Nucleaire geneeskunde =
Manier v kijken voor + tijdens ziekte naar functie v orgaan ---> = door injectie radionucliden =
radio-isotoop = zal radioactieve straling uitzenden
---> straling detecteren met verschillende camera’s ---> linken met bepaalde vector --->
vector die we gebruiken = afhankelijk v bepaald proces dat we in beeld brengen
Tracer principe =
Iets inspuiten = anders dan bij geneesmiddelen --->
- Medicatie = proces verstoren = iets anders visualiseren dan wat we willen zien
- Nucleaire geneeskunde = proces zelfde laten = het gewoon kijken = via tracer principe
---> hoeveelheid die ingespoten wordt = heel klein = daarom geen invloed op proces
Voorbeelden mechanismen =
- Glucose metabolisme
- Eiwitten aggregaten die neerslaan ---> belangrijk voor bepaling medicatie Alzheimer =
voor medicatie krijgen dat bepaald eiwit verwijderd = belangrijk te weten dat eiwit daar
effectief is
- Transporters zien
- Bepaalde AZ zien
Verschil met radiologie =
Nucleaire geneeskunde Radiologie
= radioactieve stof inspuiten ---> patiënt = camera’s stralen ---> door patiënt + zo
straalt beeld maken
---> open bronnen
Geeft heel wazig beeld maar zegt precies Geeft heel gedetailleerd + scherp beeld --->
waar iets is wel moeilijk om precieze locatie te zien
---> beide combineren = heel goed beeld hebben
Voorzorgen nucleaire =
- Niet eten of drinken op de afdeling ---> altijd eerst checken of er ergens radioactieve
stoffen op lichaam zijn
- Geen loodschort ---> want straling is van hogere energetische waarde = bij loodschort
dragen = meer straling op persoon krijgt
1
,Nucleaire geneeskunde = 2 delen =
- Beeldvorming = 90%
- Therapie = 10%
---> afhankelijk v wat je wit doen = ander radio-isotoop gebruiken =
• Beeldvorming = isotoop dat niet schadelijk is
• Therapie = isotoop dat wel schadelijk is ---> = cellen kapot maakt
---> verschillende isotopen =
α He = heel zwaar --->
- Niet ver in massa
- Veel energie afzetten
---> = voor therapie gebruiken = zal schade aanbrengen op plaats waar het
wordt afgezet
---> bv. bottumor = beenmerg er rond zo weinig mogelijk kapot maken
β = lichter ---> = voor therapie gebruiken ---> = zal weefsel + in omgeving meer
cellen kapot maken
---> bv. prostaatkanker
ϒ = geen masse hebben ---> vliegt overal door ---> 2 soorten
- 1 gamma straling uitzenden = beeldvorming
- Positief geladen elektron uitzenden = PET ---> zal snel botsen met
negatief geladen elektron = 2 gamma stralen uitzenden
Gebruik stralen =
- ---> bij radiologie + beeldvorming = ϒ
- ---> bij therapie = α + β
Conventionele = SPECT =
Bolletje met gamma stralen rond om rond ---> moeilijk om te zien waar
straling vandaan komt ---> toch detecteren = via collimator =
grote plaat met allemaal schijfjes
---> enkel stralingen die loodrecht invallen detecteren + alle
andere stralen negeren
---> Tc = technetium = meest gebruikte radio-isotoop
---> eenmaal op detector = via kristal omzetten naar signalen ---> zo een beeld vormen
2
, Verschillende onderzoeken conventionele methode =
1. Skeletscintigrafie =
Tc koppelen met HDMP ---> = HDMP opnemen dr osteoblasten = zo verhoogde osteoblastische
activiteit bekijken
---> werking =
1. Tc-HDMP inspuiten ---> kan wel/niet onder camera
2. 3u wachten
3. Terug komen om scan te maken
---> kan op 2 manieren inbrengen =
• Onder camera ---> = kijken naar:
▪ Osteoblasten
▪ Verhoogde perfusie
---> = uitzetten op curve + rechts en links kijken
• Niet onder camera = als beeld van perfusie NIET nodig is ---> = enkel nr
osteoblasten kijken
Voorbeelden =
- Bij volwassenen =
Kleine vlek bij elleboog = dr
veneuze inspuiten ---> = hier
niks afwijkend
- Bij kind =
Heel veel activiteit in de
groeikraakbeenschijven
Wat kan je allemaal opsporen met skeletscintegrafie?
- Stress facturen
- Wervelindeukingen
- Maligne bottumoren
- Botmetastasen
- Infectie in perifeer skelet
- Inflammatoir gewrichtslijden
- Degeneratief gewrichtslijden
- Metabole botpathologie
3