Moleculair pathologische oncologie (Prof. Dr.
Zwaenepoel)
1. Introductie moleculaire pathologie
1.1. Biomarkers
Diagnostische biomarkers: biologische parameters die helpen om de
diagnose van ziekten te bepalen. Bvb de aanwezigheid van bepaalde
genafwijking of de expressie van een bepaald eiwit 1 marker een panel van
markers
Prognostische biomarkers: biomarkers die worden gebruikt om de voortgang
van een ziekte bij een patiënt te meten. Informatie over de algemene uitkomst
van de kanker, ongeacht de therapie
o.a. nuttig om de patiënten in groepen in te delen, wat leidt tot nauwkeurige
ontdekking van medicijnen.
Predictieve biomarkers: geeft informatie over het effect van een
therapeutische interventie. Een predicitieve biomarker kan een doelwit voor
therapie zijn.
1.2. Tumoren
Neoplasie kanker
Neoplasie: abnormale en autonome groei van cellen, waarbij
beginstimulus niet meer aanwezig is.
o Alternatieve benaming: tumor
Kanker: kwaadaardig/maligne neoplasie
Solide kanker bloedkanker
Solide (90%): kunnen zich in elk weefsel ontwikkelen: huid, slijmvliezen,
klieren, bot, kraakbeen, organen
o Carcinomen: uit epitheliale cellen
o Sarcomen: uit bindweefselcellen
Bloedkanker:
o Leukemie: ontstaan uit beenmerg (precursor witte bloedcellen)
o Lymfoom ontstaan in het lymfestelsel (lymfocyt)
Incidentie solide tumoren:
Bij mannen: prostaatkanker, longkanker, dikkedarmkanker
Bij vrouwen: borstkanker, longkanker, dikkedarmkanker
1.3. Moleculaire pathologie – Moleculaire alteraties in solide
tumoren
1.3.1.Precision medicine
Gebruikmakend van doelgerichte therapieën:
1
, FDA: “Therapie is doelgericht als de medicatie gekoppeld is aan een
goedgekeurde diagnostische test, waaruit blijkt dat de patiënt in
aanmerking komt en bijgevolg voordeel kan halen uit de therapie”
o Patiëntenselectie
o Via biomarker analyse
Definitie van National Cancer Institute en European Commission: Gebruik
van moleculaire profilering (genen, eiwitten) voor het op maat maken van
de juiste therapeutische strategie voor de juiste persoon op het juiste
moment, en/of om de aanleg voor ziekte te bepalen en/of om tijdige en
gerichte preventie te bieden.
Doelgerichte therapie niet meer alleen voor gevorderde of gemetastaseerde
populatie kankerpatiënten maar ook in een vroeg stadium.
2. Compagnion diagnostics
Genetische testing
o Analyse van bloed gezien bij overerfbare aandoeningen het genoom
van alle cellen in het lichaam deze genetische afwijkingen bevatten
Verworven aandoening
o Testing van het letsel waar verworven aandoening aanwezig is
Goedgekeurde bijhorende diagnostische test (CDx)
Pharmaceutische industrie : drug ontwikkeling
Diagnostische industrie: CDx ontwikkeling
o RUO (= research use only) IVDR (= in vitro diagnostic research)
§ Laboratoriumtest voor humane stalen: in diagnostisch labo is
het enkel toegestaan om RUO gebruiken indien kan worden
aangetoond dat er geen IVD test beschikbaar is die “even”
goed.
Klinische studie:
Om effectiviteit drug te bewijzen à FDA / EMA goedkeuring
Om selectiemethode te valideren à IVDR goedkeuring
Mag je een laboratorium test kopen, patiëntenstalen testen en resultaten
doorgeven aan behandelende arts?
Controleer of test IVD is.
o Indien RUO: nazicht of er geen IVD test bestaat die even ‘goed’
werkt.
o Nazicht door FAGG
Verantwoordelijk voor het garanderen van de kwaliteit,
veiligheid en doeltreffendheid van geneesmiddelen en
gezondheidsproducten.
Controleer & documenteer de prestatie-kenmerken van de in vitro
diagnostic test in je eigen labo
o Gebasseerd op
Richtlijnen pathologie/klinische biologie beroepsvereniging
ISO norm = guideline die helpt hoe je iets moet valideren
2.1. Prestatiekenmerken van een test
Precisie: is de mate van spreiding in meetresultaten door de methode een
aantal keren onder de vastgestelde condities op hetzelfde monster uit te voeren.
2
,Robuustheid: is de mate van ongevoeligheid van de methode voor variaties in
de omstandigheden en methodeparameters zoals daar zijn (maar niet
gelimiteerd tot): temperatuur, operator, DNA concentratie, … Ook andere
parameters zoals matrixbeschikbaarheid (kritisch monster) dienen hierbij in
overweging genomen te worden.
Analytische sensitiviteit: gevoeligheid van de methode (= detectielimiet)
= technische RECALL
= detectie van true positives
Analytische specificiteit: de analytische specificiteit van een test is de
proportie van monsters zonder een mutatie/chromosoomafwijking die door de
test ook als negatief geïdentificeerd worden.
= detectie van vals-positieven / detecteer ik teveel ?
Accuraatheid: de accuraatheid of juistheid van een test definieert zijn vermogen
om accuraat en betrouwbaar de betrokken mutatie/chromosoomafwijking te
detecteren.
= balans tussen sensitiviteit en specificiteit
Klinische (diagnostische) sensitiviteit: klinische sensitiviteit van een test is
de proportie van patiënten die het klinisch kenmerk (de ziekte) hebben en
waarbij ook daadwerkelijk de veroorzakende
mutatie/chromosoomafwijking/expressiepatroon gedetecteerd wordt
(=detectiegraad of positief predictieve waarde)
Klinische (diagnostische) specificiteit: klinische specificiteit van een test is
de proportie van patiënten die de ziekte niet hebben (of niet zullen ontwikkelen)
en ook geen mutatie/chromosoomafwijking/expressiepatroon vertonen (negatief
predictieve waarde). Het percentage vals positieven wordt dus gegeven door 1
min de klinische specificiteit.
LOD: De laagste concentratie van een analyte die betrouwbaar kan worden
gedetecteerd, maar niet noodzakelijkerwijs gekwantificeerd.
LOQ: De laagste concentratie van een analyte die betrouwbaar kan worden
gekwantificeerd met acceptabele precisie en nauwkeurigheid.
2.2. Compagnion diagnostics
Wie garandeert + controleert IVDR: FAGG
Wie garandeert + controleert of labo met gevalideerde testen werkt:
praktijkrichtlijn: Sciensano
o ISO15189 norm: BELAC , de Belgische Accreditatie-instelling (FOD
economie)
Hoe wordt gecontroleerd:
o Audits
o EQA / External Quality Assessment / externe kwaliteitsbeoordeling:
Hetzelfde monster naar alle deelnemende laboratoria sturen.
Laboratoria analyseren deze monsters alsof ze
patiëntenmonsters analyseren, waarna ze hun resultaten aan
Sciensano rapporteren.
3
, 2.3. Test selectie
3. Standaard technieken
3.1. Borstkanker
Bij metastatische borstkanker kijken naar wat is de status van estrogeen receptor
expressie, progesteron receptor expressie en HER2.
3.1.1.IHC/immunohistochemie
Automatische staining QC check evaluatie: kwalitatief
(aanwezig/afwezig) of semikwantitatief (scoresysteem)
Semiquantitatieve evaluatie van membranaire HER2 expressie:
4
Zwaenepoel)
1. Introductie moleculaire pathologie
1.1. Biomarkers
Diagnostische biomarkers: biologische parameters die helpen om de
diagnose van ziekten te bepalen. Bvb de aanwezigheid van bepaalde
genafwijking of de expressie van een bepaald eiwit 1 marker een panel van
markers
Prognostische biomarkers: biomarkers die worden gebruikt om de voortgang
van een ziekte bij een patiënt te meten. Informatie over de algemene uitkomst
van de kanker, ongeacht de therapie
o.a. nuttig om de patiënten in groepen in te delen, wat leidt tot nauwkeurige
ontdekking van medicijnen.
Predictieve biomarkers: geeft informatie over het effect van een
therapeutische interventie. Een predicitieve biomarker kan een doelwit voor
therapie zijn.
1.2. Tumoren
Neoplasie kanker
Neoplasie: abnormale en autonome groei van cellen, waarbij
beginstimulus niet meer aanwezig is.
o Alternatieve benaming: tumor
Kanker: kwaadaardig/maligne neoplasie
Solide kanker bloedkanker
Solide (90%): kunnen zich in elk weefsel ontwikkelen: huid, slijmvliezen,
klieren, bot, kraakbeen, organen
o Carcinomen: uit epitheliale cellen
o Sarcomen: uit bindweefselcellen
Bloedkanker:
o Leukemie: ontstaan uit beenmerg (precursor witte bloedcellen)
o Lymfoom ontstaan in het lymfestelsel (lymfocyt)
Incidentie solide tumoren:
Bij mannen: prostaatkanker, longkanker, dikkedarmkanker
Bij vrouwen: borstkanker, longkanker, dikkedarmkanker
1.3. Moleculaire pathologie – Moleculaire alteraties in solide
tumoren
1.3.1.Precision medicine
Gebruikmakend van doelgerichte therapieën:
1
, FDA: “Therapie is doelgericht als de medicatie gekoppeld is aan een
goedgekeurde diagnostische test, waaruit blijkt dat de patiënt in
aanmerking komt en bijgevolg voordeel kan halen uit de therapie”
o Patiëntenselectie
o Via biomarker analyse
Definitie van National Cancer Institute en European Commission: Gebruik
van moleculaire profilering (genen, eiwitten) voor het op maat maken van
de juiste therapeutische strategie voor de juiste persoon op het juiste
moment, en/of om de aanleg voor ziekte te bepalen en/of om tijdige en
gerichte preventie te bieden.
Doelgerichte therapie niet meer alleen voor gevorderde of gemetastaseerde
populatie kankerpatiënten maar ook in een vroeg stadium.
2. Compagnion diagnostics
Genetische testing
o Analyse van bloed gezien bij overerfbare aandoeningen het genoom
van alle cellen in het lichaam deze genetische afwijkingen bevatten
Verworven aandoening
o Testing van het letsel waar verworven aandoening aanwezig is
Goedgekeurde bijhorende diagnostische test (CDx)
Pharmaceutische industrie : drug ontwikkeling
Diagnostische industrie: CDx ontwikkeling
o RUO (= research use only) IVDR (= in vitro diagnostic research)
§ Laboratoriumtest voor humane stalen: in diagnostisch labo is
het enkel toegestaan om RUO gebruiken indien kan worden
aangetoond dat er geen IVD test beschikbaar is die “even”
goed.
Klinische studie:
Om effectiviteit drug te bewijzen à FDA / EMA goedkeuring
Om selectiemethode te valideren à IVDR goedkeuring
Mag je een laboratorium test kopen, patiëntenstalen testen en resultaten
doorgeven aan behandelende arts?
Controleer of test IVD is.
o Indien RUO: nazicht of er geen IVD test bestaat die even ‘goed’
werkt.
o Nazicht door FAGG
Verantwoordelijk voor het garanderen van de kwaliteit,
veiligheid en doeltreffendheid van geneesmiddelen en
gezondheidsproducten.
Controleer & documenteer de prestatie-kenmerken van de in vitro
diagnostic test in je eigen labo
o Gebasseerd op
Richtlijnen pathologie/klinische biologie beroepsvereniging
ISO norm = guideline die helpt hoe je iets moet valideren
2.1. Prestatiekenmerken van een test
Precisie: is de mate van spreiding in meetresultaten door de methode een
aantal keren onder de vastgestelde condities op hetzelfde monster uit te voeren.
2
,Robuustheid: is de mate van ongevoeligheid van de methode voor variaties in
de omstandigheden en methodeparameters zoals daar zijn (maar niet
gelimiteerd tot): temperatuur, operator, DNA concentratie, … Ook andere
parameters zoals matrixbeschikbaarheid (kritisch monster) dienen hierbij in
overweging genomen te worden.
Analytische sensitiviteit: gevoeligheid van de methode (= detectielimiet)
= technische RECALL
= detectie van true positives
Analytische specificiteit: de analytische specificiteit van een test is de
proportie van monsters zonder een mutatie/chromosoomafwijking die door de
test ook als negatief geïdentificeerd worden.
= detectie van vals-positieven / detecteer ik teveel ?
Accuraatheid: de accuraatheid of juistheid van een test definieert zijn vermogen
om accuraat en betrouwbaar de betrokken mutatie/chromosoomafwijking te
detecteren.
= balans tussen sensitiviteit en specificiteit
Klinische (diagnostische) sensitiviteit: klinische sensitiviteit van een test is
de proportie van patiënten die het klinisch kenmerk (de ziekte) hebben en
waarbij ook daadwerkelijk de veroorzakende
mutatie/chromosoomafwijking/expressiepatroon gedetecteerd wordt
(=detectiegraad of positief predictieve waarde)
Klinische (diagnostische) specificiteit: klinische specificiteit van een test is
de proportie van patiënten die de ziekte niet hebben (of niet zullen ontwikkelen)
en ook geen mutatie/chromosoomafwijking/expressiepatroon vertonen (negatief
predictieve waarde). Het percentage vals positieven wordt dus gegeven door 1
min de klinische specificiteit.
LOD: De laagste concentratie van een analyte die betrouwbaar kan worden
gedetecteerd, maar niet noodzakelijkerwijs gekwantificeerd.
LOQ: De laagste concentratie van een analyte die betrouwbaar kan worden
gekwantificeerd met acceptabele precisie en nauwkeurigheid.
2.2. Compagnion diagnostics
Wie garandeert + controleert IVDR: FAGG
Wie garandeert + controleert of labo met gevalideerde testen werkt:
praktijkrichtlijn: Sciensano
o ISO15189 norm: BELAC , de Belgische Accreditatie-instelling (FOD
economie)
Hoe wordt gecontroleerd:
o Audits
o EQA / External Quality Assessment / externe kwaliteitsbeoordeling:
Hetzelfde monster naar alle deelnemende laboratoria sturen.
Laboratoria analyseren deze monsters alsof ze
patiëntenmonsters analyseren, waarna ze hun resultaten aan
Sciensano rapporteren.
3
, 2.3. Test selectie
3. Standaard technieken
3.1. Borstkanker
Bij metastatische borstkanker kijken naar wat is de status van estrogeen receptor
expressie, progesteron receptor expressie en HER2.
3.1.1.IHC/immunohistochemie
Automatische staining QC check evaluatie: kwalitatief
(aanwezig/afwezig) of semikwantitatief (scoresysteem)
Semiquantitatieve evaluatie van membranaire HER2 expressie:
4