INLEIDING
- Bestaat uit hart, bloedvaten & lymfevaten
- Functie hart & bloedvaten
o Transport
▪ Zuurstof & voedingsstoffen
kooldioxide & afvalstoffen
immunocompetente cellen & eiwitten
hormonen & warmte
o Systeem van bloedstolling
o Pompsysteem
- Functie lymfevaten
o Drainage lichaamsvocht
o Transport immunocompetente cellen & eiwitten
HART
- Anatomie & histologie
o Atriaal syncytium & ventriculair syncytium
- Geleidingssysteem
o Sinusknoop, atrioventriculaire knoop, bundel van His
& purkinje-vezels = gemodificeerde hartcellen
- Innervatie
o Orthosympatisch – parasympatisch
Sensibele banen = feedback systeem
- Regulatie
o Baroreceptoren: bloeddruk
chemoreceptoren: zuurtegraad, pH, zuurstofniveau (O2 – CO2- H+)
ANATOMIE EN HISTOLOGIE
- Kleine circulaite door linker pulmonale
- 2 atrium en 2 ventrikels
- 3 lagen
o Endocard = aflijnend endotheel → binnenkant
▪ Endotheel & viscerale pericardium = losmazig BW
o Myocard = hartspierweefsel
o Epicard = buitenkant met pericard
▪ Pariëtale pericardium
- Hartspierweefsel: vertakte spiercellen met centraal gelegen kernen (1-2)
o Thv vertakking intercalaire schijven
o Horizontale delen: gap junctions vr communicatie
o Atriaal syncytium
o Atriaal granulen bevatten natriuretrische factor (AF)
▪ Bloeddruk verlagend: antagonist vasoprssine = ADH = antidiuretisch hormoon
& antagonist angiotensine II
▪ Elektrolietenhuishouding: voorkomt reabsorptie Na & H2O stimuleert diuresis &
natriuresis → voorkomt hypervolumie & hypertensie leidt anders tot hartfalen
, - Skeletspierweefsel vs hartspierweefsel
o Wandstandig & meerkernig <-> centraal 1-2 kernen
o Triaden thv grens A/I-band <-> diaden thv Z-lijn → beperkt ontwikkelt T-systeem
o Hart meer gevasculariseerd & meer mitochondria → meer aeroob
HARTGELEIDINGSSYSTEEM
- Nodus sinuatrialis
o = sinusknoop van Keith-Flack
o Subepicardiaal gelegen thv vena cava cranialis in RA
→ naar buitenkant gelegen
- Nodus atrioventricularis
o = atrioventriculaire knoop van Aschoff-Tawara
o Subendocardiaal gelegen in laagste deel interatriaal septum
→ meer naar binnen gelegen
- Fasciculus atrioventricularis
o = bundel van his
o Ontspringt uit atrioventriculaire knoop, doorboort atrioventriculair septum
& splitst in crus dexter & crus sinister
▪ Verlopen endocardiaal of oppervlakkig in myocard
aan beide kanten interventriculair septum → tss ventrikels gelegen
o Rafelen uit in vezels Purkinje
- Nodale cellen
o In beide nodi & begin fasciculus
o = gemodificeerde hartcellen → kleiner & rijker aan glycogeen
onduidelijker intercalaire schijven & dwarsstreping
o Niet altijd onderscheidbaar van fibroblasten
o Vormen weinig georiënteerd netwerk
- Vezels van purkinje
o In beide crura & eindvertakkingen
o = gemodificeerde hartspiercellen → zwaarder
onduidelijke intercalaire schijven & geen transversaal tubulair systeem
centrale zone cel rijk glycogeen & MT → blekere aankleuring
o Myofibrillen enkel perifeer
& verspreide nexusverbindingen → enkel op EM te zien
- Bij veroudering meer BW in hartspierweefsel → slechtere aansturing hart
INNERVATIE EN REGULATIE
- Innervatie
o Parasympatisch: hartfrequentie vertragen/verlagen
o Orthosympatisch: versnelling
▪ Stelt adrenaline / noradrenaline vrij → effect afhankelijk adrenerge
receport ( alfa of beta)
o Sensibele innervatie: pijn- & stretchvezels
▪ Prikkels naar CZS → pijn waarneming mogelijk
- Regulatie
o Carotis sinus & carotis lichaampjes & aortaboog
▪ Baroreceptorvezels (vrije zenuwuiteinde) & chemoreceptorbodies
- Carotide sinus bevindt voor opsplitsing in linker & rechter carotide arterie
, - Efferente banen = motorisch = sympathisch
& afferente banen = sensibel = vagale banen
- 2 types glomus cellen
o 1: chemoreceptor (Paars)
o 2: Ondersteunende rol: soort gliacellen
meer vertakt, meer uitlopers
- GFAP = gliall fibrillary acid protein
- 3 mechanismen waardoor hypoxie kan waarnemen
= verlaagd zuurstofgehalte
o Verlaagd zuurstof gedetecteerd want O2
dissocieert van heem eiwit (ijzer bevattend eiwit) → inhiberende werking kaliumkanaal → cel
depolariseert → calciumgevoelige kanalen openen → intercellulair calciumgehalte verhoogd
→ type 1 glomus cellen stellen transmitters vrij
o Werkt in doordat cyclisch AMP verhoogd → gelijkaardige effecten, inhiberende werking →
depolarisatie cel → … → vrijstelling transmitter
o In mitochondriën → oxidatie → inhiberend effect kalium kanalen
protonen concentratie verhoogd → negatief effect kaliumkanalen → vrijstelling transmitters
ATHEROSCLEROSE
- Stabiele plaque: verminderde flow
MAAR vaak onstabiel: kunnen scheuren → bloeding want bevatten bloedvaten → bloedprop in
coronaire vat → constructie in vat
- Atherosclerose in coronair vat veroorzaakt hartinfarct
- Na hartinfarct remodelering hart
hartspierweefsel afgestorven & vervangen door littekenweefsel → contraheert niet
orgaan compenseert → niet geïnvaseerde gebied verdikking myocard = hypertrofie
o Meer pompkracht aanwezig WANT meer myocard MAAR volume lumen daalt → ejectie
volume daalt
o Reactie: ventrikel dilatatie → ventrikel zet terug uit → lumen herstelt MAAR kracht daalt
o Verdere uitbreiding lumen → fataal hartfalen tot gevolg
- Reden: coronaire veranderingen ook contralateraal → waar geen infarct was
o Nagaan dmv flow metingen → verminderde flow & flowrespons door coronaire vaten
→ verdere uitbreiding ischemische beschadiging
- Bewijzen mbv myocard infarct inductie bij ratten/muizen
o Ligatie rond vaatje leggen & aantrekken → infarct geïnduceerd maar dier leeft nog
o Metingen uitvoeren & coupes hartweefsel maken
▪ Aortakleppen zorgen dat bloed niet terug stroomt
experimenten vr coronaire flow: aftakkingen coronaire arteriën bij start aorta
onder geconcentreerde druk zorgen dat fysiologische oplossing in coronaire
vaatnetwerk komt & flowmeter plaatsen
- Resultaten: verhoogde NO-bijdrage = stikstofoxide → effect relaxatie bloedvat
o MAAR verwachten verhoogde vasodilatie dan
o NO niet biologisch beschikbaar → weggewerkt door verhoogde productie zuurstofradicalen
vorming ONOO- → verminderde beschikbaarheid NO → verminderde vasodilatatie respons
- Immunohistochemie: NADH oxidase bevestigt hypothese
, BESLUIT
- MI-1w: alhoewel NO stijgt → scavenging van O2 stijgt → biobeschikbaarheid NO daalt→ verminderde
vasodilatatie
- MI-3w: NO sitjgt → scavenging O2 → biobeschikbaarheid NO daalt & O2 stijgt → additionele
cardiotoxische effecten → verminderde vasodilatatie
Conclusie
- Delicatie interactie tussen coronaire vasculatuur & myocardiaal weefsel na permanente ischaemie
- Balans tss NO & O2 grote impact op evenwicht remoddelering
o NO = endothelium-derived
O2 = myocardial production
BLOEDVATEN
Vb: adult (75kg): 16l weefselvocht, 5l bloed waarvan 3l plasma
verdeling volume bloed
50% veneuze vaatstelsel, 33% arteriële vaatstelsel, 12% in hart & pulmonaire vasculatuur
5% capillairen
Functie
- Weefsel voorzien van zuurstof & voedingstoffen + afvoer afvalstoffen
- Transportsysteem: verzorgt communicatie & coördinatie tss cellen & weefsel op grote afstand
transport hormonen
- Warmtehuishouding
ALGEMEEN BOUWPLAN
Tunica intima
- Aaneengesloten endotheel op lamina basalis
- Subendotheliaal BW
- Soms membrana lamina elastica interna
- Venen: venenkleppen aanwezig
Tunica media = spierlaag
- Circulair gerangschikte gladde spiercellen
- Extracellulaire matrix: rijk aan proteoglycanen, collageen, elastisch BW vezels
→ geproduceerd gladde spiercellen
- Soms membrana lamina elastica externa
Tunica adventitia = BW-laag
- Collageen BW-vezels
- Zenuwbundels, vetweefsel, vasa vasorum & lymfevaten
o Vasa vasorum = kleine bloedvaten zorgen vr O2 toevoer vr buitenste weefsellagen v grote
bloedvaten
o Venen: weinig tot geen zenuwen