PSYCHOLOGIE
1. GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP
1.1 Wat is psychologie (niet)?
Psychologie = de wetenschap (= logie) van gedrag en geestelijke (= psyche) processen
- Wetenschap = evidence based ➔ gebaseerd op objectieve, verifieerbare feiten
- Geestelijke processen = intern = denken, voelen, begeren…
- Waarneembare processen = extern = praten, glimlachen, lopen…
1.1.1 Psychologie is meer dan je denkt
3 soorten psychologen:
- Experimentele psychologen
o Mensen die aan onderzoek doen ➔ hetgeen war wij leren
- Docenten psychologie
o Mensen die lesgeven over de psychologie
- Toegepaste psychologen
o Klinische psychologen ➔ therapie geven (werken dus met mensen)
Specialisaties in de toegepaste psychologie
- Arbeids- en organisatiepsychologen
o Bedrijfswereld ➔ goede moraal leeft op de werkbloer
- Sportpsychologen
o Richten zich vooral op sporters om bij hun onderste uit de kan te halen ➔
richten zich op prestaties, evenwicht en mentale en fysieke inspanningen
- Schoolpsychologen
o Geven geen therapie ➔ bv CLB ➔ houden zich bezig met onderwijs om het zo
goed mogelijk vorm te geven
- Klinisch psychologen
o Therapeuten
- Forensische psychologen
o Mensen helpen die in contact zijn geweest met het gerecht
(slachtoffer/dader)
- Omgevingspsychologen
o Mensen helpen die met invloed van de omgeving op ons functioneren ➔
omgevingslawaai
- Gerontopsychologen
o Recent ➔ werken met +65 ➔ processen die actueel zijn daar (verlies/verhuis)
1.1.2 Psychologie ≠ psychiatrie
Psychiater = medische opleiding ➔ psychiatrische ziektes (werken met patienten) ➔
behandelingen doen en medicatie voorschrijven
,1.1.3 Kritisch nadenken over psychologie en pseudopsychologie
Pseudo-psychologie = niet-onderbouwde psychologie aannamen die zich als
wetenschappelijke waarheid voordoen
Schadelijke effecten ➔ lobotomie, positieve gedachten (geen bewijs voor en geen genezing)
1.2 Wat zijn de 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie
Biologische perspectief:
- Zenuwstelsel, hormoonstelsel, genetica en fysieke kenmerken
- Is van nature aanwezig ➔ vormt basis
- Biomedische therapie
Behavioristische perspectief:
- Leren, beheersing van gedrag door omgeving en stimuli en responsen (niet op
mentale processen)
- Gedrag controleren door omgeving te controleren
- Gedragstherapie
Ontwikkelingsperspectief:
- Veranderingen in psychologisch functioneren tijdens leven en erfelijkheid en
omgeving
- veranderingen gebeuren constant
- ontwikkelingsgerichte therapie
Cognitieve perspectief:
- Mentale processen, geest als computerachtige ‘machine’ en hoe emotie en motivatie
gedachten en perceptie beinvloeden
- Cognitieve therapie of gestalttherapie
Whole-personperspectief:
- Psychodynamische perspectief dat zich richt op de onbewuste motivatie en
psychische stoornissen
- Humanistische perspectief dat zich toelegt op geestelijke gezondheid en menselijk
potentieel
- Perspectief van karaktertrekken en temperament dat de persoonskenmerken en
individuele verschillen benadrukt
- Baseert zich verder op Freud
- Psychodynamische therapie of humanistische of clientcenterd therapie
Socioculturele perspectief:
- Sociale invloeden op gedrag en mentale processen, hoe individuen functioneren in
groep en culturele verschillen
, 1.3 Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
2. BIOPSYCHOLOGIE, NEUROWETENSCHAPPEN EN DE MENSELIJKE AARD
2.1 Wat is het verband tussen genen en gedrag?
Kernconcept = evolutie
= De verandering van biologische en psychologische processen in de mens, waarbij
genetische variaties die gunstig zijn voor overleving en voortplanting zullen worden
doorgegeven van generatie op generatie.
De mens heeft aangeboren neigingen en capaciteiten, net als dieren.
Menselijke hersenen zijn geprogrammeerd voor taal, sociale interacties (imitatie), reflexen, …
- Charles Darwin ➔ zag heel veel gemeenschappelijke kenmerken bij de organismen ➔
binnen groep van organismen was er variatie
- Binnen de mens veel gelijkenissen maar ook variatie
- Evolutie(theorie) = bepaalde kenmerken kunnen in voordeel spelen van bepaalde
organismen
- Over de tijd ➔ organismen passen zich aan aan de noden om zo goed mogelijk te
kunnen functioneren
- Iedereen heeft aangeboren neigingen/capaciteiten ➔ zaken die geprogrammeerd zijn
binnen de hersenen (taal, sociale interacties…)
- Survival of the fittest ➔ ≠ wet van de sterkste ➔ het gaat over de best aangepaste
2.1.1 Evolutie en natuurlijke selectie
Evolutietheorie (Charles Darwin) verklaart gedrag als resultaat van natuurlijke selectie
- Variatie onder individuen en strijd om hulpbronnen maakt dat meest adaptieve
gedrag overleeft, net als de meest geschikte kenmerken
- Survival of the fittest
- Verklaren groot deel van ons gedrag
Toepassing op de psychologie: veel psychologsche waarnemingen worden begrepen door dit
proces van aanpassing en evolutie
- Menselijke fobieën en we slapen 1/3 van ons leven
2.1.2 Genen en erfelijkheid
De genetische code bepaalt (geërfde eigenschappen)
- Fysieke kernmerken
- Psychologische eigenschappen
Maar: invloed van omgeving! Geërfde eigenschappen kunnen zich anders ontwikkelen.
Daarbij kreeg je een willekeurige combinatie van kenmerken die door elk van je beide ouders
aan jou zijn doorgegeven
1. GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP
1.1 Wat is psychologie (niet)?
Psychologie = de wetenschap (= logie) van gedrag en geestelijke (= psyche) processen
- Wetenschap = evidence based ➔ gebaseerd op objectieve, verifieerbare feiten
- Geestelijke processen = intern = denken, voelen, begeren…
- Waarneembare processen = extern = praten, glimlachen, lopen…
1.1.1 Psychologie is meer dan je denkt
3 soorten psychologen:
- Experimentele psychologen
o Mensen die aan onderzoek doen ➔ hetgeen war wij leren
- Docenten psychologie
o Mensen die lesgeven over de psychologie
- Toegepaste psychologen
o Klinische psychologen ➔ therapie geven (werken dus met mensen)
Specialisaties in de toegepaste psychologie
- Arbeids- en organisatiepsychologen
o Bedrijfswereld ➔ goede moraal leeft op de werkbloer
- Sportpsychologen
o Richten zich vooral op sporters om bij hun onderste uit de kan te halen ➔
richten zich op prestaties, evenwicht en mentale en fysieke inspanningen
- Schoolpsychologen
o Geven geen therapie ➔ bv CLB ➔ houden zich bezig met onderwijs om het zo
goed mogelijk vorm te geven
- Klinisch psychologen
o Therapeuten
- Forensische psychologen
o Mensen helpen die in contact zijn geweest met het gerecht
(slachtoffer/dader)
- Omgevingspsychologen
o Mensen helpen die met invloed van de omgeving op ons functioneren ➔
omgevingslawaai
- Gerontopsychologen
o Recent ➔ werken met +65 ➔ processen die actueel zijn daar (verlies/verhuis)
1.1.2 Psychologie ≠ psychiatrie
Psychiater = medische opleiding ➔ psychiatrische ziektes (werken met patienten) ➔
behandelingen doen en medicatie voorschrijven
,1.1.3 Kritisch nadenken over psychologie en pseudopsychologie
Pseudo-psychologie = niet-onderbouwde psychologie aannamen die zich als
wetenschappelijke waarheid voordoen
Schadelijke effecten ➔ lobotomie, positieve gedachten (geen bewijs voor en geen genezing)
1.2 Wat zijn de 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie
Biologische perspectief:
- Zenuwstelsel, hormoonstelsel, genetica en fysieke kenmerken
- Is van nature aanwezig ➔ vormt basis
- Biomedische therapie
Behavioristische perspectief:
- Leren, beheersing van gedrag door omgeving en stimuli en responsen (niet op
mentale processen)
- Gedrag controleren door omgeving te controleren
- Gedragstherapie
Ontwikkelingsperspectief:
- Veranderingen in psychologisch functioneren tijdens leven en erfelijkheid en
omgeving
- veranderingen gebeuren constant
- ontwikkelingsgerichte therapie
Cognitieve perspectief:
- Mentale processen, geest als computerachtige ‘machine’ en hoe emotie en motivatie
gedachten en perceptie beinvloeden
- Cognitieve therapie of gestalttherapie
Whole-personperspectief:
- Psychodynamische perspectief dat zich richt op de onbewuste motivatie en
psychische stoornissen
- Humanistische perspectief dat zich toelegt op geestelijke gezondheid en menselijk
potentieel
- Perspectief van karaktertrekken en temperament dat de persoonskenmerken en
individuele verschillen benadrukt
- Baseert zich verder op Freud
- Psychodynamische therapie of humanistische of clientcenterd therapie
Socioculturele perspectief:
- Sociale invloeden op gedrag en mentale processen, hoe individuen functioneren in
groep en culturele verschillen
, 1.3 Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
2. BIOPSYCHOLOGIE, NEUROWETENSCHAPPEN EN DE MENSELIJKE AARD
2.1 Wat is het verband tussen genen en gedrag?
Kernconcept = evolutie
= De verandering van biologische en psychologische processen in de mens, waarbij
genetische variaties die gunstig zijn voor overleving en voortplanting zullen worden
doorgegeven van generatie op generatie.
De mens heeft aangeboren neigingen en capaciteiten, net als dieren.
Menselijke hersenen zijn geprogrammeerd voor taal, sociale interacties (imitatie), reflexen, …
- Charles Darwin ➔ zag heel veel gemeenschappelijke kenmerken bij de organismen ➔
binnen groep van organismen was er variatie
- Binnen de mens veel gelijkenissen maar ook variatie
- Evolutie(theorie) = bepaalde kenmerken kunnen in voordeel spelen van bepaalde
organismen
- Over de tijd ➔ organismen passen zich aan aan de noden om zo goed mogelijk te
kunnen functioneren
- Iedereen heeft aangeboren neigingen/capaciteiten ➔ zaken die geprogrammeerd zijn
binnen de hersenen (taal, sociale interacties…)
- Survival of the fittest ➔ ≠ wet van de sterkste ➔ het gaat over de best aangepaste
2.1.1 Evolutie en natuurlijke selectie
Evolutietheorie (Charles Darwin) verklaart gedrag als resultaat van natuurlijke selectie
- Variatie onder individuen en strijd om hulpbronnen maakt dat meest adaptieve
gedrag overleeft, net als de meest geschikte kenmerken
- Survival of the fittest
- Verklaren groot deel van ons gedrag
Toepassing op de psychologie: veel psychologsche waarnemingen worden begrepen door dit
proces van aanpassing en evolutie
- Menselijke fobieën en we slapen 1/3 van ons leven
2.1.2 Genen en erfelijkheid
De genetische code bepaalt (geërfde eigenschappen)
- Fysieke kernmerken
- Psychologische eigenschappen
Maar: invloed van omgeving! Geërfde eigenschappen kunnen zich anders ontwikkelen.
Daarbij kreeg je een willekeurige combinatie van kenmerken die door elk van je beide ouders
aan jou zijn doorgegeven