1. Algemene inleiding op het vak Nederlands
1.1 Waarvoor gebruiken we taal
Vier functies waarvoor we taal gebruiken
• Conceptualiseren of cognitieve functie
o Hulpmiddel voor denken
o Benoemen
o Ordenen
• Communicatieve functie
o Contact
o Verbindend
• Expressieve functie
o Gevoelens
o Persoonlijke manier
• Sociale functie
o Groep
,Voorbeeld
Pagina 13
1.2 Belang voor taalonderwijs
Hoe ontwikkelen kinderen hun taal
• Dagelijkse leven
• Taalgericht onderwijs
1.2.1 Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijkse
leven
De vormen van abstracte taal
• CAT
• DAT
• Figuurlijke taal
Begrippen
DAT = dagelijkse algemene taal
CAT = cognitief academisch taalgebruik
,Geen de kenmerken van DAT
• Eenvoudig
o Woordenschat beperkt
o Korte zinnen
• Verwijst naar concrete zaken
• Hier en nu
o Context
• Eenvoudige taaldenkrelaties
Geef kenmerken van CAT
• Complex
o Woordenschat uitgebreid
o Lange zinnen
• Verwijst naar Abstracte zaken
• Hier en nu/ Toen en daar
o Weinig steun uit context
• Complexe taaldenkrelaties
Begrippen
Schooltaal/instructietaal = de taal die je op school gebruikt
Vaktaal = taal die specifiek voor één vak
Kenmerken van schooltaal
• Formeel
• Schriftelijk
• Moeilijk voor
o Kinderen met laaggeschoolde ouders
o Meertalige leerlingen
• Minimaal beheersen
Geef 2 soorten vaktaal
• Vaktaalwoorden
o Vaak tegen
• Specifieke vaktaal
o Kom je niet zo vaak tegen
Kenmerken van figuurlijke taal
• Beeldspraak
• Gezegden
• Uitdrukkingen
• Metaforen
, Voorbeelden
Pagina 15-17
1.2.1 Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig het
Standaardnederlands eigen maken
Wat is standaardtaal
Standaardtaal = officiëlere taal waar de nadruk ligt op goed formuleren en verzorgd spreken
en schrijven
1.2.2 Schriftelijke taalvaardigheid en taalbeschouwing leren kinderen
niet spontaan
Wat hebben kinderen nodig om schriftelijke taalvaardigheid en
taalbeschouwing te leren
• Inzicht in de opbouw van woorden
• Inzicht in de opbouw van zinnen
1.2.3 Alle 21e-eeuwse sleutelcompetenties doen een groot beroep op
taal
1.2.4 Wil je kinderen leesplezier bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden
Hoe kan je leesplezier bevorderen
• Aanraking met boeken
• Positief leesklimaat
1.3 Eindtermen en generieke doelen voor taal
Waar vinden we de taaldoelen
• Eindtermen van de Vlaamse overheid
• Leerplannen van de onderwijskoepels
1.3.1 Eindtermen
Geef de zeven domeinen
• Luisteren
• Spreken
Taalgebruik
• Lezen
• Schrijven
• Taalbeschouwing
• Strategieën
• En culturele gerichtheid
Kenmerken taalgebruik