Radiotherapie =
Lokale + locoregionale behandeling ---> bepaald gebied bestralen
---> = in tegenstelling tot systemische therapie =
- Chemotherapie
- Immunotherapie
---> meeste bijwerkingen = ook gelokaliseerd = afhankelijk v volume v lichaam dat bestraald
wordt
---> onderscheiden v andere specialismen die gebruik maken v ioniserende stralingen = is het
enige dat gebruikt wordt voor therapeutische behandelingen =
- Radiologie = gebruik maken v zelfde stralingen = X-stralen met energie die factor
1000 lager ligt
---> morfologie v organen zichtbaar maken
- Nucleaire geneeskunde = radioactieve straling dr isotopen ---> = radioactieve stof
inspuiten = door volledige lichaam gaan
• ---> = botscan maken = functie v orgaan
• ---> = soms therapeutisch = jodium131 behandeling voor schildklier
aandoeningen
---> = beide vooral voor diagnostische doeleinden
Radiotherapie =
Hoge dosis radioactieve stralen gebruiken met als doel (slechte) cellen beschadigen ---> soms
als bijwerking ook goede cellen beschadigen
---> hoeveelheid E dat wordt afgestaan aan materie =
Dosis = gegeven in Gy (‘gray’) = eenheid v geabsorbeerde
dosis
---> ioniserende straling in contact met materie =
interacties aangaan = elektronen uit atomen losschieten
---> wordt positief geladen ion
---> Gray = hoeveel interacties op bepaalde molecule gebeuren er? --->
- Op bepaald volume = in kg
- Transfer v energie = in Joule ---> energie v ioniserende straling = gebruiken om
elektronen los te maken + weg te schieten
---> 1 J/kg = 1 Gray ---> = zeer grote dosis
1
,Illustratie hoeveelheid Gray =
- Nu over volledige lading v 4 Gy systematisch over lichaam krijgen ---> 50% kans om
binnen 2 maanden te sterven
- Radiologie = werken met mGy = milli gray
Manieren om radiotherapie toe te passen =
- Externe radiotherapie = teletherapie ---> radioactiviteit aanmaken op afstand v patiënt
---> gebruik maken v lineaire versneller of accelerator = linac
---> = werking =
1. Elektronen versnellen in buis
2. Elektronen afbuigen
3. Botsen met plaatje
4. Afremmen
5. Röntgenstralen maken = X-stralen maken
---> 4 – 15 megavolt hebben = elektronen met heel hoge snelheid geven = op
rechte lijn geven = lineair
- Brachytherapie = bestraling op korte afstand ---> radioactieve stoffen in contact brengen
met tumor
- CT-scan ---> gebruiken voor voorbereiding v patiënt op behandeling = simulatie ---> altijd
gebruiken omdat we CT-scan doen op manier van toedienen bestralingen
---> dan CT-scan maken = 3-dimensionele reconstructie v patiënt maken = diagnostisch
Toepassingen =
99% = kwaadaardige aandoeningen bestralen 1% = goedaardige aandoeningen bestralen
- Gynaecologie = vooral borst ---> - Peri-articulaire ossificatie = PAO
grootste groep
- Heterotrope botvorming
- Metastasen = pijnstillende effecten
- Keloïde littekens = hypertropische
- Urogenitaal = vooral veel littekens
prostaatcarcinomen
- Longen = bronchus carcinomen
2
, Patiënt bestralen ---> werking =
1. Alle patiënten bespreken op MOC = multidisciplinair oncologisch consult = patiënt heeft
diagnose gekregen ---> behandelplan opstellen
---> bespreken met groep v specialisten
---> Beslissen dat radiotherapie zal plaatsvinden ---> aanmelden bij radiotherapie --->
1) Beslissing nemen = wat gaan we bestralen = bestralingsvolume
2) Bestralingsdosis bepalen = in hoeveel keer
2. Simulatie = voorbereiding ---> = patiënt positioneren in CT-scan zoals radiotherapie zal
worden toegediend
---> = in exact dezelfde houding + met exact dezelfde hulpstukken
---> CT-scan nemen = met- of zonder contrast
---> Ook merktekens aanduiden =
▪ NIET bestralingsvelden aftekenen
▪ WEL positionering v patiënt aanduiden ---> punten/lijnen op lichaam =
moet daar blijven tot bestraling = 3-5 dagen
---> tijdens 3-5 dagen = alle gegevens nr computer +3 dimensionele reconstructie maken
v patiënt
---> kijken op welke manier er best behandeld kan worden = bestralingsplan opstellen
3. Patiënt behandelen ---> =
• Meestal na 3-5 werkdagen
• Acuut = kan al na 2-3u opgestart worden
---> Fractionatie = aantal keren dat patiënt moet komen voor behandeling =
Vroeger =
1 keer 1 hele lange bestraling ---> = zorgen voor heel veel
bijwerkingen = opp X-stralen = zware huidverbrandingen geven
Klassiek =
Dosis in stukjes kappen ---> elke dag een beetje geven =
ontstaan v fractionatie --->
- Elke dag een beetje dosis = beschadigen v DNA =
breuken krijgen = cellen sterven af
---> enkelstreng breuken = gedeeltelijk herstellen
---> = dosis moet hoger zijn dan in 1 keer geven want er is
Fractionatie = telkens een beetje herstel
Herstel v potentiële stralenschade ---> weekend nodig om te recupereren ---> tumor zal ook
3
compenseren dr meer fracties + dosissen recupereren
te geven
, Soorten fractionatie =
Klassiek =
- 2Gy per dag + 5 dagen in de week = 10 Gy per week
- 5 weken lang = 50 Gy ---> = enkel als er GEEN macroscopische tumor aanwezig was
---> wel macroscopische tumor = meer bestralen
---> = hele belasting voor patiënt =
• Elke dag over en weer gaan
• Bestraling = duurt 20 minuten
• Meestal niet nuchter noodzakelijk
Hypofractionatie =
- Hogere dosis geven ---> 3 keer per week komen
- Bv. 3 Gy geven = 9 Gy per week
---> iets meer bijwerkingen krijgen --->
• Vroeger = vooral gebruiken bij palliatieve omstandigheden
• Nu = veel hogere dosissen mogelijk dan 20 jaar geleden ---> = ook curatief
gebruiken ---> organen veel meer kunnen sparen
---> paar type tumoren die zich niet goed gedroegen =
- Hoofd-hals tumoren = spino-cellulaire carcinomen
- Cervix carcinomen = spino-cellulaire carcinomen
---> = hebben zeer hoge ce-turn over ---> resultaat v hypofractionatie minder zijn
Hyperfractionatie =
- 2 fracties per dag
- Dosis per fractie = 1.2 -1.5 Gy
---> = tumoren met snelle turnover makkelijker bestralen ---> =
• Goed werken in labo
• Niet goed werken in praktijk --->
▪ Mensen moesten 2 keer per dag komen
▪ Enkelstrengbreuken genezen binnen 4-6u
---> niet veel problemen willen bij normale weefsels ---> minstens 6u tussen fracties
laten is noodzakelijk
---> enkel gebruiken bij klein-cellige longcarcinoom bij limited disease
4