SOCIOLOGIE: DE SAMENLEVING LES 6 – SOCIALE NETWERKEN EN SOCIAAL KAPITAAL
BOEK P94-99
1. Netwerken: kanalen waarlangs sociale goederen kunnen stromen
Ecogram Schematische tekening die de omvang en kwaliteit van het sociale netwerk van de
cliënt in beeld brengt
- Biedt in 1 oogopslag een overzicht van belangrijke sociale contacten uit
verschillende leefgebieden, wat (potentiële) hulpbronnen zichtbaar maakt
- Gaat daarbij om familieleden, maar ook om vrienden en kennissen en om
contacten met vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners
- Door middel van symbolen kan de aard van de relaties worden aangegeven
Doel Netwerk in kaart brengen en bevorderen van informele steun
Voor (en met) wie De cliënt en eventueel zijn familie/mantelzorgers
Door wie Professionals en vrijwilligers in zorg en welzijn
- Sociaal werkers gebruiken vaak een ecogram – om te zien wat voor sociaal netwerk iemand heeft
die voor mij zit (cliënt) te visualiseren – dit helpt om te zoeken naar hulp voor de cliënt
Een sociaal netwerk is…
Sociaal netwerk Een geheel van relaties met een bepaalde mate van (onbewuste) organisatie
- Relaties als basis van kanalen die verschillende mensen met elkaar verbinden en gebruikt (kunnen)
worden om hulpbronnen/goederen te vervoeren
o Materiële en immateriële goederen (= economisch, sociaal en cultureel kapitaal)
Immateriële goederen = informatie of steun die je krijgt
Vb: geld (leningen), diensten (burenhulp), informatie (over bv. vacatures),
emotionele steun (bij rouw of geboorte), ‘juiste taal’, ‘juist gedrag’
Kan ook ‘zuur’ kapitaal zijn: schulden, (slechte) gewoonten (=niet de norm voor
sociale mobiliteit) etc. – kan ook voor slechte relaties zorgen tussen je familie
3 zones van een ego-netwerk
Actuele relaties Waarneembare relatie
(persoonlijk) - Persoonlijke relaties die je onderhoudt
- Mensen met ik direct in contact ben
Student X en X en X, collega X en X en X, familielid X en X en X
Ouder X en X van vriendje van mijn zoontje, sportschool, buren
- Allemaal directe contacten, ook verwaterd contact
Potentiële via Potentiële relatie
- Relaties die je kan aangaan maar nog niet hebt gedaan
- Andere studenten (van andere opleidingen, scholen), vrienden van buren,…
Vb: je zus heeft een vriend maar je hebt er nog geen contact mee gehad
Via via Samenleving: totaal netwerk
- Gehele samenleving: alle sociale relaties en dus alle netwerken
BOEK P94-99
1. Netwerken: kanalen waarlangs sociale goederen kunnen stromen
Ecogram Schematische tekening die de omvang en kwaliteit van het sociale netwerk van de
cliënt in beeld brengt
- Biedt in 1 oogopslag een overzicht van belangrijke sociale contacten uit
verschillende leefgebieden, wat (potentiële) hulpbronnen zichtbaar maakt
- Gaat daarbij om familieleden, maar ook om vrienden en kennissen en om
contacten met vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners
- Door middel van symbolen kan de aard van de relaties worden aangegeven
Doel Netwerk in kaart brengen en bevorderen van informele steun
Voor (en met) wie De cliënt en eventueel zijn familie/mantelzorgers
Door wie Professionals en vrijwilligers in zorg en welzijn
- Sociaal werkers gebruiken vaak een ecogram – om te zien wat voor sociaal netwerk iemand heeft
die voor mij zit (cliënt) te visualiseren – dit helpt om te zoeken naar hulp voor de cliënt
Een sociaal netwerk is…
Sociaal netwerk Een geheel van relaties met een bepaalde mate van (onbewuste) organisatie
- Relaties als basis van kanalen die verschillende mensen met elkaar verbinden en gebruikt (kunnen)
worden om hulpbronnen/goederen te vervoeren
o Materiële en immateriële goederen (= economisch, sociaal en cultureel kapitaal)
Immateriële goederen = informatie of steun die je krijgt
Vb: geld (leningen), diensten (burenhulp), informatie (over bv. vacatures),
emotionele steun (bij rouw of geboorte), ‘juiste taal’, ‘juist gedrag’
Kan ook ‘zuur’ kapitaal zijn: schulden, (slechte) gewoonten (=niet de norm voor
sociale mobiliteit) etc. – kan ook voor slechte relaties zorgen tussen je familie
3 zones van een ego-netwerk
Actuele relaties Waarneembare relatie
(persoonlijk) - Persoonlijke relaties die je onderhoudt
- Mensen met ik direct in contact ben
Student X en X en X, collega X en X en X, familielid X en X en X
Ouder X en X van vriendje van mijn zoontje, sportschool, buren
- Allemaal directe contacten, ook verwaterd contact
Potentiële via Potentiële relatie
- Relaties die je kan aangaan maar nog niet hebt gedaan
- Andere studenten (van andere opleidingen, scholen), vrienden van buren,…
Vb: je zus heeft een vriend maar je hebt er nog geen contact mee gehad
Via via Samenleving: totaal netwerk
- Gehele samenleving: alle sociale relaties en dus alle netwerken