohol, gsm, vermoeidheid
12. Ongevallen, pech en documenten
13. Studietips voor het examen
14. Groot oefenexamen (50 vragen)
15. Oplossingen oefenexamen
, 1. Het theorie-examen: verloop en punten
1.1 Basisinfo
• Je mag theorie afleggen vanaf 17 jaar.
• Het theorie-examen rijbewijs B gebeurt in een officieel examencentrum (GOCA
Vlaanderen / Autoveiligheid).
• Talen: Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling).
1.2 Opbouw van het examen
• 50 meerkeuzevragen op computer.
• Je start met 50 punten.
• Er zijn:
o 45 vragen over lichte overtredingen (1 punt verlies bij fout).
o 5 vragen over zware overtredingen (3de of 4de graad + snelheid) (5 punten
verlies per fout).
1.3 Wanneer ben je geslaagd of gebuisd?
• Geslaagd: minstens 41/50.
• Je bent altijd gebuisd als:
o Je 10 of meer lichte fouten maakt, of
o Je 2 of meer zware fouten maakt, of
o Je 1 zware fout én meer dan 4 lichte fouten maakt.
1.4 Geldigheid en herafleggen
• Een geslaagd theorie-examen blijft 3 jaar geldig.
2. Basisbegrippen van de weg
Je krijgt vaak vragen met termen als “rijbaan”, “rijstrook” enz. Die moet je écht kennen.
• Openbare weg: alle wegen die door iedereen gebruikt mogen worden (met voertuig, te
voet…).
• Rijbaan: deel van de weg dat bestemd is voor voertuigen.
• Rijstrook: deel van de rijbaan, aangeduid door doorlopende of onderbroken lijnen.
• Pechstrook: strook naast autosnelweg/autoweg om bij pech stil te staan.
3
