, Ethiek in sociaal werk, Hoofdstuk 1, 4, 5, 6, 7 & 8
Hoofdstuk 1 – Wat is professioneel handelen?
Als sociaal werker moet je goed nadenken over de normen en waarden die professioneel handelen
kan beïnvloeden want;
- vaak komen mensen bij sociale werkers die hun eigen problemen niet kunnen oplossen of
dat denken.
- Veel cliënten komen uit een lager milieu en hebben beperkingen.
- Mensen geven vertrouwelijke informatie aan een sociaal werker.
- Door de interventies kan de sociaal werker het leven van een cliënt erg beïnvloeden. Dit
kan positief zijn maar kunnen mensen ook schaden.
- Tussen een cliënt en een sociaal werker is een machtsverschil.
- De sociaal werker moet zijn werk verantwoorden, tegenover cliënten, collega’s, publiek en
soms ook tegenover de rechter.
- Een sociaal werker bevindt zich vaak in een spanningsveld, hier zijn veel belangen van een
cliënt, zijn omgeving, instelling waarvoor hij werkt en instanties. Je moet hierin professionele
afwegingen kunnen maken.
Sociaal werkers die beschikken over goede competenties zoals de juiste kennis, kunde en
professionele vaardigheden kunnen goed hun doelen bereiken. Dat is technisch instrumentele
professionaliteit.
Sociaal werkers moeten ook normatieve professionaliteit hebben. Het hebben van respect is
hierin een belangrijk ding. Je moet goed denken om de waarden in je werk en die goed
gebruiken in je werk. Je bent je bewust zijn van de morele vragen die je tegenkomt in je werk.
Morele vragen gaan over de manier waarop mensen zouden moeten leven. Morele opvattingen
zijn een antwoord op de vraag hoe men zich als mens goed en verantwoordelijk kan gedragen.
Moraal is afgeleid van het Latijnse woord ‘mos’ wat gewoonte betekent.
Het gaat hierom over normen en waarden.
Moraal is niet statisch, opvattingen kunnen variëren afhankelijk van tijd en plaats.
Waarden: Begrippen wat beschrijven wat mensen waardevol vinden en waarnaar zij streven. Het
zijn idealen.
Normen: Handelingsvoorschriften, dingen die laten zien hoe je moet handelen. Het is een richtlijn.
Normen kunnen ontwikkelen en worden vaak aangepast. In een multiculturele samenleving staan
sommige normen ter discussie.
Fatsoennormen: Bijvoorbeeld dat je op tijd komt. Dit zijn omgangsregels, ook wel etiquette en
‘kleine ethiek’ genoemd.